Mauritius
Mauritius
Zondag 4 april, was het dan zo ver: onder een fel tropisch zonnetje, blauwe hemel met af en toe een wolk, varend door blauw water als dat in het zwembad, kwam de noordkust van Mauritius eindelijk in zicht... Toch weer een geruststelling dat, kompas, sextant, log en GPS het nog naar behoren doen! Na 19 dagen op zee is de onderbreking aan de horizon van iets, wat eerst lijkt op donkere rotsen en uitgroeit tot frisgroene bergen, een aangename gewaarwording.
We passeren noordelijk het eiland, om volgens planning om 1600 uur langszij te gaan in Port Louis, de hoofdstand van Mauritius. Hier wonen 130.000 mensen tegenover 1,2 miljoen mensen op heel Mauritius. Wat direct opvalt is dat de reclame langs de weg in Frans is, maar verkeersborden Engels.. Iedere Mauritiaan spreekt Creools wat een lokale verbastering van Frans is, de voertaal is Frans, maar de staatstaal Engels. Makkelijk want zo vinden wij snel Caudan Waterfront, een toeristisch centrum wat nauwelijks leeft, want de echte Mauritiaan brengt de avond thuis door met familie. Het eiland blijkt overigens een grote familie te zijn, horen we later van een taxichauffeur, afstammend uit een tijd van slavernij. De mensen kijken je altijd in de ogen met een grote glimlach, vriendelijk en behulpzaam in alles. Ook hier hebben de Nederlanders een geschiedenis, want in 1598 vernoemt admiraal Wybrandt Warwyck het eiland naar prins Maurits.
Na een heerlijke wandeling en een paar biertjes de eerste avond moet er eerst nog wat gewerkt worden. Nu het schip stil ligt kunnen we een lek in het sewage systeem repareren, dit systeem verwerkt alle geproduceerde uitwerpselen aan boord.. Een leiding was helemaal doorgeroest.. moet een pittig scheetje zijn geweest..
Na een hele dag letterlijk in de shit ontvluchte ik met wat collega’s het schip in zwembroek en een tas vol wijn. De taxi bracht ons naar een strand; Flic en Flac genaamd aan de westkust. Hier aten en dronken we in een restaurant met zeezicht tot onze privé band geen Simon and Garfunkel meer wilde spelen en ons feestje zich voortzette op het strand. Mijn gevulde tas kwam goed van pas tot we de flessen konden vullen met post en er nu een Puapua zich zit te verbazen over die rare zeelui van de Stad Amsterdam. In slaap vallen op een strand was zo geen probleem, wakker worden echter iets pijnlijker, de zon was om 5.30 al op.. ik dus ook.. maar een duik in de zee maakte dat de roes redelijk snel verdween.. Tijd voor een ontbijtje. Er zijn veel hotels langs de kust en daar hebben we vervolgens ook erg goed ontbeten..
Voordeel van vroeg de dag beginnen is dat die ook lang duurt (toch pap?). Tijd genoeg dus om te genieten van het strand, zwemmen, kokosnoten te verorberen en plannen maken voor de dag. Een toeristenbureautje vertelde ons dat het aan de oostkant goed snorkelen was. Dat kwam goed uit, want ik wilde graag het binnenland zien, nu konden we die twee combineren door een taxi te regelen en daarmee zijn we het eiland van west naar oost overgesjeest. Het bleek de perfecte manier om het eiland in dit korte tijdsbestek te zien, heel veel rietsuiker, want dat is exportproduct 1. Naast kleine onverharde weggetjes, langs huisjes en tussen suikerriet van meer dan 3 meter hoog, reden we ook over de enige snelweg die noord en zuid van het eiland verbind. Mauritius is een vulkaan eiland, waardoor er een aantal hoge rotsen/bergen zijn, die hebben dan ook allemaal de mooiste namen, zoals de ‘King Kong’ (die lijkt –je raad het al- op King Kong) of de liggende dame, met een beetje fantasie kon je dat er ook echt uithalen.
Eenmaal aan de andere kant van het eiland, kwamen we bij Blue Bay. Hier hebben we eerst uitgebreid geluncht en het heetste van de dag ontweken. Met een gevulde maag op zoek naar de goedkoopste snorkelboot, want zwemmen vanaf de kust mocht niet, door de kuip van de boot kon je de mooiste vormen rif en vissen zien. Achter in de baai mochten we het water in om al snorkelend de verschillende soorten rif, visjes en vissen van dichterbij te bekijken, tijdens het watertrappelen kon je het rif soms aanraken. Ik moest in het begin nogal wennen aan het ademen door zo’n slurf en mijn waterdichte camera -die nu erg goed van pas kwam- viel halverwege uit, zodat ik moest terug zwemmen. Maar uiteindelijk waande ik me helemaal in de film Finding Nemo (ik heb hem echter niet gevonden..) met de mooiste kleuren en vormen. Na een uurtje moesten we het water uit en hebben we verder onze vrije dag gerespecteerd met luieren, ijsje eten en het ultieme vakantie gevoel creëren. Helaas verloor de zon het gevecht met de wolken en jaagde regen ons terug naar Port Louis. De taxichauffeur was gelukkig onverminderd vrolijk en met de radio op 10, handjes van het stuur zijn we gelukkig heelhuids terug aan boord geraakt. Daar genoten van een heerlijke douche na 24 uur zand tussen de billen.
vervolg => zie deel 2