Indonesië
deel 2
Sumba oktober 2011,
Net aangekomen in mijn hotel en nog nauwelijks bijgekomen van de “cultuur schok” begin ik aan het verslag waarvan ik had beloofd het te gaan bijhouden op mijn blogpagina.
Aangekomen op het lokale vliegveld van Waingapu werd ik opgehaald door iemand die mij naar het hotel zou brengen waar ik Adi en mijn chaufeur zou gaan ontmoeten. Adi is een werknemer van een lokale hulporganisatie “Biru” die ondersteuning krijgt van Hivos en verantwoordelijk is voor het Biogas project in Sumba. Niet lang na mijn aankomst in het hotel arriveerde Adi en zijn voorstel was om direct op pad te gaan en te gaan kijken naar bijzondere plekken op Sumba en zo “gezicht” te geven aan wat de situatie is van de eiland bewoners en wat er op dit moment in gang is gezet om de bevolking ervan te helpen ontwikkelen. Goed plan ! ik kan niet wachten om te kijken wat dit stukje Indonesie te bieden heeft of liever gezegd, nodig heeft.
Omdat ik al jaren in Indonesie kom (ik ben getrouwd met een Indonesische vrouw en mijn schoonfamilie leeft in Jakarta) ben ik al redelijk op de hoogte van de mensen, de mentaliteit van de Indonesiers en dacht ik een redelijke inschatting gemaakt te kunnen hebben waar ik in terecht zou komen. Vanuit het vliegtuig kijkend op het eiland valt mij direct op dat de oostelijke helft van het eiland eruit ziet alsof ik boven afganistan vlieg in plaats van over “de gordel van smaragd”. De grond is droog en er groeit, op een enkel stukje groen na, helemaal niets. Op de grond is dat beeld nauwelijks anders. Tijdens onze rit valt me al direct op dat zodra je de “stad” uit bent terecht komt op plekken waar mensen en dieren nauwelijks kunnen overleven. De grond is zo droog dat als er gras op heeft gegroeid daar nu in ieder geval niets meer van te merken is, niet meer dan wat overgebleven droge stukjes hooi die je helpen herinneren dat hier ooit gras heeft gegroeid. Het vee wat hier, in vrijwel alle gevallen, los rondloopt is graatmager en zo ver je kunt kijken lijkt dit alles in niets op het Indonesie wat ik tot nu toe ontdekt hebt en wat je ook niet in de reisgidsen zult tegenkomen, zelfs als je op internet zoekt op Sumba, Indonesie zie je dit soort plaatjes niet. Je kunt kilometers rijden op de weg of iets wat ooit een weg is geweest zonder ook maar een stukje groen te ontdekken. De mensen die er leven, leven er verspreid in traditionele Sumbanese huizen die er uit zien als een houten fundering, een paar palen er omheen en een rieten dak. Wanneer je verder doorrijdt zie en merk je dat de bevolking probeert plekken te zoeken waar ze kunnen leven. Dat zijn de plekken die er vanuit het vliegtuig gezien uitzagen als stukjes groen. Dit zijn de stukken grond waar wel water aanwezig is in de vorm van een riviertje of waar mensen een waterput hebben en met dat water de grond kunnen bewateren. Overigens moeten ze in veel gevallen vaak kilometers lopen of de berg af om met jerrycans water te halen. Langs de weg zie ik soms enkele kinderen lopen waarvan ik me afvraag wat hun toekomst is en terwijl ik dat denk komen de tranen in mij op. Wat ben ik een verwende toerist en wat hebben wij het goed … Wij klagen over het weer, worden chagrijnig wanneer de benzine prijzen weer zijn gestegen en de begroting van het kabinet voor volgend jaar (en waarschijnlijk nog wel iets langer ook) er niet al te rooskleurig uitzien terwijl de mensen hier nauwelijks iets hebben. Overigens heb ik niet het idee dat ze er ongelukkig onder zijn. Dit is hun situatie, hier zijnn ze in opgegroeid. Tegelijkertijd vraag ik me af en wordt ik boos waarom Hivos mij hierheen stuurt en ze het geld beter hadden kunnen gebruiken voor ontwikkelingshulp en daar maakt Adi mij “wakker” en laat weten dat wanneer je geld geeft aan de mensen dit waarschijnlijk verdwijnt. Verdwijnen in de zin van het geld opmaken aan eten en vervolgens wederom niets meer hebben en het leven uiteindelijk niet veranderd. Het antwoord op mijn vraag waarom Hivos mij dan stuurt in plaats van het geld te besteden aan ontwikkeling is simpel volgens Adi. Met de foto’s die ik maak en zullen worden gepubliceerd kunnen we meer mensen bereiken en een beeld geven over het leven op Sumba waardoor en meer inkomsten kunnen worden bereikt en wellicht meer toeristen zullen komen naar Sumba wat ook weer zorgt voor meer werkgelegenheid en inkomsten. Duidelijk verhaal ! Nu snap ik weer waarom ik hier ben en kijk vol bewondering om mij heen hoe de mensen hier (over)leven. We zijn dus op weg, op weg naar een waterkrachtcentrale die is gebouwd om energie op te wekken zodat de mensen kunnen worden voorzien van elektriciteit. Elektriciteit lijkt misschien niet direct een van de eerste behoeften als je er snel over nadenkt maar als je nadenkt over de gevolgen die het heeft als je het niet hebt heeft het toch meer impact dan je zou denken.
Vee wat geslacht wordt en groente van het land zou zo langer bewaard kunnen blijven in een koelkast. Er zou ‘s avonds licht kunnen komen waardoor kinderen in de avond kunnen studeren (in Sumba is het elke avond om 18:00 uur al donker, 365 dagen per jaar). Er zouden pompen aangelegd kunnen worden waarmee ze water uit grond kunnen pompen en niet meer zo ver hoeven te lopen, het land kunnen bewateren en zo kan je nog wel meer bedenken waarom elektriciteit handig zou kunnen zijn.