Deze vrouw in de plaats Simanindo op het eiland Samosir in het Tobameer kijkt wat verveeld uit het raam van een Toba Batak-woning en slaat gade wat zich in haar directe woonomgeving afspeelt. Uit haar non-verbale communicatie lijkt het erop alsof ze niet content is met wat ze ziet. De traditionele Batak-woningen kenmerken zich door fraai beschilderd houtwerk met allerlei motieven en patronen. Zo'n huis is gebouwd op palen. De eerste verdieping begint anderhalf à twee meter boven de grond. Dit heeft verschillende redenen. Volgens het animistische geloof zijn de goede geesten letterlijk verheven boven de kwade geesten: een verdieping hoger dus en de boze geesten horen daarom dus onder het huis. De ruimte onder het huis is ook de plaats voor het vee. Het huis heeft één opening aan de voorkant en één aan de achterkant. Op deze manier is het dus ook minder toegankelijk voor ongewenste bezoekers.