In het prachtige en rumoerige centrum van Antwerpen staat een huis dat vroeger niet in het centrum stond. Het lag nog wat afgelegen toen de schilder Peter Paul Rubens het in 1610 kocht. Maar de stad groeide langzaamaan naar het huis toe en vier eeuwen later is het nu omringd door andere schoonheid en veelvoudige moderniteit.

Dat Rubens een groot kunstenaar was, dat weten ook velen buiten België. Hij leefde van 1577 tot 1640 en liet prachtige werken na. Maar dat het huis waar hij dertig jaar lang woonde en creëerde zelf een kunstwerk is, ontdek je pas wanneer je in Antwerpen bent. Hij kocht het na een lang verblijf in Italië en de invloeden die hij opdeed in dat land zie je terug in de woning die hij geheel liet verbouwen. Het ziet eruit als een paleisje uit de Renaissance. Je treedt binnen via een hoofdpoort, naar een binnenplaats waarvan de versieringen en beelden fenomenaal zijn. je keert terug in het verleden en bevind je ineens in het oude Italië. Wanneer je onder de portiek doorloopt bevind je je in de tuin, die weliswaar omgeven is door moderne gebouwen, maar die doet begrijpen dat dit ooit een oase van rust moet zijn geweest. Recht voor je, aan het einde van een pad in deze vredige omgeving, staat een tuinpaviljoen dat door Rubens zelf is ontworpen en dat is voorzien van prachtige beelden.

De kunstige rondgang gaat door ín het huis van de meesterschilder, zoals hij vanaf zijn twintigste jaar al werd genoemd. Je kunt er onder meer de ingerichte eetkamer bezoeken, een slaapkamer, en ook de kunstkamer, waar Rubens als collectioneur zelf zijn privé verzamelingen bewaarde.

In een grote ruimte op de begane grond, het Atelier, werd veel van zijn werk gemaakt. Niet alleen door hemzelf maar ook door collega’s en leerlingen, maar wel altijd met het Rubens keurmerk dat garant stond voor kwaliteit. Hier hangen nog steeds grote werken zoals ‘Neptunus en Amphitrite’ van Jacob Jordaens die eerst werd beïnvloed door Rubens maar op den duur een eigen stijl wist te ontwikkelen. ‘Hendrik IV in de strijd om Parijs’ is een doek van de meester zelf en geeft goed aan dat hij ook een begenadigd historieschilder was. Eveneens prachtige schilderijen van hem zijn ‘De heilige Sebastiaan’ en ‘Adam en Eva’. Het is hier allemaal te bezichtigen, tussen doeken van tijdgenoten.

Tijdens de rondgang krijgt de bezoeker een map te leen met informatie over de verschillende kunstwerken. Zo lees je dat bevelhebber Sebastiaan ter dood was veroordeeld in het oude Rome omdat hij christen was, maar dat hij zijn executie overleefde. Zo ontdek je welke machten Neptunus had. Het is niet alleen kunst waar het om draait in het museum, maar ook geschiedenis.

Na zijn dood werd Rubens begraven in de Antwerpse Sint-Jacobskerk. Zijn huis onderging een aantal veranderingen totdat het in de 20e eeuw aan een grondige restauratie werd onderworpen. In 1946 werd het een museum: het Rubenshuis. De balie voor tickets en informatie is een tijd geleden buiten het museum geplaatst om geen geweld meer te doen aan de authentieke sfeer die er hangt. Met de gezellige binnenstad volledig om je heen is het Rubenshuis een culturele, waardevolle en verrassende ontdekking.

[Mijn afgelopen 25 foto's hier op Columbu zijn uit 25 verschillende landen. Ik probeer daarmee wat extra variatie te creëren].