Bangalore
Rondje om de kerk
Van basiliek tot tempel en van moskee tot kathedraal alle gebedshuizen zijn in Bangalore vertegenwoordigd. Vaak heb je niet eens door dat je een tempel of moskee passeert tot je over de schoenen struikelt die ze bij de deur hebben achtergelaten. Uit respect voor de aanwezige gelovigen gaan we meestal niet naar binnen en dat terwijl de deur eigenlijk overal gastvrij openstaat (in de kerk geboren zeker).
De St. Mary’s Basilica staat in het oude centrum van de stad. In de buurt van Russell Market, als het goed is hangt de geur van dat verhaal nog in je neus. Omringt door allemaal kleine straatjes met veel bedrijvigheid komt de klokkentoren van de basiliek nog maar net boven de met bumpers bedekte daken uit. De huizen zijn in de loop van de tijd bijna tegen de kerk aangebouwd. Het is er een komen en gaan van gelovigen, die in een lange rij vooruit schuifelen, wat ons door de metalen hekken meer deed denken aan de rij voor de achtbaan. Het blijkt om een beeld van Maria te gaan, die ze vanwege de enorme groei van de stad en de daarbij behorende hoeveelheid katholieken, buiten de kerk hebben geplaatst om de mis niet te verstoren. Op dat moment is er een mis bezig en het kleine kleurrijke kerkje barst bijna uit zijn voegen. Ook is er een processie aan de gang die we vol interesse bekijken, het zou ons niks verbazen als Sagayraju, onze chauffeur als overtuigd katholiek, ineens tussen de gelovigen opduikt (om ook even een duit in het ‘collecte’-zakje te doen).
Een kleine kilometer verder brengen we een bezoekje aan de St. Mark’s Cathedral, het contrast is enorm. Ook deze staat midden in het centrum van de stad, maar hier is het een (punica)oase van rust. Er is niemand, op 3 mannen na, die druk met elkaar in gesprek zijn, waarschijnlijk over wie aanstaande zondag de bel mag luiden (want wie de klok luidt, kan kerkgangers verwachten). Ik neem plaats in de kerkbank en kijk om me heen, geen overdadige versieringen alhier, St. Mark legt het wat dat betreft duidelijk af tegen St. Mary. Er liggen bijbels in het Engels en het Kannada (de taal van deze streek), ik blader een beetje en zag dat het goed was!
De oudste tempel troffen we op één van de Nandi Hills, de twee heuvels van ongeveer 500 meter hoog liggen ten noorden van de stad. Mooi bij zonsopkomst, zeggen ze, maar de zon is altijd een mooie beloning als je er vroeg voor uit je bed moet en dat bewaren we even voor een andere keer. De enorme massa die wél voor de zonsopkomst was gekomen komt langzaam van de berg af en wij sjezen met een noodgang naar boven, alsof we de zonsopkomst nog willen halen. Het uitzicht is absoluut de moeite waard, een beetje heiig, dat wel. Op de heuvel staat een oud vervallen fort met binnen het fort een schitterende, 850 jaar oude, tempel. Na even met m’n wimpers geknipperd te hebben, was de kogel door de kerk en kreeg ik toestemming voor het maken van een foto. Achteraf denk je dan altijd, waarom koos ik precies voor dit plaatje? En is hij ook niet scherp, zucht. Prachtig was het wel, de locatie en de geschiedenis die van de muren afspatte. Je kon gewoon voelen dat de tempel veel had meegemaakt.
Als we op de terugweg het Devanahalli Fort voorbijrijden, is onze aandacht direct gewekt. Volgens Sagayraju is hier niks te beleven en hij bevestigd hiermee weer dat we hem niet altijd op zijn bruine ogen moeten geloven. We zeggen natuurlijk niet op alles ja en amen en zijn blij dat we toch even gestopt zijn. Van het fort staan alleen de muren nog, met daarbinnen een klein dorpje met gemiddeld één tempel per inwoner. Van oud en vervallen naar rijk versiert met mooie kleuren. Voor elke dag van de week een andere tempel, de keuze is reuze.
Het geluid van de moskee, zo’n kilometer verderop, draagt ver genoeg om ons te kunnen bereiken.Voor de oproep voor het vrijdagmiddaggebed hoeven we ons hotel dus niet uit. Net zoals de kerkklokken in ons eigen dorp, gebruiken we het vooral om te weten hoe laat het is, maar dat is als vloeken in de kerk en de dader ligt natuurlijk op het kerkhof.