Snorkelen bij Hurghada
Snorkelen bij Hurghada
Haaien
Elke keer als er weer een mooie foto van de prachtige onderwaterwereld op de site verschijnt, moet ik denken aan mijn eerste ervaring met snorkelen.....
Na een prachtige rondreis van drie weken door de woestijn van Egypte, reisden we nog door naar de Rode Zee waar we nog twee dagen zouden gaan snorkelen. We verbleven in Hurghada, toen nog een klein plaatsje, maar inmiddels is uitgegroeid tot een toeristische trekpleister. De oude kern van het stadje was nog vrij ongerept en authentiek en het was een verademing om na drie weken slapen in een tent of op een matje in de buitenlucht midden in de woestijn, eindelijk in een hotelkamertje te slapen en om na drie weken brood uit het vuistje en vruchten van de markt weer eens in een restaurant te eten.
Ons favoriete restaurants in Hurghada was van een Oostenrijker die grote pluche stoelen had staan (in 45 C), kanten gordijntjes voor de ramen en gehaakte kleedjes op de tafels, een poster van de drie molens uit Leidschendam aan de muur en een aquarium waarin drie kwallen en drie plastic tulpen ronddreven. En dan muziek van Pink Floyd! Vijftien maal per avond viel het licht uit, maar ach, ook dat is Egypte. Het eten was er tenminste goed.
De volgende ochtend gingen we met een aantal personen met de boot de Rode Zee op met het doel te gaan snorkelen. Voor de meesten van ons zou dat de eerste keer zijn.
Het was een mooie tocht, heerlijk warm en rustig. Je zag bijna geen andere boten varen en het water was azuurblauw. Wat kan het leven toch mooi zijn!
Onderweg zagen we vissen om onze boot heen zwemmen. De kapitein van het schip vertelde dat het haaien waren, jonge haaitjes weliswaar, maar toch! Diegenen die heerlijk met de benen over de rand van de boot zaten met de voeten in het water, trokken snel de benen binnenboord.
Na een uurtje varen gooide de schipper het anker uit en kwamen de zwemvliezen, duikbrillen en snorkels tevoorschijn. Enigszins onwennig en stuntelig werd één en ander aangetrokken en al struikelend over de eigen zwemvliezen ging men richting trapje. Nadat de eerste van de groep in het water was beland en haast gillend weer boven kwam met de kreet: "oh, wat fantastisch, wat mooi!" werd het plotseling dringen bij het trapje. De één na de ander verdween in het water, vrijwillig of door een duw van één van de anderen. Binnen korte tijd was het een gehoest en geproest, afgewisseld met de enthousiaste kreten van diegenen die het snorkelen het snelst onder de knie hadden.
Ik stond nog steeds op de boot, samen met Sonja, en we maakten geen haast met het aantrekken van de spullen. Wij hoefden niet zo nodig, zeiden we op wat stoere en nonchalante toon tegen elkaar, en daarmee onze angst voor het diepe water (en diep was het!) verbergend en voorwendend dat we op de boot zitten zonnen ook heel leuk vonden.
Ik kan zwemmen ja, maar daar zeg je ook alles mee.
Maar al die enthousiaste kreten van de anderen konden we toch niet negeren en heel aarzelend trokken wij toch maar de zwemvliezen aan en schuifelden in de richting van het trapje. De anderen waren inmiddels al op grote afstand van de boot en hadden geen aandacht meer voor ons. Langzaam stommelden we met zwemvliezen, duikbrillen en snorkels het trapje af tot we half in het water stonden. Het trapje goed vasthoudend en elkaar moed insprekend, probeerden wij ook te leren ademen met een snorkel, om maar die prachtige onderwaterwereld te kunnen zien. Sonja kreeg het enigszins onder de knie en dreef langzaam van de boot weg.
Mij lukte het echter niet! Na de nodige slokken zout water ingeslikt te hebben, gaf ik het op. Dan maar niet snorkelen!!!
Maar die vissen en het koraal, dat wilde ik toch niet missen! Dus de snorkel ging af en met de duikbril op en de zwemvliezen aan, mezelf vasthoudend aan het trapje, ging ik met het hoofd onder water…... telkens opnieuw.
En wat ik te zien kreeg is met geen pen te beschrijven. Allerlei vissen, in alle maten en kleuren, zwommen onder mij tussen het prachtige koraal door. Ik kon er niet genoeg van krijgen. Oranje, paars, groen, geel, blauw, zwart, rood en kleuren gecombineerd, zulke mooie vissen! Ongelooflijk! Ik vergat mijn angst en bleef maar kijken, telkens lucht happend boven water en me nog steeds vasthoudend aan het trapje.
En opeens zag ik een hele grote vis, zwart met een soort vin.
Een soort vin ..... ??? En ik herinnerede mij wat de schipper had verteld. Haaien .....!!!
Proestend, hoestend en verstijfd van angst kwam ik met mijn hoofd boven water, greep het trapje vast en worstelde om op de boot te komen, weg van die vis. Het hart klopte in mijn keel en ik kon een angstkreet nog net binnenhouden.
Maar het trapje op ging niet zo vlot, want die zwemvliezen zaten in de weg.
Zwemvliezen ..... ???
Ik keek nog eens naar beneden en langzaam drong het tot me door. Zo bleek van angst als ik eerst was, zo rood van schaamte werd ik nu.
Nee, er waren geen haaien, maar ik had mijn eigen zwemvliezen aangezien voor een haai!
Gelukkig had niemand mijn paniek opgemerkt.
Ik ben toch maar het trapje opgeklauterd, de boot weer op, en vanaf de boot heb ik naar de vissen gekeken.
Enige tijd later kwam de anderen weer terug, enthousiast verhalen vertellend over al het moois dat ze onder water hadden gezien. Ze hadden niets gemerkt van wat er gebeurd was en ik liet het maar zo.
Op de terugweg zagen we weer tientallen haaien zwemmen en veilig vanaf de boot kon ik om alles lachen, maar snorkelen in de Rode Zee, nee, voor mij geen tweede keer.
Ik kijk wel naar de prachtige foto’s van o.a. Rob Hoekstra en anderen……
(Loes)