Azoren: bloemen, geisers en walvissen
Azoren: bloemen, geisers en walvissen
Ik heb een voorliefde voor bijzondere eilanden, dus toen de Azoren jaren geleden als nieuwe bestemming aangeboden werden op de Nederlandse markt, wisten mijn vriend en ik meteen ons volgende reisdoel!
Het enige waar ik de Azoren daarvoor van kende, waren de weerberichten op tv, want het slechte weer in Nederland komt vaak van een laag drukgebied dat zich boven de Azoren ontwikkelt. Maar ondanks deze reputatie is het weer hier prima, met het hele jaar door temperaturen tussen de 15 en 25 graden. Je merkt wel dat je midden op de oceaan zit: het ene moment schijnt de zon uitbundig, het andere moment regent het pijpenstelen.
Midden op de oceaan? Jazeker, de Azoren liggen precies tussen Lissabon en New York in, op twee uur vliegen van het Europese vasteland. De archipel behoort tot Portugal en bestaat uit negen kleine eilanden die prima onderling gecombineerd kunnen worden. Wij hebben alleen het grootste en tevens hoofdeiland bezocht: Sao Miguel.
Dit wordt ook wel het groene eiland genoemd vanwege de bossen, de heuvels en de plantages; het lijkt hier en daar meer op Ierland dan op het Portugese vasteland. Door de vulkanische oorsprong en het groeizame klimaat is het eiland zeer vruchtbaar en is het vanaf het voorjaar één grote bloemenzee. Vooral de blauwe hortensia en de rozerode azalea groeien in enorme struiken langs de weg – een prachtig gezicht!
Wij hebben met een huurauto het eiland verkend en onze ogen uitgekeken, want behalve bloemen en bossen, heeft Sao Miguel ook vulkaankratermeren, geisers en walvissen!
Na een rit langs de westkust met schitterende uitzichtpunten over het eiland en de zee, komen we bij het meest bekende kratermeer: Sete Cidades. Eigenlijk zijn het drie meren bij elkaar – omringd door groene heuvels en hortensia’s – met allemaal een andere kleur; blauw, groen en turkoois. Wij zijn bovenlangs om de krater heen gewandeld –ongeveer 12 kilometer – en hadden steeds een adembenemend uitzicht over deze meren. We konden de verschillende kleuren goed zien, aangezien de zon volop scheen. Het dorpje Sete Cidades ligt beneden verscholen in de krater en is een leuk plaatsje om te lunchen.
Op de terugweg langs de noordkust hebben we Mosteiros bezocht. Hier heeft de ruwe zee plekken in de zwarte lava-kust uitgesleten, zodat er natuurlijke zee-zwembaden zijn ontstaan.
De tweede dag stond in het teken van de geisers bij Furnas, in het midden van het eiland. Dit dorpje ligt aan het Furnasmeer – ook een oude krater – en staat bol van de vulkanische activiteit. Zowel in het dorp als bij het meer bevinden zich de caldeiras; vulkanische bronnen met heet water dat uit de grond komt borrelen. Aan de grote rookwolken in de lucht zijn deze caldeiras al van verre te herkennen. De bewoners van Sao Miguel bereiden hier hun cozido-lunch, dit is een stoofpot van vlees en groenten. Het gerecht wordt gaar door de pan in één van de caldeiras te zetten en het zes uur te laten stoven.
Verder bevinden zich in Furnas de botanische tuinen van Terra Nostra, met de meest exotische planten en bloemen. Middenin het park ligt een grote vijver met mosterdkleurig thermaal water, dat door vulkanische warmte wordt verhit tot 37 graden. Wat heerlijk was het om hier even in rond te zwemmen!
De laatste dag bezoeken we Gorreana, dit is nog de enige theeplantage op Europees grondgebied. Het fabriekje is opengesteld voor bezoekers en de heerlijke Azoriaanse thee kan geproefd en uiteraard ook gekocht worden.Via de vuurtoren van Nordeste rijden we verder langs de woeste oostkust met zijn schitterende vergezichten en uitzichtpunten overal. Wij vonden Mirador de Sosseiga en Mirador da Madrugada de mooiste, vanwege de watervallen en bloemen overal.Tenslotte bezoeken we de schilderachtige oude hoofdstad Villa Franco do Campo in het zuiden, met hoog bovenop de berg de kapel Nossa Senhora da Paz. De volledig met blauw/witte tegeltjes ingelegde trappen brengen je naar een plateau, met werkelijk een schitterend uitzicht over de stad en de ananasplantages in de omgeving.
En niet alleen het éiland is bijzonder, de zee er omheen is dat óók! Want door het enorme aanbod van voedsel in het water rond de Azoren, komen er het hele jaar veel walvissen voor. Daarom hebben wij een vier uur durende walvistour geboekt bij een bedrijfje in de haven van Ponta Delgada. Eerst krijgen we een korte uitleg en film over de hier voorkomende walvissen en dolfijnen en daarna gaan we in snelle open boten de zee op, om deze reuzen in het echt te zien. We treffen het enorm, de lucht is wolkeloos en de zee erg rustig, dus wanneer de eerste dolfijnen om de boot springen, kunnen we ze goed bewonderen. Wanneer we de eerste toefjes water uit de spuitgaten van de grote “spermwhales” ontdekken, zijn de oh’s en ah’s niet van de lucht. We hebben er wel vijftien gezien; enkele grote mannetjes en een vrouwtje met een kalf- echt heel bijzonder!
Na deze mooie ervaring keren we terug naar ons hotel in Ponta Delgada. Dit is ook de hoofdstad van de Azoren en het centrum staat op de Unesco-lijst. Het is heel klein en pittoresk, met zijn klinkerpleintjes, stadspoort, kerken en wit met zwarte huizen. Het is elke avond weer een feest om in dit authentieke en niet-toeristische plaatsje rond te dwalen, op zoek naar een restaurantje waar onder andere heerlijke vis wordt geserveerd. Echte aanraders zijn Casa Acoreana en Talisman, zowel qua keuken als wat sfeer betreft.
Ach, Sao Miguel: bloemen, geisers en walvissen – maar ook watervallen, kratermeren en lekker eten. Wij zijn benieuwd naar de andere eilanden van deze bijzondere archipel!