Bangalore
Good karma, bad karma
De gammele riksja hobbelt de stoep op, weet met moeite de rondslingerende schoenen en slippers te ontwijken en net als je denkt dat hij naar binnen schiet geeft de chauffeur een zwiep aan het stuur en komt hij abrupt tot stilstand. Je rekent af en voordat je goed en wel bent uitgestapt vliegt hij er alweer vandoor, jou in verwarring achterlatend, want waar heeft hij je eigenlijk afgezet?
Voor je doemt een immense tempel op, je kijkt omhoog, de gekleurde beelden op de toegangspoort trekken je aandacht. Tegen het felle zonlicht inkijkend bewonder je de gedetailleerde afbeeldingen en herken je de goden: Brahma, Vishnu, Shiva en Durga. Het wegdommelende oude vrouwtje bij de ingang is door de voorbij sjezende riksja weer klaarwakker. Ze zit in kleermakerszit bij haar kleurige stalletje, niet meer dan een omgekeerde doos tonen de bananenbladeren gevuld met geurende bloemetjes en vers fruit, een vlammetje wakkert in de wind. Ze lacht haar fietsenstalling bloot en toont je trots haar waar. Je gaat door de knieën en bekijkt de verschillende kunstwerkjes, met handen en voeten komen jullie tot een overeenkomst. Met je nieuwste aanwinst loop je naar het rek waar je (als brave burger) je slippers eenzaam en alleen achterlaat, iets wat de Indiërs blijkbaar totaal overbodig vinden en hun schoeisel op elke willekeurige plek deponeren. Al vloekend loop je door de poort, je tenen stotend tegen elke onregelmatigheid, snel kijk je om je heen of iemand het heeft gehoord. De serene rust binnen de tempelmuren valt als een warme deken over je heen, de drukte van de stad even helemaal vergetend.
De volgende beproeving dient zich aan als de hitte van de stenen doordringt tot je tere Hollandse voetzolen, snel ga je op zoek naar een stukje schaduw. Het kleine stukje schaduw op de binnenplaats van de tempel is net groot genoeg voor je tenen, al balancerend met je rug tegen de muur laat je de omgeving tot je doordringen. Je komt tot de ontdekking dat je minstens 10 meter bloedhete stenen moet overbruggen. Als door een wesp gestoken ren je zo elegant mogelijk de binnenplaats over naar de ingang van de tempel. Je hoort de Indiërs om je heen denken, watje! Watje of niet, de voetzolen moeten even bijkomen van de schrik, op hete kolen lopen is er niks bij. Eenmaal bijgekomen merk je dat je een deel van je offer mist en na een blik achterom herken je de bloemenketting die het oude vrouwtje met zoveel liefde heeft gemaakt, liggend in de zon, dichtbij dat kleine beetje schaduw waar je net vandaan kwam. Even laat je de schouders hangen maar besluit dan toch nog maar een keer heen en weer te rennen (Vishnu kan trots op je zijn).
Met een zwieper aan de tempelbel laat je weten dat je er bent. Bij de priester aangekomen hou je je vrije hand boven een vlammetje om hem vervolgens tegen het voorhoofd te duwen, de priester doopt zijn vinger in een roodgekleurd poeder, zet een stip op het voorhoofd en besprenkelt je met heilig water. Je bent klaar om de heilige ruimte te betreden. In het duister ontdek je het beeld van Ganesha, te herkennen aan de olifantenkop met 1 slagtand, 4 armen en een rat bij de voeten. De priester zal namens jou toetreden tot de Garbha Griha, het offer brengen en zijn gebeden opzeggen. Je duwt je handpalmen tegen elkaar en houdt ze voor je hoofd, sluit de ogen en bid tot de God Ganesha, de God van wijsheid en kennis, neemt hindernissen weg en beschermt de reizigers. Zonder offer, maar met tika op je voorhoofd geef je de bel weer een hengst en begeef je je naar de uitgang alwaar de hectiek eeuwig door gaat. Waar je leeft volgens de dharma, hoopt op een goed karma met als doel de moksha te bereiken en te reïncarneren als een beter mens of dier. Mits je je slippers hebt teruggevonden natuurlijk.