We stoppen in Kasese, een vrij grote stad met zo'n 54000 inwoners. Het ligt ten noorden van Lake George en men logeert hier hoofdzakelijk om naar de Nationale Parken te gaan. In de stad zelf is niet zoveel te doen, denkt men.
Wij zijn gewoon gaan lopen (wel op hoofdwegen blijven, was de waarschuwing) en we kwamen in de kleermakersstraat terecht. Daar keken de dames ons heel vriendelijk aan, dus we waagden het erop om binnen te kijken bij hun atelier. De vrouwen hebben allemaal een lichamelijke beperking, dus het is moeilijk om zich fysiek in te spannen op het land. Daarom werken ze bij de stichting KADIWOD, een naaiatelier voor dames met een beperking.
Ze leren eerst kleding maken van papier voordat ze aan de echte stof mogen beginnen. Later zijn we nog meegegaan naar hun kantoor (in een achterafstraatje) en hadden daar een heel plezierig gesprek met de leiding van het project. Ze genoten van de foto's van onze familie die we hadden meegenomen en verbaasden zich erover dat de kinderen bij ons in een wagentje worden rondgereden. Dan moest je wel heel erg rijk zijn!
Niets te beleven in Kasese? Echt wel!