Trip naar Marokko - deel 17.2
Trip naar Marokko - deel 17.2
Afscheid nemen gebeurt blijkbaar niet alleen aan het begin van een reis. De Australiërs met, de inmiddels bekende, rode Daf en Tess Tickles gaan uiteindelijk toch een keer van ons heen.
(of wij van hen, ’t is maar net hoe je het bekijkt.) Lloyd en El, de crew van Tess Tickles zijn hier voor de surf en hebben geen zin in het Sahara zand en Mark uit de rode Daf zit aan het einde van zijn reis en moet weer terug naar Engeland. Bij het afscheid ontvangen we alle whisky resten omdat wij de enige van het gezelschap waren die dat spul zonder cola nog te drinken vonden. Er worden nog cd’s (die we toch nooit luisteren) geruild en alsof de HY nog niet vol genoeg was, krijgt Stefan een gare gitaar. Het ding werkt ons nu al flink op de zenuwen! Niet alleen omdat het ding werkelijk altijd in de weg ligt, maar vooral omdat Stefan maar nog 1 liedje kent. Een liedje wat inmiddels zo vervelend is om aan te horen dat we bij de eerste noot al beginnen te kwijlen. Dus bij dezen de oproep of iedereen die een beetje gitaar kan spelen een mailtje wil sturen met daarin de uitleg voor een eenvoudig te leren liedje.
Nadat wij afscheid hadden genomen, ging dus ieder weer zijn eigen weg. We vonden onze welverdiende rust in de bergen, even geen mensen om ons heen en eindelijk weer eens een keer koken op een houtvuurtje. We vonden een mooi plekje om ons kampement op te zetten en de nacht door te brengen mooi beschut tussen de bomen en met veel kurkdroog brandhout. Het enige wat we nog moesten zoeken was een plekje waar de bus waterpas kon staan voor de betere nachtrust. Net toen we dit hadden gevonden, bleek bij het uitstappen bleek tot onze schrik dat we op iets stonden wat verdacht veel leek op een graf. Hoewel de verleiding groot was om op dit mooie vlakke stuk steen de nacht door te brengen, zijn we toch maar een stukje verder gaan staan.
De verwachtingen van onze moeders waren dat we geheid een keer goed aan de slingerschijt zouden raken (je weet wel, sproeipoep) maar de dagen hiervoor hebben wij eigenlijk het tegenovergestelde meegemaakt. Wegens gebrek aan privacy het kale landschap rond Tifnit, konden we vaak ’s avonds pas een grote bah doen. Hierdoor waren onze darmstelsels enigszins verstopt geraakt (mede dankzij kaakjes en custardpudding). De ijlere berglucht had gelukkig een goede uitwerking op ons spijsverteringskanaal en bezorgde ons allebei maarliefst 4x in 24 uur een kolossale bruine beer. Of het nu de ondergaande zon was of het nagloeien van onze sluitspieren zal ons een worst wezen, maar het landschap kleurde mooi rood bij het vallen van de avond.
De rust die we in de bergen gevonden dachten te hebben, werd de volgende ochtend hevig verstoord door verschillende midlifecrisisclubs die hier in volle vaart per 4x4 voorbij sjeesden. Deze mensen (voornamelijk Duitse mannen met grijs haar in lange paardenstaart) schieten met een georganiseerde tour in een sneltreinvaart door het landschap om zo snel mogelijk weer in het 5 sterrenhotel aan te kunnen schuiven voor een 15 gangen diner om weer op tijd klaar te zitten voor de favoriete Duitse krimi die dan via de schotel in breedbeeld en dolby surround te ontvangen is. Alleen de “echte mannen” hebben lef genoeg om binnen de veilige hekken van de camping als echte outdoor jack onder de sterrenhemel buiten de jeep met wc en douche te slapen. Later als we groot zijn willen we ook op deze manier het “echte” Marokko ontdekken en bloedstollende avonturen beleven! Maar nu nog even niet, daar zijn we nog te kinderlijk voor.
Rijden we nietsvermoedend op ons gemak door de bergen, lekker weer, niets aan de hand, blijkt er ineens een enorme groep rotsen blauw geverfd te zijn door een of andere gekke Belg! Deze “kunstenaar” noemde zijn creatie “Chapeau Napoleon” en is er vrij bekend mee geworden. Voor ons blijft het een gekke Belg, want vind maar eens iemand met een andere nationaliteit die honderden liters blauwe verf de bergen in sjouwt om het vervolgens op de berg zelf te smeren. Nederlanders zijn er te nuchter voor, Duitsers te dik en te lui en Fransen vinden zichzelf daar te goed voor. Spanjaarden hebben niet het geduld, laat staan Italianen en Zwitsers zijn te nauwkeurig, die zouden er een leven lang werk aan hebben…
Fantastische beelden bij dit verhaal!
" target="_blank"">
" target="_blank"">