Tijdens onze trip naar IJsland zijn we zowel bij het Fjallsárlón als het Jökulsárlón geweest. Het Fjallsárlón is een gletsjermeer waarin kleine ijsbergen van de Fjallsjökull drijven. Het Fjallsárlón is iets kleiner dan Jökulsárlón (hét bekende ijsbergenmeer), maar de boten komen veel dichterbij het ijs en het is nog goedkoper ook. En veel minder toeristen. Met de zodiac vaar je langs verschillende ijsschotsen en stop je uiteindelijk op een afstandje van de gletsjerwand. Onze gids vertelde van alles over het ijs. Zo legde hij uit hoe de blauwe kleur 'ontstaat' in het ijs en dat slechts 10% van de ijsberg bovenwater is. Erg moeilijk voor te stellen dat het onderwater dus nóg voller is met ijs dan bovenwater! Het was een mooie trip!

In het Jökulsárlón drijft aanzienlijk meer ijs dan in het Fjallsárlón. Soms zie je niet eens meer water door al het ijs dat tegen elkaar aan ligt! Echter, het Jökulsárlón is ook goed per voet te bezichtigen. Dit gletsjermeer is ongeveer 190 meter diep, 15 km2 groot en het ligt aan de voet van de Breidamerkurjökull. In het meer drijven van de gletsjer afgekalfde ijsbergen rond in de meest uiteenlopende vormen.

Als je toch bij Jökulsárlón bent, is het de moeite waard om nog even langs de 1500 meter lange rivier Jökulsá á Breidamerkursandi te lopen. De ijsbrokken stromen via deze rivier de zee in. Op het strand zie je dan ook allemaal aangespoelde stukken ijs liggen. Heel bizar om te zien! Ook verder op de zee zie je het ijs drijven. Als het vloed wordt stroomt (een gedeelte van) het ijs weer terug naar het meer. Heel bijzonder!