Natuurbeleving in Rusland
Natuurbeleving in Rusland
Na Perm wachtte ons het avontuurlijkste deel van de trip door Rusland. 2000 km door een gebied waar ze in de regel nog nooit een toerist gezien hebben. En dat bleek. In cafe's langs de weg raakten de serveersters bijna in paniek als bleek dat wij niet-Russisch sprekende westerlingen waren. Radeloos keken ze dan hun collega's aan, die ook niet wisten wat ze ermee aan moesten. Gelukkig hadden we een standaard arsenaal(tje) aan gerechten die ze daar in elk cafe wel hebben. Ik bestelde altijd borsch (rode soep), gleb (brood) en plov (gebakken rijst met groente en komijn). Stefan kon zich kostelijk vermaken met het vooruitzicht dat ik weer een plov-borsch-gleb combinatie ging bestellen. Ondertussen maakte hij me (naast eland) ook uit voor vreetzak.
In het plaatsje Khokalovka hadden we 3 rondjes door de stad nodig om het enige hotel te vinden. De dag erna probeerden we het even onbekende Kotlas te bereiken, maar dat haalden we niet. Grote delen van de weg waren onverhard, en we reden op die stukken gemiddeld hooguit 40 km/uur. We wildkampeerden op een grasveldje net buiten het zicht van de weg. Het was fris en vooral Stefan had het s'nachts koud. De volgende dag bereikte we Kotlas. Hier maakte Stefan voor het eerst kennis met een verschijnsel waar ik al eerder mee was geconfronteerd: de dame van de receptie wilde ons geen kamer geven omdat we buitenlanders waren, dit communicerend met het woord "njet". Maar we hadden deze keer nog geluk. Na een tijdje ontdooide ze. Er was genoeg plaats in de gigantische sovjethotel met slechts een handvol auto's op de parkeerplaats.
Een paar dagen later in het plaatsje Velsk werden we in de eerste twee hotels om dezelfde reden geweigerd. In het tweede hotel troffen we een Rus, ook een hotelgast, die wat Engels sprak. Ik vroeg hem waarom wij geen kamer kregen en hij wel. Hij zei dat hij gereserveerd had. Ik wierp tegen dat dat wel zo kon zijn, maar dat het hotel 150 kamers had en er 4 auto's op de parkeerplaats stonden. Daarop zei hij dat alle gasten te voet kwamen.. Onzin natuurlijk, maar we moesten weer op zoek naar een ander hotel. Uiteindelijk vonden we er een in een klein plaatsje 3 km buiten Velsk.
De volgende dag gingen we een wandeling maken in het omliggende bos. We liepen over een brede zandweg langs een houtfabriek die er uitzag als een gevangenkamp: hoge muren met dikke rollen prikkeldraad en op de hoeken uitkijktorens. Zodra we een kleiner paadje het bos in liepen, bleek er overal afval te liggen op en naast het pad. Dit werd steeds erger totdat het pad er volledig mee bedekt was. We besloten toch wat verder het bos in te lopen in de hoop dat daar minder afval zou rondslingeren. Al snel kwamen we bij een kale vlakte waar over een breedte van 100 meter tientallen electriciteitkabels hingen. Ze gonsden en knetterden vervaarlijk. We durfden er niet onderdoor te lopen en keerden op onze schreden terug naar de hoofdweg.
De Rus gooit zijn afval in het bos. Genieten van de natuur kan natuurlijk wel in Rusland, de Russische taiga is het uitgestrektste bos ter wereld, maar daarvoor moet je wel een flink stuk van de bewoonde wereld af gaan. In de steden zie je vaak tientallen of zelfs honderden containers bij elkaar staan die zo groot zijn als garageboxen. Daar kan een wijk misschien wel een paar jaar zijn afval in kwijt. Wat ze er daarna mee doen weet ik niet, maar ik heb wel zo'n vermoeden..
De meeste Russen zien het bos als een gebruiksvoorwerp. Ze dumpen hun afval erin maar het is ook een belangrijke voedselbron en zelfs inkomstenbron. Dat geldt dan met name voor de Russen op het platteland die over het algemeen heel arm zijn. Ze trekken de bossen in om bosvruchten te plukken. Ongetwijfeld leggen ze een voorraad aan voor de winter en wat er dan nog over is wordt langs de weg verkocht. Als je door Rusland heen rijdt zie je overal mensen langs de weg zitten met een emmertje bessen of iets dergelijks die ze aan de man proberen te brengen. Het zou me niet verbazen als een volle dag langs de weg hooguit een euro oplevert.
Het leek soms wel alsof het leven van de Russen op het platteland zich afspeelde in de berm. Stefan en ik hadden na verloop van tijd een uitgebreide classificatie van mensen die we er aantroffen, zoals bermwandelaars, bermplukkers, bermslapers, bermscharrelaars, bermfietsers, bermzwalkers, bermzitters, bermschuifelaars en bermplassers. Overal stonden in de berm lada's geparkeerd die wij uiteraard omdoopten tot bermlada's.
Het is best schrijnend dat zoveel Russen op deze manier moeten zien te overleven. En helemaal schrijnend is het om na een dag door het platteland gereden te hebben in een grote stad te komen en daar meer dure auto's rond te zien rijden dan in Nederland. In een vorige blog heb ik ook al een dergelijke opmerking over Mongolie gemaakt dus ik verval wat in herhaling. Het is iets wat me deze reis telkens weer is opgevallen: de (ogenschijnlijke) rijkdom in de steden ten opzichte van de armoede van het platteland. Hoe clichematig het ook is..