300 Meter Dichter Bij De Hemel
300 Meter Dichter Bij De Hemel
Daar sta ik dan naar boven te gapen. De avond valt en het Potala Paleis in Lhasa, Tibet is magnifiek verlicht. Voor het eerst tijdens mijn reis schieten mijn ogen vol. Dit gebouw straalt een onbeschrijfelijke macht uit, helaas uit vervlogen tijden. In 1959 werd de Dalai Lama verdreven uit het paleis, hij vluchtte naar India, waar hij nog steeds woont.
Bovenop het paleis zijn Chinese vlaggen geplaatst waarmee de Chinezen willen zeggen, ‘wij zijn hier de baas!’. Deze gedachte komt automatisch bij je op als je er naar kijkt vanaf het Potala Palace Square, ook al van Chinese makelij. Op dat plein staan geeft een kick van jewelste. Het plein is vanuit het stadscentrum alleen te benaderen via een tunnel onder een drukke verkeersader door. Ik voel me een oude man na het afdalen en bestijgen van twee trappen maar het zicht is het meer dan waard.
Op onze eerste avond in Lhasa sta ik in één van de vele openbare toiletten als ik vanaf het plein gezang hoor schallen. Terug op het plein zie ik een grote kring van Chinezen die dansen op de traditionele muziek die uit de speakers rondom het plein knallen. Ik ga in het midden van de mensen staan, net als vele anderen. Het is een verademing om deze mensen zo eensgezind te zien. Het straalt een eenheid uit waarvan ik besef dat ik die in Europa nooit heb gezien. Ik kan tranen moeilijk onderdrukken. Ik ben na een paar uur al verknocht aan Tibet.