Roodkapje
Honshu centraal,
Japan
Dit beeld zag ik vlakbij de Zenkoji tempel in Nagano.
Over het rode mutsje en slabbetje heb ik een verhaal van internet gehaald:
Waar je ook gaat, of het nu op het platteland is of midden in Tokyo, op drukke kruispunten, bij stations, in tempelcomplexen en begraafplaatsen, langs de weg of langs wandelpaden; overal zie je gezellig aandoende stenen beeldjes met een rood kapje of een rood slabbetje.
Het betreft hier een verbeelding van Jizō, de bosatsu (bodhisattva) die samen met Kannon, de Godin van Genade, de brug slaat tussen ons mensen en boeddha. Een bodhisattva is een persoon die door zijn of haar goede daden en leefwijze de verlichting heeft bereikt, maar ervoor gekozen heeft om op aarde te blijven en alle mensen te helpen dezelfde staat van verlichting te bereiken. Bodhisattva’s zijn dus lichtende voorbeelden, en gelijken de heiligen in de katholieke traditie.
Het boeddhisme kent talloze bodhisattva’s, maar in Japan zijn het vooral Jizō en Kannon die in het dagelijks leven worden aangeroepen.
Net als onze Roodkapje is Jizō een aangenaam mens dat het beste voorheeft met degenen die ziek of zuchtig zijn. In het geval van Roodkapje betreft het haar bedlegerige grootmoeder. Jizō zorgt vooral voor kinderen. Zieke kinderen moeten vooral beter worden en als dat onverhoopt niet lukt, is het Jizō die de overleden kinderen tijdens hun periode van overlijden en wedergeboorte behoedt. Kinderen zijn namelijk door hun korte periode op aarde nog niet in staat geweest om voldoende goed karma te vergaren om een volgend leven gegarandeerd iets beter te laten verlopen. Ouders offeren aan Jizō door middel van een mutsje, kapje of manteltje in de hoop dat Jizō op zijn beurt hun kind behoedt. De kleur rood verwijst mogelijk naar een traditie in de Asuka periode (522-645 AD) waar kinderen met ziektes als waterpokken in rode kleren gekleed werden om ze te onderscheiden van andere kinderen.