Shanghai: Een klein beetje Frankrijk
Shanghai: Een klein beetje Frankrijk
Nog niet zo lang geleden was China voor velen een gesloten land. Nu de grenzen openstaan, maakt het land een enorme verandering door. En na de Olympische Spelen van 2008 had China met World Expo dit jaar opnieuw een groot evenement op zak. Maar soms is het in China net alsof je in Frankrijk bent.
Drie bewakers staan voor me. Ze glimlachen vriendelijk en willen de inhoud van mijn tas scannen. Ook willen ze dat ik door een detectiepoort ga, want je weet maar nooit wat al die buitenlanders mee naar binnen nemen. Ik doe wat mij gevraagd wordt. Eenmaal aan de andere kant van de detectiepoort zegt één van de bewakers dat ik mijn tas moet openmaken. De scan was blijkbaar niet voldoende. Ik volg de order op en toon het bewijs dat ik niet van plan ben iemand neer te schieten of de boel op te blazen. Ik draag slechts een digitale camera, een notitieblok, een paar pennen, een flesje water en een bus deodorant met me mee. De bewaker vertrouwt het niet. Hij wijst naar het drinkflesje en vraagt wat erin zit.
“Water”, zeg ik, “om te drinken.”
“Test het”, zegt hij.
Ik neem een flinke slok en aangezien een abnormale reactie uitblijft, mag ik het flesje weer opbergen. De deodorantbus – in mijn tas omdat het weer de laatste weken erg warm en zweterig was – vertrouwt hij ook niet. Hij pakt de bus, leest de tekst die erop staat en vraagt wat dit voor moet stellen.
“Deodorant”, antwoord ik.
Hij kijkt me argwanend aan. Dan besef ik dat deodorant in China minder gangbaar is dan in Nederland. Ik pak de bus terug en doe net of ik het onder mijn oksels spuit. Dat is niet genoeg.
“Test het.”
Ongelooflijk. Verwachten ze serieus dat ik van plan ben een aanslag te plegen met een flesje water en een deodorantbus? En als ik dat al van plan was, zou ik dan werkelijk hier naartoe komen? Natuurlijk, dit gebouw heeft een grote politieke en historische waarde. Maar de waarde is vooral symbolisch; het is niet een plek om politieke gezagsdragers tegen het lijf te lopen.
Even later stijgt er een sterke, lichtzoete geur naar het plafond. Het volgende moment pakt de bewaker de spuitbus uit mijn hand, brengt die naar zijn neus en snuift de geur op. Even verwacht ik dat ik het gebouw word uitgezet en mijn gegevens in een computersysteem worden opgenomen, maar dat valt mee. De bewaker lacht naar me en bedankt me vriendelijk. Ik mag doorlopen.
Terug naar 1921
Al een paar weken ben ik in Shanghai, met ruim twintig miljoen inwoners één van de grootste steden van China. Tevens één van de modernste steden in het verre oosten en een stad die op dit moment – het is november 2009 – volledig op de kop staat. Overal is het geluid van drilboren, heimachines en hamers te horen, bijna wekelijks wordt er een nieuwe metrolijn geopend en in het zuiden van de stad wordt nog hard gewerkt aan het terrein van Expo 2010. Want de organisatie van de wereldtentoonstelling World Expo is dit jaar in handen van Shanghai en dat zullen we weten ook. Alles moet er voor de opening in mei piekfijn uitzien en dus is de stad omgetoverd in één groot bouwterrein. Ook bijna elk historisch gebouw staat in de steigers en nu ik door mag lopen van de bewaking, is het een verademing om eens geen bouwvakkers, bamboesteigers en hopen puin te zien. Ik ben in het Memorial for the First National Congres of the Communist Party of China, vrij vertaald: de plek waar de communistische partij haar eerste Chinese stappen zette. In het jaar 1921 kwam Mao Zedong hier met een groep gelijkgezinden naartoe om over de toekomst van China te praten. Ontmoetingen die het land in de daaropvolgende decennia blijvend zouden veranderen. Inmiddels liggen die communistische gesprekken alweer vele jaren achter ons en begint China steeds meer kapitalistische trekjes te krijgen, maar op deze plek wordt eer bewezen aan de geschiedenis. Het gebouw verkeert nog in uitstekende staat en valt met haar grijze en rode stenen op in het straatbeeld. In het gebouw, dat nu als museum fungeert, zijn vooral ondertekende documenten en oude foto’s van handenschuddende en lachende mensen te zien. Aardig voor de verstokte historicus, maar voor de gemiddelde toerist toch wat minder interessant. Wel is het bijzonder om een paar minuten in dezelfde ruimte te zijn als waar de communistische partij bijna negentig jaar geleden haar eerste vergadering had. De kamer ziet eruit alsof de hoge heren hier gisteren nog rondom de tafel zaten. Om het gevoel van historie nog wat dikker aan te zetten, zijn er wassen beelden neergezet van de mensen die destijds bij de vergadering aanwezig waren. Iedereen zit rondom een rechthoekige tafel, op één man na: de grote leider zelf. Mao Zedong staat rechtop en heeft duidelijk de aandacht van zijn toehoorders. Omdat zij zitten, moeten ze letterlijk tegen hem op kijken. Zou Mao destijds ook maar enig idee hebben gehad van alles wat vanaf dat moment in China ging gebeuren? Wat als iemand wist hoeveel problemen en ellende de culturele revolutie met zich mee zou brengen? Was dan geprobeerd de verandering tegen te houden? Of was dan alsnog dit traject gevolgd?
Helaas is dit verhaal te lang om hier volledig te publiceren. Maar gelukkig is er het boek 'Vandaag rijst, morgen rijst - Negentig dagen in China' waar de rest van het verhaal en nog 36 reisverhalen uit China in staan. Meer info op www.vandaagrijst.nl