Zo zoek je de zon op: 5 x Spanje weg van de massa
Met zijn zon, zee, heerlijke eten en waanzinnige steden is Spanje niet voor niks een van Europa’s populairste vakantiebestemmingen. Maar waar kun je er nog buiten de gebaande paden treden? Onze insidertips.
1. Volg de Route van de Kalief
Een van de best bewaarde geheimen van Andalusië is de Ruta del Califato (Route van de
Kalief), de belangrijkste weg tijdens de Moorse overheersing. Ze
verbond de steden Córdoba,
de oude hoofdstad van het kalifaat, en Granada, zetel van het laatste Arabische koningshuis
op het Iberisch schiereiland. Je kunt de ongeveer 200 kilometer
lange route volgen via de moderne autowegen N-432 en N-331, dwars
door het natuurpark Sierras Subbéticas. Hier liggen in een lieflijk
heuvellandschap met olijf- en wijngaarden vredige witte dorpjes met
dreigende Moorse forten – vanuit de verte lijken ze op witte
dominosteentjes die over de bergen zijn uitgestrooid.
2. Kies een strand voor jezelf aan de Costa de la Luz
Het mag een raadsel heten waarom half Europa ’s
zomers ligt te bakken aan de Costa del Sol, terwijl even verder
naar het westen de al even spectaculaire stranden van de Costa de
la Luz alleen insiders trekken. De relatieve obscuurheid van deze
‘kust van het licht’ is slechts deels te wijten aan zijn ligging
aan de Atlantische Oceaan, met zijn straffere winden en koudere
water. Tarifa, het zuidelijke puntje van de Costa de la Luz, is het
bekendst – vanaf deze populaire surfplek kun je op heldere dagen de
Marokkaanse kust zien. Maar vrijwel alleen Spanjaarden
weten de brede, dertig kilometer lange wilde zand- stranden en
duinen tussen Matalascañas en Mazagona aan de rand van Nationaal
Park Doñana te vinden. Vooral het ongerepte Playa de Castilla is
een leuk uitstapje vanuit Sevilla. De mooiste, verborgen zandstranden liggen
evenwel tussen Cádiz en Tarifa − aan kleine baaien vlakbij dorpjes als
Roche en Bolonia (bereikbaar via de N340, maar op veilige afstand
daarvan).
Geniet van het ruige woestijngebied dat Andalusië te bieden heeft. (Foto: Instagram)
3. Dwaal rond in de Tabernaswoestijn
In de jaren zestig en zeventig vormde de woestijn van Tabernas,
zo’n dertig kilometer ten noorden van de stad Almería, het decor
voor honderden spaghettiwesterns, waaronder Once upon a Time in
the West en The Good, the Bad and the Ugly. De
dorpjes die gebouwd zijn als decor, bestaan nog en zijn vooral
buiten het seizoen een goede plek om in alle rust filmgeschiedenis
op te snuiven. In het heetste deel van Europa
ligt ook een van de mooiste natuurparken van ons continent: Cabo de
Gata-Nijar. Je vindt er ruige bergen, zandduinen en zandstranden
die worden omzoomd door steile kliffen. Alleen al de autoroute
langs de kust is hier de moeite waard, bijvoorbeeld de acht
kilometer lange weg van het plaatsje Cabo de Gata naar de vuurtoren
Faro de Cabo de Gata. Vlak voor de vuurtoren leidt links een weg
omhoog naar het informatiecentrum Aula del Mar, dat duiktrips en
tochten met zodiacs organiseert, en verder naar een aantal
prachtstranden onderaan een klif (het laatste deel van de weg moet
je lopen), ecoalmeria.com. Het voorjaar is de ideale tijd voor
een bezoek. Het is dan warm, maar nog niet zo onbarmhartig heet.
Toeristenhorden vind je hier sowieso niet.
Slenter rond in Poblenou en vind de creatiefste hotspots. (Foto: Instagram)
4. Ontdek dé nieuwe buurt van Barcelona
Strikt genomen is Poblenou, de ‘Nieuwe Stad’, niet zo nieuw meer. In de negentiende eeuw klopte hier het industriële hart van Barcelona. Dankzij ambitieuze stadsvernieuwing zijn de fabrieken en arbeiderswoningen, die lange tijd in verval waren, weer in schwung geraakt. Dit keer onder kunstenaars, startupondernemers en andere stadsnomaden. Met als gevolg dat Poblenou onder kenners als een van de hipste buurten van Barcelona te boek staat − een spannende mix van oud en nieuw, rauw en gepolijst. Ga zelf op ontdekkingstocht voor allerlei inspirerende initiatieven. Zo is La Escocesa zonder twijfel het spannendste kunstcollectief van de buurt en het grootste kunstgeheim van Barcelona. De negentiende-eeuwse textielfabriek biedt plaats aan tientallen ateliers, waar een bonte stoet kunstenaars en handwerklieden de deur voor bezoekers openen. Houd de website in de gaten voor vernissages en andere evenementen.
5. Ga de bergen van Baskenland in
Als je in Urkiola Nationaal Park de bergen ingaat, is het er volledig stil. Op het constante gerinkel van de bellen om de nekken van de pottokas, Baskische paarden, na dan. In de zomermaanden laten de boeren in het gebied hun paarden vrij grazen. De bellen zijn er dus om ze weer op te sporen. Ga tussen de dieren hiken, Vanaf de Col de Larrano-pas is het nog maar een uurtje klimmen naar de hoogste piek van het gebied: de 1331 meter hoge Anboto.
Kun je geen genoeg krijgen van Spanje?
Doe dan inspiratie op voor je volgende reis met onze digitale
Columbus Travel Guide Spanje, boordevol mooie
reisreportages, aanbevolen routes en activiteiten, en handige
kaarten.
