De spannendste reis met de allermooiste eindbestemming
De spannendste reis met de allermooiste eindbestemming
“Als ik terug ben, kom ik je weer opzoeken, pa”, zei ik tegen Lex de avond voordat ik naar Mauritius en Madagascar vloog. De dag voor mijn vertrek waren er hersentumoren gesignaleerd bij mijn vader maar het leek behandelbaar. Voor mij was dat het besluit om mijn reis voort te zetten.
Woensdagochtend liep ik richting de check-in balies van de KLM voor de vlucht naar de andere kant van de wereld. Ik liet me door mijn familie op de hoogte houden van mijn vaders zwakke situatie en had daarom in mijn broekzak mijn mobiel op trilstand staan. De eerste vlucht ging van Amsterdam naar Parijs. Tijdens de landing begonnen mijn zenuwen op te spelen. Niet zozeer vanwege de reis, maar door de sms-berichten die ik kon verwachten als ik mijn mobieltje op Aeroport Charles-de-Gaulles zou aanzetten. Uit een geruststellende stilte concludeerde ik ‘goed nieuws’ en liep ik van de ene naar de andere terminal om de volgende vlucht te nemen, naar Mauritius. Het was inmiddels half vijf ’s avonds, een half uur voordat ik moest boarden. Er was nog steeds geen nieuws van het thuisfront en daarom kon ik met een gerust hart het vliegtuig instappen dat me in 11 uren naar Mauritius zou brengen. Om half zes plaatselijke tijd zag ik bij het landen de groene steile heuvels van Mauritius boven de zeespiegel liggen waartussen het vliegtuig zich een weg baande om op het eiland aan te komen. Vlak nadat ik de douane was gepasseerd, ontmoette ik enkele andere reisgenoten Aangezien het nog negen uren zou duren voordat de vlucht naar Madagascar vertrok, kregen we van de reisorganisatie een excursie aangeboden om de tijd te overbruggen. We reden naar de Charamel Waterfalls, naar The Sacred Lake waarin de Mauritianen van Indiase afkomst water uit de Ganges gieten, de Theeplantages en het Zeven-kleuren-landschap. Bij dit prachtige landschap liepen enkele reuzenschildpadden die minstens 100 jaar oud waren.
Terwijl ik deze dieren stond te fotograferen, kwam de locale reisagent mobiel bellend op onze groep aflopen en hij vroeg wie Leon van Maenen was. Ik voelde mijn hart in mijn keel kloppen en kreeg een donkerbruin vermoeden dat dat het thuisfront was. “Papa is er slecht aan toe. Hij heeft vannacht een hartinfarct gekregen. Waarschijnlijk heeft hij nog maar enkele uren te leven”. Dit bericht dat mijn zus doorgaf, klonk zo onwerkelijk dat ik op stoïcijnse wijze zei dat ik terug naar huis zou komen. Ik was nog maar net drie uurtjes op het eiland maar aarzelde geen moment om de reisgroep weer gedag te zeggen en zo snel mogelijk terug te gaan naar het vliegveld. Ik had geen flauw idee hoe vaak er vluchten richting Parijs gingen vanaf Mauritius. Daarom hield ik er rekening mee dat ik mijn vader niet meer levend zou weerzien. Er bleek die avond nog een vlucht naar Parijs te gaan en er was welgeteld nog één plaats over, alsof die voor mij was bestemd.
’s Avonds rond 11 uur stapte ik het vliegtuig in. Inmiddels had ik berichten ontvangen dat Lex wat rustiger was, maar hij noemde steeds mijn naam. Aan de andere kant van de wereld had mijn vader inmiddels afscheid genomen van mijn broers, zussen en aanhang. Mijn zus liet mijn vader een afscheidsboodschap inspreken op haar mobiel voor het geval dat ik te laat zou aankomen. Hij zei tegen vrienden en familie:”Van jullie neem ik afscheid maar ik wacht nog op mijn zoon, want hij is onderweg”. Tijdens mijn vlucht voelde ik de zenuwen op mijn maag en zei in mezelf:”Hou nog even vol Lex, ik kom nu naar huis. Hou nog even vol”. Vrijdagochtend rond half acht landde het vliegtuig van Air Mauritius weer op Parijs en zodra de wielen het asfalt raakten, schakelde ik tegen de regels in mijn mobiel aan. Door verontrustende berichten als “Pa roept steeds jouw naam, slaat met zijn laatste krachten op zijn benen om bij kennis te blijven” rende ik door de luchthaven om mijn bagage op te pikken. Inmiddels bleek dat Air France staakte en daardoor had het weinig zin om op zoek te gaan naar een vlucht richting Amsterdam. Ik besloot om de snelmetro richting Gare du Nord te nemen. Daar kon ik met de Thalys naar Nederland reizen.
Van de luchthaven de snelmetro in en na drie uren zat ik in de Thalys richting huis. Toen we België binnenreden, werd er omgeroepen dat de trein niet verder ging dan Brussel omdat de Belgische Spoorwegen staakten. Ik begon nogal wanhopig te worden en moest mijn emoties even parkeren om de juiste aansluitingen te kunnen vinden. Nadat ik mijn zwagers had gebeld om te vragen of zij me in Antwerpen konden ophalen, moest ik eerst nog van Brussel in Antwerpen zien te komen. ’s Middags vond ik uiteindelijk een boemeltreintje dat mij naar Antwerpen Berchem bracht. Inmiddels reden we tijdens de vrijdagspits richting Tilburg. De vele files deden mijn hoop op het wederzien van mijn vader verliezen. Terwijl ik aan de mooie momenten aan Lex dacht, realiseerde ik me dat de reis die ik maakte een hele andere bestemming kreeg. Het werd geen Madagascar maar een reis naar mijn vader. Om half vier ’s middags kwamen we eindelijk in het ziekenhuis aan. Ik rende door de hal naar de etage waar mijn vader lag. In de deuropening zag ik al mijn broers en zussen rondom het sterfbed van mijn vader staan. Ik keek bij binnenkomst naar het bed en zag mijn vader godzijdank nog ademen. Geëmotioneerd pakte ik de hand van mijn vader vast:”Ik zei toch dat ik je kwam opzoeken als ik weer terug was”. In zwakke toestand zei mijn vader dat ie blij was me weer te zien en dat ie veel van me hield. “Pa, dit is de allermooiste eindbestemming van al mijn reizen die ik heb gemaakt. Ik hou ook veel van jou”. Mijn vader heeft na mijn terugkomst nog enkele uren geleefd. Na zijn laatste ademscheut reisde hij naar gene zijde waar hij na zes jaar met mijn moeder werd herenigd.