Griekenland Peloponesos: klassieke oudheid
Griekenland Peloponesos: klassieke oudheid
In 2016 worden de Olympische Spelen in Brazilië gehouden, en elke vier jaar daarna in een ander gastland. De oorsprong van deze spelen ligt echter in Griekenland, vele eeuwen terug. Dit – en nog veel meer – ga ik ontdekken tijdens mijn reis door het klassieke Griekenland.
We vliegen heel vroeg in april naar Athene, waar we meteen doorrijden naar ons hotel aan de Marathonkust, een half uurtje rijden vanaf de luchthaven. Onderweg zien we het standbeeld van de “marathonloper” op de weg die in 490 v.C. de eerste marathonloper ooit heeft afgelegd. Een Griekse soldaat moest de koning in Athene vertellen dat ze de strijd tegen de Perzen bij het dorpje Marathon gewonnen hadden en rende die hele afstand – inderdaad 42,195 km – in één stuk. Na zijn bericht doorgegeven te hebben, viel de soldaat dood neer. Na deze eerste marathon zijn er nog vele gevolgd, gelukkig met minder fatale afloop voor de deelnemers!
De volgende dag rijden we eerst naar het Kanaal van Korinthe. Dit kanaal is in de rotsen uitgehakt en scheidt de Peloponnesos van het vaste land van Griekenland. Het is een spectaculair gezicht om vanaf de 70 meter hoge brug te zien hoe een groot schip nét passend door dit kanaal vaart. Ook bijzonder is de kleine brug iets verderop, die – wanneer er een schip passeert – niet omhóóg gaat, maar die men laat zakken ónder water, zodat het schip er overheen vaart. Met als gevolg dat als de brug weer boven water komt, er allemaal visjes op liggen te spartelen!
We vervolgen onze weg naar Epidaurus, waar het best bewaarde amfitheater van Griekenland ligt. Het is beroemd om zijn zeer goede akoestiek: als het stil is in het theater, kun je tot bovenin een muntje in het zand beneden horen vallen! In het theater passen 14000 toeschouwers en tot op heden worden er in de zomer opera’s en concerten gehouden.
We slapen vannacht in Tolo, een badplaatsje aan de oostkust van de Peloponnesos.
In de vroege ochtend rijden we de volgende dag naar Olympia, waar in 776 v.C. de eerste Olympische Spelen plaatsvonden. Deze werden gehouden ter ere van de oppergod Zeus en waren een symbool voor de eenheid van de Grieken. In die tijd duurden de spelen slechts één dag en er was ook maar één onderdeel - de sprint. Op de goed bewaard gebleven baan in het stadion is nu nog de marmeren startstreep te zien! In de jaren erna werd het programma uitgebreid en duurden ze vijf dagen. Nu zijn slechts de overblijfselen van de gastenverblijven, de oefenruimtes en allerlei tempels te bewonderen.
De volgende dag verlaten we de Peloponnesos en gaan we met de ferry naar Delphi op het vasteland. Voor de oude Grieken was deze plaats de “navel van de wereld” en hier stond de tempel van het orakel van de god Apollo. Zonder dit orakel te raadplegen, werd er geen enkele belangrijke staatsbeslissing genomen in die tijd. Het orakel bevond zich in de tempel; hier zat een priesteres – Pythia genaamd – die bedwelmd raakte door de rook van brandende laurierbladeren, die opsteeg uit een kloof in de tempel. Hierdoor sloeg zij onsamenhangende geluiden uit en andere priesters vertaalden dit naar een antwoord op de gestelde vraag. Dit antwoord was meestal vrij cryptisch, wat de duidelijkheid niet ten goede kwam.
In de namiddag is deze gerestaureerde ruïne het mooist om te bezoeken, aangezien de zon dan prachtig op de achterliggende bergen schijnt, waardoor de ruïnes mooi oplichten. Zowel bij Delphi als bij Olympia is een museum waar de beelden te bewonderen zijn, die hier vroeger gestaan hebben.
De volgende dag gaan we op weg naar Kalambaka, wat “zwarte stad” betekent. We begrijpen direct waarom: overal steken donkere rotsen wel 300 meter boven het landschap uit en op een aantal van hen liggen als vogelnesten de kloosters van Meteora. Dit betekent zoveel als “zwevend tussen hemel en aarde”. Er waren ooit 24 kloosters, waarvan de meeste nu ruïnes zijn. Maar vijf van hen verkeren nog in een goede staat en zijn zelfs bewoond! Wij hebben er twee bezocht – Agios Nikolaos en Agios Stefanos – beide met prachtige iconen en fresco’s. Vóór de jaren vijftig moesten bewoners én bezoekers met een groot net aan een haak omhoog getrokken worden. Nu is er gelukkig een trap, wat een bezoek minder spectaculair, maar wel eenvoudiger maakt! Voor mij was dit zeker een hoogtepunt van de reis, mede door de schitterende omgeving.
Op onze voorlaatste dag rijden we terug naar Athene, waar de grote trekpleister de Acropolis is. Deze kalkstenenrots rijst ruim 80 meter boven de stad op. De naam betekent dan ook “hoge stad” en op deze rots staan nog de resten van een aantal gebouwen uit de oudheid. Als eerste staat hier de tempel van Nike- de godin van de overwinning. En ook het Erechteion – de tempel met de zes vrouwen die het dak ophouden - staat op deze rots. En tot slot staat hier het meest bekende gebouw, het Parthenon, met zijn vele uit marmer gebouwde zuilen. Het is verplicht om deze archeologische plek met een gids te bezoeken en deze vertelt veel over de tempels en hun geschiedenis. Na de ochtend op de rots te hebben doorgebracht, smaakt de lunch bijzonder goed op een terras op de Plaka. Dit zijn een wirwar van straatjes, tavernes en winkeltjes onder de Acropolis. Na deze heerlijke lunch rijden we naar de luchthaven voor onze vlucht terug naar huis. Nog vol van alle indrukken en in het bijzonder van alle verhalen, landen we op Schiphol, waar het onverwacht net zo heerlijk warm is als in het mooie Griekenland!