De zeekomkommer
Cote d'Azur,
Frankrijk
Terwijl je zou denken dat hij de aandacht amper waard is omdat hij meestal maar wat op de bodem lijkt te liggen, kan de zeekomkommer onverwacht gedrag vertonen. Als de tijd van voortplanting daar is, richt hij zich op vanuit zijn uitgestrekte positie en spuit hij zijn zaad het open water in. Het duidelijk zichtbare witte wolkje sperma bevrucht daarna eitjes die inmiddels ook zijn vrijgekomen in het water. Een nieuw leven kan beginnen. De larven leven eerst in het vrije water alvorens op de bodem terecht te komen en in het klein de vorm van de volwassen zeekomkommers aan te nemen. Wanneer je dit ziet merk je dat de zeekomkommer toch niet zo saai is als je zou denken.
De zeekomkommer behoort evenals zeesterren en zee-egels tot de stekelhuidigen. Kenmerkend voor deze soorten is de vijfzijdige radiale symmetrie, alhoewel dit bij de zeekomkommer wat minder duidelijk zichtbaar is. De soorten die je het meeste tegenkomt in de Middellandse Zee zijn de zwarte zeekomkommer, de veel voorkomende bruine zeekomkommer (holothuria stellati), en de holle zeekomkommer (holothuria tubulosa). De eerste soort, de zwarte, heeft een gele buik en witte stekeltjes. De bruine soort lijkt op de zwarte maar is bruin van kleur met donkere stekeltjes. De holle zeekomkommer is roodbruin tot paarsachtig van kleur en kom je vaak tegen tussen de algen en in het neptunusgras. Maar ook de holothuria polii en de holothuria sanctori tref je met regelmaat aan. Onderscheid maken tussen de verschillende soorten is niet eenvoudig. Voor identificatie moet je onder meer letten op de kleur van de buik, de vorm van de stekeltjes en hoe het dier aanvoelt, zacht of juist hard. Alle soorten hebben pootjes op de buik, in lange rijen, waarmee ze zich kunnen verplaatsen. In tegenstelling tot bij zeesterren hebben de voetjes van de zeekomkommer geen zuignapjes.
De zwarte zeekomkommer onderscheidt zich helemaal van de andere soorten door de buizen van Cuvier. Dit zijn lange kleverige witte draden die hij via de anus uitspuwt wanneer hij bedreigd of verstoord wordt. Deze schrikken een vijand af of plakken zich vast aan de aanvaller die daardoor in zijn bewegingen wordt belemmerd. Eventuele belagers detecteert hij dankzij fotogevoelige plekken op het lichaam die het verschil in lichtintensiteit aan hem doorgeven. Ze waarschuwen hem dus voor naderend onheil.
De bouw van de zeekomkommer is relatief simpel. Een bek aan de voorkant met daaromheen een aantal tentakeltjes die hem helpen om het eten naar binnen te brengen. Aan de achterkant zit de anus. Daar tussenin bevindt zich een zacht en kwetsbaar lijf met daarin onder andere darmen en geslachtsklieren. Afgezien van de buizen van Cuvier heeft het dier ook een ander effectief verdedigingsmechanisme: het gif holothurine. Deze stof zit op zijn huid en is gevaarlijk voor vele vissen. Mocht de zeekomkommer toch het slachtoffer worden van een beet en verminkt raken, dan is hij in staat om zichzelf op hele korte termijn te regenereren. Het lichaamsdeel groeit gewoon weer aan. Sommige soorten kunnen zich zelfs in tweeën splitsen en verder gaan als twee individuen.
De zeekomkommer voedt zich met allerlei organisch afval en kleine diertjes die op de bodem leven. Al grazend trekt hij over deze bodem en neemt zand tot zich van waaruit hij zijn voedsel filtert. Het zand scheidt hij weer uit via de anus in de vorm van langgerekte uitwerpselen. Hij is dan ook de stofzuiger van de zeebodem en de hoopjes zand die hij achterlaat verraden de route die hij aflegt.
Soms heeft de zeekomkommer een ongewenste gast in de vorm van de parelvis (carapus acus). Deze kruipt via de anus in zijn darmen. Opmerkelijk hierbij is dat een jonge parelvis met de kop als eerste naar binnen gaat en een volwassen vis eerst met de staart. ’s Nachts verlaat dit visje de darmen om in zee op zoek te gaan naar voedsel. Ook andere kleine diertjes vinden een onderkomen in de buurt van de zeekomkommer of leven tussen de uitstulpingen op zijn huid, redelijk veilig voor grotere vissen.
Zeekomkommers kom je tegen vanaf geringe diepte, dicht bij het strand maar ook wat verder uit de kust. Ook op de grootste diepten vind je deze bewoners terug. Daar vormen ze zelfs het overgrote deel van de levende wezens.