Munster
Twee Hollanders in den vreemde
ROBBEN, ROBBEN! YES, YES! NOOOOOO. Regelmatig gil ik het uit. Er is veel geroezemoes in de stampvolle kroeg maar mijn stem komt er met gemak boven uit. De Ieren, beleefd als ze zijn, kijken nog nèt niet misprijzend, maar een glimlach voor zoveel Nederlands enthousiasme kan er nu ook weer niet vanaf. Het is de avond van de finale WK voetbal. Robben is zojuist doorgebroken maar heeft het niet kunnen afmaken. We bevinden ons in een drukke pub in het centrum van het kleine provinciestadje Macroom, graafschap Cork, in Ierland.
Die zondag dwalen onze gedachten, terwijl we door het glooiende landschap van de streek Munster rijden, al regelmatig af naar the match. Aangekomen in Macroom, waar we zullen overnachten, hebben we dan ook meteen al enige research gedaan. Wat is een gezellige pub, en belangrijker nog, staat er een groot TV-scherm? Pubs die aan dergelijke kwalificaties voldoen vind je in elke Ierse plaats binnen één minuut. En zo namen we een half uur voor aanvang van de wedstrijd plaats aan een strategisch gesitueerde hoge tafel met krukken, vlakbij het grote scherm. Eten besteld, drank besteld, en onze oranje Wuppie en de Nederlandse leeuw duidelijk zichtbaar op onze tafel neergezet. Men zal weten dat we Nederlanders zijn en dat er maar één gaat winnen vanavond. Collectieve gekte houdt niet op in Holland, die draag je met je mee, waarheen je ook reist, ook al ben je met twee Nederlanders ver in de minderheid. De pub stroomt vol. De Ieren maken zich op voor een gezellige avond, zoals altijd. Het maakt hen niet uit wie er wint, may the best win.
Onder de eerste helft krijgen we nauwelijks een hap van ons eten door onze kelen. Dan maar wegspoelen met wijn en bier. We gillen bij bijna ieder moment. De Ieren zijn rustiger en een enkeling knikt ons bemoedigend toe. Een enkel applaus voor een fraaie actie, aan beide zijden, dat wel. Maar gaandeweg de wedstrijd beginnen ze steeds vaker te lachen naar en om die gekke Hollanders. In de verlenging zitten we inmiddels in een roes, hoewel de drank daar ook debet aan zou kunnen zijn. We voelen ons wel thuis in deze oergezellige ambiance en ons commentaar klinkt luid en duidelijk door de kroeg. Een letterlijke weergave van dit commentaar lijkt me niet gepast op deze plaats….We springen op, we schreeuwen en we gaan weer zitten, om even later weer op te springen.
Dan het fatale moment, 4 minuten voor tijd. Het is zo’n moment waarop je eigenlijk niet weet of je eigen angst op het scherm wordt geprojecteerd of dat dit de ongelooflijk harde waarheid is. Wij ontwaken snel. De Ieren, die onpartijdig zijn, klappen luid en lang bij het Spaanse doelpunt. Niet omdat ze tegen Nederland zijn, maar omdat de game nu beslist is. Er is een kampioen en dat vinden ze een applaus waard. Het is als een mokerslag. Zelden hebben we ons zo alleen gevoeld tussen tientallen joelende Ieren, op een moment dat Nederland ten onder gaat. Het snijdt door onze ziel. Tranen springen onzichtbaar in onze ogen. Weg gezelligheid, weg feest, de realiteit kent geen genade.
We overwegen om onze Wuppie en de Leeuw meteen maar van onze tafel te halen. Maar dat valt misschien te veel op. Sportief blijven. We rekenen snel af, de Oranje gadgets verdwijnen soepel in onze tas. Dan, bij het verlaten van de kroeg, schudden Ieren ons de hand. Het vergoedt nauwelijks iets. De taxichauffeur, die we voor de zekerheid van te voren maar besteld hebben, is een jongeman van nauwelijks 20 jaar oud. Hij scheurt in de stromende regen met 120 km per uur over de bochtige smalle donkere weg naar ons guesthouse. Niet ongevaarlijk dit ritje, maar het deert ons niet. We zijn nog te ver weg. Ver weg van Holland, we verwerken de klap alleen…… Als we bij het guesthouse komen is het donker. Er is niemand. We brengen ons bier en onze wijn naar buiten en gaan aan een tafeltje zitten in de regen, die inmiddels in een fijne motregen is overgegaan. We hebben nog heel wat weg te slikken die avond…….