Zwarte tanden door betelnoot
Lombok en Gili,
Indonesië
Veel mensen in Indonesië kauwen op de betelnoot, de steenvrucht van de pinangpalm (betelnootpalm), een boom die in het gebied van Zuidoost-Azië en de Stille Zuidzee voorkomt. Betelkauwers rollen een stukje betelnoot samen met een beetje kalk in een betelblad. Door de kalk komen er alkaloïden vrij, die een opwekkende werking hebben. Soms worden er kruiden, tabak of zoetstoffen aan toegevoegd om de smaak te versterken. Dit mengsel bevordert de speekselvorming en kleurt het speeksel bloedrood en men krijgt er zwarte tanden van.