Munster

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Munster image

YES! YES!

Munster
Ierland
Neretslok

YES! YES!

De voetbalgekte is enkele dagen geleden in Europa weer losgebarsten. Het EK 2016. Nederland is er dit keer niet bij. Dat is wennen, maar niet erg. Dan doen we maar even niets aan voetbal dit jaar. Ik zie op het nieuws de gebruikelijke hersenloze zatlappen die elkaar van trappen afgooien en met tafelpoten op de kop slaan en ondertussen moet ik terugdenken aan die gedenkwaardige zondagavond in juli 2010, in Ierland. Zes jaar terug in de tijd. Gaat u mee?

ROBBEN, ROBBEN! YES, YES! NOOOOOO. Regelmatig gillen wij het uit. Er is veel geroezemoes in de stampvolle kroeg, maar onze stemmen komen er met gemak bovenuit. De Ieren, beleefd als ze zijn, kijken nog nèt niet misprijzend, maar een glimlach voor zoveel Nederlands enthousiasme kan er nu ook weer niet vanaf. Het is de avond van de finale WK voetbal. Robben is zojuist doorgebroken maar heeft het niet kunnen afmaken. We bevinden ons in een drukke pub in het centrum van het kleine provinciestadje Macroom, graafschap Cork, in Ierland.

Die zondag dwalen onze gedachten, terwijl we door het glooiende landschap van de streek Munster rijden, al regelmatig af naar the match. Aangekomen in Macroom, waar we zullen overnachten, hebben we dan ook meteen al enige research gedaan. Wat is een gezellige pub, en belangrijker nog, staat er een groot Tv-scherm? Pubs die aan dergelijke kwalificaties voldoen vind je in elke Ierse plaats binnen één minuut. En zo namen we een half uur voor aanvang van de wedstrijd plaats aan een strategisch opgestelde hoge tafel met krukken, vlakbij het grote scherm.

Eten besteld, drank besteld, en onze oranje Wuppie en de Nederlandse leeuw duidelijk zichtbaar op onze tafel neergezet. Men zal weten dat we Nederlanders zijn en dat er maar één gaat winnen vanavond. Collectieve gekte houdt niet op in Holland, die draag je met je mee, waarheen je ook reist, ook al ben je met twee Nederlanders ver in de minderheid. De pub stroomt vol. De Ieren maken zich op voor een gezellige zondagavond, zoals altijd. Een voetbalwedstrijd op tv? Leuk. O, de WK finale, ook leuk. Het maakt hen niet uit wie er wint, may the best win.

Onder de eerste helft krijgen we nauwelijks een hap van ons eten door onze kelen. Dan maar wegspoelen met wijn en bier. We gillen bij bijna ieder moment. De Ieren zijn rustiger en een enkeling knikt ons bemoedigend toe. Een enkel applaus voor een fraaie actie, aan beide zijden, dat wel. Maar gaandeweg de wedstrijd beginnen ze steeds vaker te lachen naar en om die gekke Hollanders. In de verlenging zitten we inmiddels in een roes, hoewel de drank daar ook debet aan zou kunnen zijn. We voelen ons wel thuis in deze oergezellige ambiance en ons commentaar klinkt luid en duidelijk door de kroeg. We springen op, we schreeuwen en we gaan weer zitten, om even later weer op te springen.

Dan het fatale moment, vier minuten voor tijd. Het is zo’n moment waarop je eigenlijk niet weet of je eigen angst op het scherm wordt geprojecteerd of dat dit de ongelooflijk harde waarheid is. Wij ontwaken snel. De Ieren, die onpartijdig zijn, klappen luid en lang bij het Spaanse doelpunt. Niet omdat ze tegen Nederland zijn, maar omdat de game nu beslist is. Er is een kampioen en dat vinden ze een applaus waard. Het is als een mokerslag. Zelden hebben we ons zo alleen gevoeld tussen tientallen joelende Ieren, op het moment dat Nederland ten onder gaat. Het snijdt door onze ziel. Tranen springen onzichtbaar in onze ogen. Brokken wellen op in onze kelen. Weg gezelligheid, weg feest. De realiteit kent geen genade.

We overwegen om onze Wuppie en de Leeuw meteen maar van onze tafel te halen. Maar dat valt misschien te veel op. Sportief blijven. We rekenen snel af, de Oranje gadgets verdwijnen soepel in onze tas. Dan, bij het verlaten van de kroeg, schudden Ieren ons de hand. Het vergoedt nauwelijks iets. De taxichauffeur, die we voor de zekerheid van tevoren maar besteld hebben, is een jongeman van nauwelijks 20 jaar oud. Hij scheurt in de stromende regen met 120 km per uur over de bochtige smalle donkere weg naar ons guesthouse. Niet ongevaarlijk dit ritje, maar het deert ons niet. We zijn nog te ver weg. Ver weg van Holland, we verwerken de klap alleen…… Als we bij het guesthouse komen is het donker. Er is niemand. We brengen onze glazen bier en wijn naar buiten en gaan aan een tafeltje zitten. We hebben nog heel wat weg te slikken die avond…….

Vier jaar later zullen we weer naar ‘onze jongens’ kijken, die dan niet zo ver zullen komen als in 2010, maar er toch weer heel dichtbij komen. We kijken in een Amerikaans plattelandsziekenhuis naar de wedstrijden Nederland–Australië en Nederland-Chili. Lione is plotseling opgenomen in het kleine ziekenhuis met serieuze klachten en de vriendelijke staf van het hospitaaltje helpt haar nu bij haar herstel. Nederland kan daarbij ook helpen. Het gaat goed met de jongens en Lione komt langzamerhand weer in deze wereld. Ze volgt alles nauwkeurig en blijmoedig ondanks haar ellendige situatie. Als het verplegend personeel de kreet “YES! YES!’ uit haar kamer hoort komen, rennen ze geschrokken naar haar toe. Als ze zien dat Nederland gescoord heeft, zijn ze opgelucht. Artsen en verplegend personeel leven mee met the nice dutch lady, en ook de volgende dagen prijzen zij de daden van het kleine landje overzee. Als Oranje de troostfinale tegen Brazilië met 3-0 wint, zijn wij al weer op weg naar huis.

Het zou wel eens een hele tijd kunnen duren voordat we onze jongens weer op dit niveau aan het werk mogen zien. Misschien moeten we deze zomer dan toch maar op pad, op zoek naar de kroeg waar we in 2022 naar de finale kunnen kijken. Nederland – Brazilië, 3-0. Nog een keer. Het moet kunnen. In een mooie Braziliaanse strandbar onder de wuivende kokospalmen misschien? We keep on dreamin’….