Sneeuw, zand, palmerieën en geiten in de boom
Sneeuw, zand, palmerieën en geiten in de boom
deel 2 van onze Marokko-reis
De woestijn en de duinen van Erg Chebbi
Op naar de woestijn! We vertrekken om 6:30 uur, want we hebben een lange dag voor de boeg over de Atlas naar de zandduinen. Het is druilerig weer en hoe meer we in de buurt van de bergen komen, hoe meer bewolking er komt. Hoe hoger we komen, hoe meer sneeuw we zien; op de railing van de weg ligt zeker 15 cm. Jammer van de uitzichten op ‘mudbrick villages surrounded by snowcapped mountains’, maar wel een belevenis! De route verloopt voorspoedig en in de middag zijn we al in Merzouga, vlakbij Erg Chebbi, de grootste zandduin van Marokko. We nemen onze intrek in een kasbah (een fort-huis) buiten het dorp met uitzicht op de duinen. Het regent en het stormt … welkom in de woestijn!
Gelukkig worden we vroeg in de ochtend wakker met zon. We wandelen door het zand en beklimmen natuurlijk de hoogste duinen. Na een zware klim en veel zand op onhandige plaatsen genieten we van het uitzicht op de duinen om ons heen en op de sneeuwbergen in de verte. Werkelijk een zee van zand, al die duinen bij elkaar. ’s Avonds beklimmen we een hoge duin nabij onze kasbah en genieten van de zonsondergang, waarbij de duinen alle roodtinten laten zien die er bestaan. We love the desert!
De palmerieën (Tamnagoulte)
Via een mooie route met uitzichten op kale vlaktes, grillige rotsen en nomadententen met geiten- en schapenkuddes rijden we de opvallend groene Dra-vallei in. Palmbomen en lemen huisjes bepalen het gezicht hier. Overal worden dadels langs de kant van de weg verkocht. We lunchen met een salade marrocaine in een bedoeïenentent en ’s avonds genieten we van een lokale voetbalwedstrijd op het zand tussen geel en rood… rood wint.
Taroudannt
We vervolgen onze weg naar Taroudannt, een ommuurd stadje, via een ‘lunar landscape’ (kaal en stenig), over passen en langs dorre vlaktes. In de buurt van Taroudannt rijden we langs sinaasappelkwekerijen. De bloesems ruiken zalig zoet en fris. In de souk kopen we allebei een poef en we bezoeken de ‘tanneries’, lopen langs de ommuring en relaxen op het dakterras. Ook in een klein stadje als Taroudannt worden we regelmatig aangesproken. Twee dames alleen op pad, dat vraagt om opmerkingen (“yor aiys ar zo bjoetifoel”) en we worden constant aangesproken, zoals overal in souks. We worden er wel een beetje moe van en proberen de blikken zoveel mogelijk te mijden en vooral veel met elkaar in gesprek te blijven.
Napoleon’s Hat (Tafraoute)
Via kleine dorpjes rijden we over bergpassen steeds dieper de vallei in. We zien dromedarissen in een laadbak van 2mx2m en geiten in de bomen. De geiten eten de noten van de Arganboom, waar de Marokkanen olie van maken.
Op woensdag is het souk-dag in Tafraoute, dus als we aankomen is het lekker druk. De Berbers uit omringende bergdorpjes prijzen hun waar aan, schapen blaten en vliegen zoemen om grote hompen vlees. We nemen een kamer in een luxe hotel en kijken vanaf het dakterras naar alles om ons heen.
De volgende dag wandelen we in de omgeving. We zien Napoleon’s Hat (een rostformatie), maar missen de Blue Painted Rocks. Dat maakt ons niets uit, het is zalig in de zon te lopen en te genieten van de omgeving. Oranjerode rotsblokken, palmbomen, bergen … wij vermaken ons wel!
bijgevoegd wat 'andere' foto's van Marokko