Extremadura

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Extremadura image

De winkel van Modesta

Extremadura
Spanje
Anneeke

De winkel van Modesta

“Het zou zo oneindig veel interessanter zijn om het over seks te hebben”, zegt de vrouw met het korte blonde haar tegen de man die op de kisten vol meloenen hangt en zich beklaagt over de hitte. “Maar aangezien dat ongepast is, hebben we het dus over zoiets banaals als het weer,” De vijf tandenloze oudjes in de dorpswinkel barsten in lachen uit.
Terwijl ze zich met waaiers koelte toe wuiven, schalt het plezier door de winkel.

El Pueblo in de Spaanse streek Extremadura. Ik ben er twee jaar niet geweest. Terwijl ik door Amerika en Europa zwierf, bleef de wereld achter het rinkelende kralengordijn van de dorpswinkel vrijwel onveranderd. De eigenaresse is Modesta, een wat plompe vrouw met een kakelende lach en het glimmende gezicht van iemand die zich langdurig met zeep boent. In haar witte stofjas is ze de vierde generatie die met ijzeren doch chaotische hand de dorpswinkel bestiert.

Modesta is een fenomeen in het dorp. Haar winkel ligt verscholen achter nummer 29. De opstelling van de producten op stellingkasten tegen de muur, in bakken op de grond of gewoon los in slordige stapels op een klapstoel verraden haar weinig geordende aard. Ze verkoopt alles: ongefilterde wijn, tomaten, vliegenmeppers, brood, verlengstekkers, anti-mug met cortisone, schoenen, pillen tegen hartfalen en nagellak. Wat er niet is, wordt besteld en ligt de volgende dag wel ergens op het rek.

Daarnaast is ze distributeur van alle medicijnen die in het dorp worden voorgeschreven. Eenmaal geleverd worden de pillen in handgeschreven envelopjes ondergebracht en in een la bewaard tot de patiënt ze komt halen. Gezien haar chaotische aard mag het een wonder heten dat er nog geen doden zijn gevallen door het uitdelen van de verkeerde envelop.
Modesta’s vermogen iedere activiteit tot in het oneindige te rekken, drijft een mens tot volledige waanzin. Wie snel even een brood denkt te halen, komt bedrogen uit want de wachttijden kunnen om ondoorgrondelijke redenen oplopen tot drie kwartier ongeacht of er klanten zijn. Regelmatig is ze de rekening kwijt, zodat je weken later nog gefactureerd wordt voor een pleister op een wond die al lang genezen is.

De toon in de winkel wordt weer ernstig als een van de mannen met strohoed vertelt dat het nog onzeker is of zijn zoon voor de augustusfeesten overkomt omdat hij , sinds de crisis die Spanje zo heftig treft, zonder werk zit. Werkloosheid en crisis, het zijn bijna synoniemen voor Extremadura. De naam betekent extreem zwaar of hard. En die naam draagt het gebied niet voor niets. Talloze Spanjaarden emigreerden uit deze streek naar Baskenland, Frankrijk of verder weg naar Latijns-Amerika in de hoop de extreme armoe te kunnen ontvluchten.
De streek verleidde de Spaanse cineast Luis Buñuel tot zijn spraakmakende film Las Hurdes over de mensonterende armoede en de achterlijkheid van het gebied. Nog altijd hoort de ‘Oven van Spanje’ zoals de bijnaam luidt, tot de armste delen van Spanje. Ook in El Pueblo vertrekken de jongeren al generaties lang naar Barcelona , Bilbao of Madrid. Het dorp telt slechts twee kinderen die er permanent wonen.

El Pueblo is echter ook een verborgen paradijsje. Met het oranje van de perzikbomen tegen blauwe heuvels en helder beekwater dat uit de bergen komt. Met ruiters die hun paard aan de reling van het enige terras vastmaken voor een koud biertje. Driehonderd vooral oude zielen telt het dorp. Alleen in de zomer als opa en oma gedurende de lange Spaanse zomer worden ingezet als opvang voor de kleinkinderen, neemt de gemiddelde leeftijd drastisch af en verdubbelt het aantal inwoners.

Het landschap rond het dorp is vlak en geel in de kleur van lang geleden verdord gras. In de verte pieken de toppen van de Sierra’s met namen als Doña Helena of ‘Dood aan de Moren’. De gele vlakte wordt hier en daar onderbroken door het grijsgroen van de olijvenbomen waaronder de zwarte stieren schuilen. Geel, groen, zwart. Alsof de streek zich in camouflagepak heeft gestoken.

De gewoonten in het dorp zijn vrijwel onveranderd en laten een glimp zien van hoe Spanje in de jaren vijftig moet zijn geweest. Als ik ’s avonds tegen achten eindelijk twee tomaten bij Modesta heb weten te bemachtigen, zitten alle oudjes naast elkaar op stoelen voor hun woning boontjes te doppen of te haken. Eenmaal thuis steekt Juana, onze overbuurvrouw, haar hoofd door ons kralengordijn. “ Tomaten voor jullie uit de moestuin.”

Over een uur zal de kerkklok met zijn blikkerige slagen het avondeten inluiden. De stemmen die nu op straat te horen zijn, zullen achter de eeuwenoude muren verder gaan. Door de open maar achter doeken verscholen ramen en deuren, zal het lijken alsof de muren mompelen.

Rond tien uur, komen de stemmen weer naar buiten. Juana zal net als de andere ouderen zich met een klapstoel naar het plein begeven dat sinds kort de neutrale naam Plaza Mayor draagt, maar tot enkele maanden geleden nog Plaza del Generalisimo Franco heette. Naar de dictator die al bijna net zo lang dood is als dat hij Spanje in zijn greep hield.
Tegen 1.00 uur wordt het langzaam stil in het dorp op het geratel van de persiana’s, de Spaanse rolgordijnen na, die de hele dag worden neergelaten om ’s avonds te worden opgetrokken zodat het zeldzame zuchtje wind over het marmer van de vloeren kan strijken. Soms klinkt het gehinnik van een paard of het gejank van honden.

’s Morgens tegen achten hoor je het stromen van water dat langs ons huis kletttert. Vanuit de bergen wordt het bronwater naar het dorp geleid. Bij Modesta staan de eerste klanten dan al ruim een half uur op brood te wachten.

Foto's

22e3d.jpg
22e3d.jpg
Anneeke
8e194.jpg
8e194.jpg
Anneeke
f9559.jpg
f9559.jpg
Anneeke