Indonesië
deel 4
Op onze weg terug is het voor Adi tijd om weer te vertrekken en hier scheiden onze wegen. Ik vertrek met bernard, mijn chauffeur voor deze week, door de bergen naar de volgende stad. Het landschap wat eerst zo droog en dor was veranderd langzaam in een meer groenere omgeving en ondanks dat het een rit is van een uur of vier kijk ik mijn ogen uit en verwonder mij nog steeds hoe de mensen hier kunnen leven. Hier en daar een huisje van bamboe gevlochten muren met een rieten dak en ook hier geen gas, geen licht, alleen houtvuur en de bekende aanblik van mensen op weg om onder andere water te halen. Aangekomen in de volgende stad is het al donker geworden. Ik check in in het hotel en ga na het bekijken van de foto’s slapen, het is al laat.
De volgende ochtend sta ik al weer vroeg op om samen met bernard op pad te gaan naar een andere bezienswaardigheid op Sumba. We gaan wederom een berg op om te kijken in een ander dorp. Het blijft bijzonder om te zien hoe hier de tijd stil is blijven staan. Ik maak foto’s van de omgeving, van het dorp en samen met bernard lopen we het dorp in. Hij kent hier ene Marthen die ook goed engels kan praten en ondanks dat mijn Indonesisch redelijk goed is is het ook wel even prettig om met iemand van het dorp te kunnen praten die engels praat. Soms kan je jezelf nou eenmaal makkelijker in een ander taal verwoorden. Het blijkt dat Marthen in de gelegeheid is geweest om te studeren op Java en hij heeft literatuur gestudeerd. Op dit moment is hij bezig met het schrijven van een boek over de sumbanese cultuur. En die is, al naar gelang ons gesprek vordert, bijzonder te noemen. Waarom dir zo bijzonder is is omdat iedereen in indonesie “agama” heeft. Agama is het Indonesische woord voor geloof en als je in Indonesie zegt dat je ongelovig bent snapt niemand daar iets van.
Of je moslim bent of christen doet er op de meeste plekken niet toe (op een uitzondering daar gelaten wat we helaas in het nieuws terug kunnen horen) maar ongelovig bestaat niet in de ogen van een indonesier. En toch, op deze plek op het eiland geloven de mensen niet. Ze gaan niet naar een kerk of een moskee. Het bijzondere is wel dat ze geloven zo “klein” te zien dat ze niet met god kunnen of mogen praten maar doen dat dan weer wel via de overledenen. Aan de geesten van de overledenen doen ze hun verhaal die dat dan weer doorgeven aan God. Een ander kenmerk voor deze mensen is dat de mannen moeten trouwen met de vrouw die uitgekozen wordt door de ouders maar dat is dan wel een vrouw uit hetzelfde dorp. Op mijn vraag wat er gebeurd als hij verliefd wordt op een vrouw buiten het dorp antwoord hij dat hij dat die vrouw nooit aan zou willen doen omdat hij wil blijven wonen in het dorp en de vrouw van buiten nooit geaccepteerd zal woorden door de gemeenschap. Waar ik zou denken “follow your heart” zegt hij eigenlijk “follow the tradition”.
iets anders bijzonders is ook dat hij eigenlijk niet wil dat er elektriciteit naar het dorp komt omdat ten koste zou gaan van de gemeenschap zoals ze nu leeft maar water uit een pomp zou meer dan welkom zijn zodat de vrouwen niet steeds de berg af en op hoeven om water te halen. Steeds meer realiseer ik me dat waar ik me druk over maak in mijn dagelijkse leven in Nederland eigenlijk helemaal niet zo belangrijk is als het lijkt. Na nog wat koffie te hebben gedronken bij de moeder van Marthen gaan we weer op pad. Dit keer rijden we ook weer richting een ander dorp wat we echter alleen kunnen bereiken door de auto achter te laten en de rivier te voet te doorlopen, gelukkig is het water niet hoog een wordt ik enkel tot aan mijn knieën nat. Bij iedere stap die ik in het water zet zie ik vissen wegschieten in het heldere water. Het water is zo helder dat je er door de warmte en van de dorst bijna in zou gaan liggen en het drinken maar dat is vast geen goed idee. Aangekomen bij het huis van de mensen die daar wonen worden we ook hier weer hartelijk ontvangen. Ik wordt ook uitgenodigd om hun huis van binnen te bekijken. Het is een soort van open huis van bamboe palen ook weer met een rieten dak maar dan tot bijna aan de grond. Als je binnen gaat is er een soort verdieping waar mensen kunnen rusten of zitten, daarboven is een ruimte waar de mensen ’s avonds samenkomen en verlicht door de olielampjes praten met elkaar. Een klein niveau hoger is er gelegenheid om te slapen en in de punt van het dak is een soort van etage gemaakt waar ze eten kunnen bewaren. Als we weer beneden komen is er koffie gezet en drinken we wat koffie met elkaar en praten wat. De mensen zijn zo ongelofelijk vriendelijk en op elke vraag die ik heb krijg ik antwoord. Natuurlijk zijn ze ook benieuwd hoe wij dat dan doen in Nederland en ze geloven hun oren niet. We woorden geroepen door een meisje in de verte. Of we komen eten. Het blijkt de de vrouw van hete gezin heeft gekookt en we gaan met zijn allen eten. Is dat een welkom of niet ? Als we hebben gegeten en nog wat hebben gepraat is het tijd om weer te vertrekken.