Wremen, een overdaad aan blubber
Duitsland
De haven van Wremen is er één met een mooi verhaal uit de oude doos. De haveningang begint zowat in de Weser en wordt keurig met prikken gemarkeerd. De aanloopgeul slingert zich door een dikke laag blubber. Rode prikken moeten aan stuurboord gepasseerd, groene aan bakboord. Ooit hadden we ons wat vergist. Het was al afgaand water en prompt kwamen we droog op die immense blubberberg. Gestand in het zicht van de haven ... . Daar leer je wel weer van, dus dit jaar hielden we ons aan de wetmatigheid en dan bereik je de kade. De haven is niet groot. Er hebben 5 garnalenkotters een vaste ligplaats, en dan zijn er wat ligplaatsen voor kleinere pleziervaart. Als groter schip wordt je hartelijk ontvangen. In overleg met die ene visser wordt wel gevraagd of het schip nog een paar meter kan worden verlegd.. De man verwacht zijn collegae met het nachtelijke hoogwater terug in de haven, en ze hebben ruimte nodig om te kunnen manouvreren. Zijn kotter drijft nog, maar wij zitten al bijna aan de grond. Het is afgaand water, dus veel tijd is er niet. We maken los, varen een paar meter, maar aan de kant komen lukt niet meer. Met laagwater blijkt de blubberbult onder ons schip nogal steil en het schip hangt al gauw in de lijnen. We slapen op een hellend vlak. Bij de jachthaven is dat niet anders. Ook daar liggen de scheepjes met laagwater niet recht. De volgende ochtend wil je dan wel weer het ruime sop op. De vier vissersschepen liggen buiten te wachten op genoeg water in de priel. Haast hebben ze niet. Uitgaande schepen krijgen vrij baan. De priel is ook wel erg smal om elkaar daar te passeren. Bovendien zijn de wanden steil, een meter of twee hoog. Wremen heeft zijn eigen mores, en misschien is dat het vooral wat de haven zo bijzonder maakt.