Andalusië buiten de gebaande paden image
Lkoedam

Andalusië buiten de gebaande paden

De Costa del Sol, de pieken van de de Alpujarras en de Alhambra: het zijn klinkende namen die helaas ook grote toeristenmassa's trekken. Gelukkig zijn er fantastische alternatieven waar je nog wel een stukje authentiek Andalusië kunt ervaren.

Sierra de Aracena y Picos de Aroche in Andalusië. Foto: Pé Chan.
Sierra de Aracena y Picos de Aroche in Andalusië. Foto: Pé Chan. (© Columbus Travel 2015)

Kies een strand voor jezelf



Het mag een raadsel heten waarom half Europa ’s zomers ligt te bakken aan de Costa del Sol, de bekendste attractie van Andalusië, terwijl even verder naar het westen de al even spectaculaire stranden van de Costa de la Luz alleen insiders trekken. De relatieve obscuurheid van deze ‘kust van het licht’ is slechts deels te wijten aan zijn ligging aan de Atlantische Oceaan, met zijn straffere winden en koudere water. Tarifa, het zuidelijke puntje van de Costa de la Luz, is het bekendst – vanaf deze populaire surfplek kun je op heldere dagen de Marokkaanse kust zien. Maar vrijwel alleen Spanjaarden weten de brede, dertig kilometer lange wilde zandstranden en duinen tussen Matalascañas en Mazagona aan de rand van Nationaal Park Doñana te vinden. Vooral het ongerepte Playa de Castilla is een leuk uitstapje vanuit Sevilla. De mooiste, verborgen zandstranden liggen evenwel tussen Cádiz en Tarifa – aan kleine baaien vlakbij dorpjes als Roche en Bolonia (bereikbaar via de N340, maar op veilige afstand daarvan).


Ontdek het andere Alpujarras



Denk aan Andalusische wandelpaden, ham en idyllische dorpjes en je denkt aan de Alpujarras. Het voorgebergte van de Sierra Nevada, met bekende plaatsen als Orgiva en Trevélez, is nog steeds indrukwekkend maar heeft zeker in het hoogseizoen op veel plekken meer weg van een folkloristisch circus. Het goede nieuws: het exacte evenbeeld van de Alpujarras, minus de toeristen, ligt in het uiterste noordwesten van Andalusië. Het natuurpark Sierra de Aracena y Picos de Aroche, prima bereikbaar vanaf Sevilla, is een landelijk pareltje bestaande uit riviervalleien en kurkbossen waar het heerlijk wandelen en paardrijden is. Maar je vindt er ook de beste ham (pata negra) van Spanje, met dank aan de zwarte varkentjes die vrij tussen de eikenbomen wroeten. Via de A470 kom je langs picture perfect middeleeuwse marktplaatsjes als Linares de la Sierra, Alájar, Castaño del Robledo en Almonaster la Real. De dorpjes zijn de perfecte uitvalsbasis voor meerdaagse trektochten, die vooral in de lente – als de weilanden in volle bloei staan en bonte vlinders trekken – een aanrader zijn.


Relax in de achtertuin van het Alhambra



Geen eerste bezoek aan Granada – of eigenlijk Andalusië in het algemeen – is natuurlijk compleet zonder een bedevaartstocht naar het Alhambra. Het fort was het laatste bolwerk van de Arabieren in Spanje en werd pas in 1492 door de katholieke heersers Ferdinand en Isabelle veroverd. De schitterende Arabische architectuur en kunstwerken – met verfijnd houtsnijwerk, geometrische tegelpatronen en waterpartijen – zijn bijna volledig intact. Vooral de Palacios Nazaríes, drie paleizen die het middelpunt van het complex vormen, zijn indrukwekkend. Helaas is de toeristenzee die je er wacht eerder afschrikwekkend. Neem dan ook vooral de tijd om de verrassend vredige tuinen rondom de Generalife, het zomerpaleis van de Moorse koningen, te bezoeken. Hier relax je op een bankje tussen het weelderige groen van het zonnetje in je gezicht en het fraaie uitzicht over het hart van het Alhambra.


Dit artikel is geproduceerd door Columbus Travel (© Columbus Travel 2015)