Trip naar Marokko - deel 15.2
Trip naar Marokko - deel 15.2
Plots stond er een verdacht vriendelijke Marokkaan met een verdacht nieuwe brommer en verdacht goeie beheersing van de Engelse taal naast de bus. We werden hartelijk verwelkomd in Marokko en hij zou ons wel even naar “zijn mooie medina” gidsen. Met flinke argwaan zijn we hem toch maar gevolgd (we waren immers met z’n zessen) en eenmaal op de parkeerplaats vroegen we hem maar eens wat hij nou echt van ons wilde. Hij beweerde dat hij het gewoon leuk vond om mensen rond te leiden en wilde er vooral geen geld voor hebben. We hadden op zich wel honger dus we vroegen deze man om ons maar eens een plaatsje te laten zien waar we goedkoop de Marokkaanse keuken konden proberen. Aldaar kwam de aap uit de mouw: het bleek dat de zo vriendelijke meneer bij alle duurste restaurants, tapijtverkopers, kledingwinkels, pottenbakkers en andere zaken waar ze toeristenmeuk verkopen een dikke commissie kreeg. We hadden zeker (nog) geen behoefte om met al die spullen opgescheept te zitten en 8 euro voor een maaltijd was echt veel te duur dus uiteindelijk hadden we geen cent uitgegeven en gegeten hadden we ook nog niet. Omdat Jusuf zijn commissie misliep moesten we hem (terwijl hij eruit zag of we zijn tijd verspild hadden) ieder maarliefst 1 euro betalen voor deze tour. We hebben ons in ieder geval niets aan laten smeren en hebben ons redelijk goed door deze eerste beproeving heen weten te slaan. Voortaan volgen we dus ook geen zogenaamd gratis gids meer. Zeker niet al kennen ze 3 woorden Nederlands en hebben vrienden in Amsterdam. Ze kunnen beter de dikke Duitse campers pakken, want die verdienen het om afgezet te worden met hun dikke pensen en idem portemonnee. Daar is wat te halen!
Het volgende deel waar we doorheen scheurden was het rifgebergte wat over het algemeen bevolkt wordt door de berbers, een vriendelijk en traditioneel volkje wat naast gastvrijheid eigenlijk weinig anders te bieden heeft dan wol (kleding en tapijtjes) en hasj. Wegens de laatste mode wil het de niet zo goed gaan met de wolhandel in deze streek dus wat je hier vooral ziet zijn mafkezen die met een blok hasj uit de bossen komen springen en zich van de bergen laten rollen omdat ze voor het eerst in 30 jaar weer eens een echte hippiebus voorbij zien rijden.
Het is ook dit zelfde gebied waar iedere 15 km wel een groepje politie te vinden is voor een potentiële roadblock. Grote kans dus dat de hasjverkopers hier onder één hoedje spelen met de politie. Onze colonne werd maar 1x langs de kant gezet en dat was alleen maar omdat de betreffende agenten de bus wilden zien. In 1974 reed de politie van marokko ook met deze bussen en het verhaal dat deze ook van de Nederlandse politie was geweest liet hun onderbroeken overlopen van enthousiasme. We zullen waarschijnlijk weinig problemen krijgen met de politie, me dunkt.
Het was een mooie tocht van ongeveer 200km door een landschap wat niet echt het idee gaf dat je door Afrika reed, want daar zijn we: Afrika! Het had ondanks zijn weidsheid wel iets weg van zuid Europa en de meeste mensen zagen er wel redelijk westers uit (zoals Rotterdam zuid). De invloeden van MTV en Mc Donalds zorgen voor een zwaar contrast in het straatbeeld. De Moskee en de grote gele M staan zij aan zij en de rapmuziek van 50ct galmt uit de gare gebakjes die ze hier nog auto durven te noemen. De “gulden middenweg” tussen traditioneel en hip bestaat niet, op een enkele rebelse hoofddoekdragende Fatima met Nike schoenen na… Tot in het kleinste gehucht vind je hier ook Coca Cola reclames. Zowel het westerse logo als het Arabische “SSSHT” (ont)sieren hier menig muur.
Wat ons wel heel erg (aangenaam) heeft verrast zijn de Marokkaanse chickies. Niet dat we hadden verwacht dat we alleen maar hoofddoekjes en alles bedekkende sluiers tegen zouden komen maar het aanbod van moderne, goedgeklede en vooral strakke Fatima’s is echt verbazingwekkend hoog! Daar onze baardgroei in Europa niet zo’n succes was bij de vrouwen, hebben we hier toch wel de indruk dat we wel degelijk in de smaak vallen. (al zouden ze ons natuurlijk ook als uitweg kunnen zien om uit Marokko weg te komen)
Ondanks onze verwachtingen en de erbarmelijke toestanden waarin veel Marokkanen leven zijn de wegen goed begaanbaar en strak geasfalteerd. Zelfs de bewegwijzering is van zodanige kwaliteit dat we zonder moeite onze weg hebben gevonden door het weidse Marokkaanse landschap. Nu is dan ook het wegennet niet zo heel dicht en hebben we nog geen off-road piste gereden. Een avontuur wat er nog zeker in de Sahara aan zit te komen. Citroën HY oppermachtig!
Op de 45 dirham per nacht camping bij de Cascades d’Ouzoud werden we verwelkomd door een vriendelijke rastaman, die toch echt van Marokkaanse afkomst bleek te zijn, ook al leek het of hij rechtstreeks van Jamaica kwam. Voor het eerst zagen we een Marokkaanse subcultuur, iemand die niet traditioneel of hip was, maar zijn eigen ding deed, naar Alpha Blondie luisterde en zich anders durfde te gedragen dan de rest. ’s Avonds bij het kampvuur bleek Saïd een zatte rasta Marokkaan, die de hele avond op zelfgestookte “Feigenschnapps” en Hasj teerde. Een schouwspel van zang en dans was geboren. “No honey no money” zong hij zelfs vanaf de WC, met de minuut onverstaanbaarder.
Het is hier iedere dag weer een bizarre beleving en omdat het reisverslag nu wel aanzienlijke proporties begint aan te nemen, willen we besluiten met de mededeling dat Marrakech nogal tegenviel. Hier vind je vooral een Efteling sfeer met heel veel Japanners, Amerikanen en (hoe kan het ook anders) Duitsers die het echte Marokko willen ontdekken. Het echte Marokko is zeker niet te vinden in Marrakech en laat zich al helemaal niet beschrijven in een poepsok reisverslag.
Beeld! Geiten 35, Geiten 36, Geiten 37 en Geiten 39!