West Tarai

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

West Tarai image

West Tarai

West Tarai
Nepal
Nienkekrook

Het Chitwan survival handboek

Het Chitwan National Park is het eerste nationale park in Nepal (1973) en staat sinds 1984 zelfs op de Werelderfgoed lijst. Dit laatste zal -niet op de laatste plaats- te maken hebben gehad met een gebied van ruim 900 vierkante kilometer, gevuld met sappige neushoorns, blitse beren en tijgers met moderne patroontjes, waar een iets te enthousiaste koning met de tong uit de mond als een malle achteraan begon te rennen met zijn geweer.
Van de 800 neushoorns die er in 1950 nog waren, waren er namelijk tien jaar later nog maar 95 over. Geen idee hoe dat toch kon… en ondertussen stond het hele paleis vol met bijzonder gevormde paraplubakken en kleedjes met hoofden eraan voor de open haard.
Het is haast een wonder te noemen dat we op zo'n groot gebied überhaupt nog een wild beest gezien hebben tijdens ons driedaags verblijf in het park, maar we hadden tijdens onze eerste 'jungle walk' toch al gelijk beet.

Heel even hadden we het idee dat we grandioos in de maling werden genomen, dat moet ik toegeven. De twee parkwachters die, compleet in camouflagepak gekleed en gewapend met grote, lange stokken, voor ons uit liepen, stopten bij ieder klein geluidje en keken ons vervolgens aan met een blik alsof we op het punt stonden bij de kruin te worden gegrepen, de lucht in geslingerd en te worden verscheurd door een hongerige Tyrannosaurus Rex. Wij speelden het spel natuurlijk zo goed mogelijk mee en keken op de door hun aangegeven moment verschrikt om ons heen, elkaar alvast de liefde verklarend mochten we het einde van het bos niet halen.
De parkwachters, die allang door hadden dat we werkelijk geen flauw idee hadden wat we aan het doen waren, riepen ons bij elkaar en gaven op fluistertoon instructies wat we precies moesten doen in het geval we een van de wilde diersoorten tegen het lijf zouden lopen.

Bij een ontmoeting met een 'sloth bear' (wij noemen dit een 'lippenbeer', een soort bruine beer met een lange, lichte neus) moesten we allemaal in een groepje gaan staan en doen alsof we één grote beer waren. Nou heb ik ooit op toneelles geleerd een gebakken ei na te doen, maar de les waarin we beren imiteerden heb ik waarschijnlijk gemist, want ik kon het niet voor me zien hoe die beer dat in hemelsnaam zou geloven. Daarnaast staat de sloth bear erom bekend een van de weinige diersoorten te zijn die in de aanval gaat zonder enige vorm van uitlokking en omdat wij in ons groepje een Duits meisje hadden dat het een goed idee leek een jungletocht in knalrode outfit te maken, schatte ik onze kansen niet hoog in.
De rest van de overlevingstips van de parkwachters stelden ons nauwelijks meer gerust. Bij de ontmoeting met een tijger was het volgens hen het beste om langzaam achteruit te lopen (ik dacht altijd dat het bij het identificeren van een lichaam handiger was als ze nog je gezicht hadden, maar kennelijk loop ik achter op die informatie) en bij het zien van een neushoorn konden we maar het beste in een boom klimmen. Het enige nadeel daarvan is dan wel weer dat als je een beer én een neushoorn op hetzelfde moment tegen zou komen, het in de praktijk vrij lastig blijkt te zijn als groep een beer te imiteren op drie meter boven de grond. En daarbij schijnen de sloths ook bijzonder goed te kunnen klimmen, dus kun je jezelf het ritje naar boven en de daarop volgende afgang ook maar beter besparen.

Ik weet niet of het met de lokale wildlife zo was afgesproken, maar precies op het moment dat de wachters klaar waren met vertellen over onze mogelijke uiteindes (respectievelijk vertrapt, heel erg vertrapt, verscheurd, gevierendeeld, onherkenbaar verminkt, aan één been uit een boom gesleurd en door een hele berenfamilie op brood gesmeerd), hoorden we een angstaanjagend gebrul uit de bomen voor ons komen. Met de nekharen omhoog zagen we aan hoe op nog geen 10 meter afstand een bruine vacht tussen het gebladerte doorschoot, gevolgd door een zwaar gedender van twee paar neushoornpoten die blijkbaar door de struiken renden.
'Oh ja', zei de gids toen we zaten uit te hijgen in een enorme, omgevallen boom. 'Die mogelijkheid is er natuurlijk ook, dat je een beer en twee mannelijke (en dus vechtende) neushoorns tegenkomt. Laten we maar gewoon zo stil mogelijk zitten en wachten tot ze weggaan'.

We vroegen ons, toen we na een half uurtje weer naar beneden mochten, toch stiekem even af of de schimmen die we even ervoor zagen niet gewoon een van de andere parkwachters met een berenvelletje om geweest waren. Of ze elke groep toeristen standaard een boom in jagen, een half uur laten zitten en terug laten komen met stoere verhalen tegenover de andere gasten van het resort.
Na een kwartier lopen kwamen we aan bij een grote rivier en daar wisten we gelijk dat we alles behalve in de maling genomen waren. Midden in het water zagen we, door het gebladerte heen, maar overduidelijk een grote, dikke, tevreden neushoorn een bad nemen. Hij leek zich niets aan te trekken van zijn publiek en ging rustig kopje onder, kwam weer boven en bewoog vrolijk met zijn kleine oortjes alle kanten op.
Onze monden vielen open en waar vroeger op dit moment het geluid van tientallen geweren geklonken zou hebben, was het enige dat wij schoten plaatjes…......... heel veel plaatjes.