Andalusie
Alle ruimte
Vakantie met familie is altijd bijzonder (je eigen familievakantie-ervaring kleurt dit laatste woord vanzelf wel in). Met mijn ouders en vriend reisde ik eens tien dagen door het wonderschone Andalusië. We regelden vanuit thuis de vlucht, hotels en een huurauto.
De voorpret is altijd de helft van het vakantieplezier. Maar mijn moeder maakte zich ook wel druk. Want: gingen die koffers wel in de auto passen? Op internet zocht ze de inhoud van de kofferbak op, met een meetlint puzzelde ze met onze koffers. Nu zijn mijn vriend en ik niet de moeilijkste, dus besloten we om samen met één koffer te doen. Dat scheelde ruimte en mijn moeder enkele grijze haren.
Aangekomen op het vliegveld van Malaga kregen we bij het autoverhuurbedrijf te horen dat de gehuurde auto niet beschikbaar was. Ik zag even grote paniek in mijn moeders bruine ogen.
Maar we kregen daarom een groter model. Ik zag even een twinkeling in Liefs bruine ogen. Hij verheugde zich al op een mooie SUV. Het werd een Berlingo. Voor de autonitwits: denk formaat bestelbus. Dat met die koffers kwam dus wel in orde.
Bij de eerste rit werd al duidelijk: wat de Berlingo compenseerde in laadruimte miste het aan vermogen. Gelukkig lagen er geen enorm steile bergen in het verschiet dus we reden rustig door het oogstrelende landschap van Zuid-Spanje.
In Granada gingen we samen uiteten. De Berlingo stalden we in een parkeergarage en we genoten op een terras van de avondwarmte en de Spaanse keuken. Na het laatste glaasje vino tinto gingen we terug naar onze bolide. De uitgang van de garage was een enorm steile uitrit. Als een schans. Met halverwege een slagboom. Niet handig.
Nu is vriendlief een prima chauffeur, maar zelfs bij hem sloeg nu de motor af. Halverwege de oprit. Net nà de slagboom.
We konden geen kant op.
Schijnbaar gebeurde dit wel vaker. Uit een klein bedompt kantoortje kwam een Spaanse garagebewaker gelopen, met een grote grijns op zijn gezicht. Hij maakte de slagboom open en gebaarde dat mijn vriend de auto terug moest laten zakken. Vanuit de garage zouden we een flinke aanloop moeten nemen om naar boven te kunnen.
Ik stapte uit om bovenaan, bij het einde van de uitrit, te kijken of er geen verkeer kwam. Uit de garage steeg een gegrom van jewelste op. De Berlingo schraapte met zijn hoef over de grond, gelijk de stier van Osborne. Mijn ouders zetten zich achterin schrap en vriendlief keek met toegeknepen ogen over de rand van het stuur. Ik stond als een toreador bovenaan te zwaaien dat de weg vrij was. De Berlingo liet zich niet kennen en schoot de garage uit.
Opgelucht dat het gelukt was keek ik nog even om me heen. Aan de andere kant van de straat zat een vol terras. Ze hadden waarschijnlijk ontzettend genoten van het tafereel dat zich voor hun neus had afgespeeld.
Ach, weer eens wat anders dan stierenvechten.