Krakau
Krakau, Oost Europa op zijn best
Krakau bruist!
De stad aan de Wisla, deels op een heuvel gelegen en met een marktplein waar het altijd bruist. De stad die dit jaar nog verkozen is tot beste weekendje weg en de stad waar de Italiaanse renaissance, talrijke studenten, blauwe bagelkarretjes en goede straatmuzikanten het straatbeeld inkleuren. En waar je aardappelpannenkoekjes voor 3 zloty koopt. We hebben het over Krakau, het Florence van Oost-Europa.
Zelf spreken de inwoners liever over Krakov: de naam Krakau herinnert nog aan de Duitse bezetting en hoe hun Krakov toen als 'Krakau' werd uitgesproken. Onze gids is Marta Weigel en deze kordate dame maakt ons wegwijs in haar overzichtelijke stad. 'Onlangs had ik nog prins Albert en zijn vrouw op bezoek', vertelt ze, terwijl ze klikklakkend op haar hakjes ondertussen druk naar alles wijst dat interessant is. En dat is veel! 'Aardige man en wat een mooie vrouw, alleen lachte ze nooit.' Ze schudt haar hoofd. 'Onvoorstelbaar hier in Krakov.'
Relikwie
We beginnen onze tour in Wawel, dat 'droge plek' betekent en het historische centrum vormt. Wawel ligt op een heuvel van 228 meter en herbergt onder andere een kathedraal, het koninklijk kasteel en de Drakengrot. In de Wawelkathedraal is een relikwie van paus Johannes Paulus II te vinden: een druppel van zijn bloed zit verstopt in een zilveren doosje en trekt dagelijks duizenden nieuwsgierigen. Het kasteel is in Italiaanse renaissancestijl en lijkt met zijn pastelkleuren, sierlijke ornamenten en fresco's net een smakelijk toetje. Het is nu een museum, maar vroeger was dit het optrekje voor de Poolse koningen en koninginnen.
In de Drakengrot woonde vroeger een draak die schapen, varkens en schone vrouwen als maaltijd nuttigde. De legende gaat dat de koning ten einde raad was en zijn dochter uitloofde aan de man die de draak kon verslaan. Een schoenmaker bedacht een list en gooide een lammetje gevuld met zwavel de grot in. De draak verorberde het met smaak, maar explodeerde niet veel later en sprong al brandend in de Wisla. Eind goed al goed: de schoenmaker trouwde de prinses en drakenmerchandise is nog overal terug te vinden in Krakau. In de Drakengrot zit er nog steeds een en Marta wijst naar het vuur dat tussen de bomen door wordt gespuwd. 'Kijk dus maar uit', fluistert ze. 'Je weet het maar nooit met draken.'
Paarden die glimlachen
Beneden lopen we over de Ulica Grodzka - de koninklijke straat - naar Rynek Glowny, het grootste marktplein van Europa, waar van alles te zien is. De bloemenmarkt, de duizenden duiven, hipsters hand in hand met Rammsteinfans, koetsjes met versierde paarden die lijken te glimlachen, hoewel dat ook kan komen door hun strakke beugel, of het podium in het midden van het plein. Marta kijkt er niet meer gek van op. 'Jaarlijks organiseert Krakau zo'n 3000 culturele evenementen, elke dag is er iets te doen.' Er kan dus zo maar een bonte stoet mannen in klederdracht en grote hoeden voorbij marcheren. Of raak betoverd door een concert van schoolmeisjes met engelenstemmen. Luidruchtige Britten die hun vrijgezellenfeest vieren (een retourtje Manchester-Krakau kost bijna niets), worden tegenwoordig geweerd op het plein, waardoor ze zich nu in zijstraatjes bezatten. 'Zij verpesten de sfeer hier. Het enige wat zij van Krakov zien, is de bodem van hun bierglas.'
Op de toren van de Mariakerk speelt een trompettist het bekende deuntje van de stad, de Hejnal. In de middeleeuwen werd het gespeeld door de torenwachter die de stad wilde waarschuwen voor de komst van de Tartaren. Midden in het liedje werd hij geraakt door een pijl en tot op de dag van vandaag klinkt elk uur dit plots afgebroken liedje.
Geesten
Wanneer we naar het universiteitsterrein lopen, vinden we op ons pad een bakfiets vol met boeken. 'Krakau is een literatuurstad, lezen wordt erg gestimuleerd. Uit deze bak mag iedereen een boek uitkiezen, en ook in koffietentjes liggen romans voor het uitzoeken, de stad is een grote bibliotheek.' Op de bankjes verspreid over de stad staan de namen gegraveerd van Poolse schrijvers, zoals Jan Dlugosz. Marta aait de bank en knijpt haar ogen tot spleetjes. 'De geesten van de schrijvers waken over Krakov.'
Krakau is een studentenstad met 24 universiteiten en 200.000 studenten. De gang naar het Collegium Maius, de zesde oudste universiteit van Europa, is versierd met fresco's en op de binnenplaats aangekomen stoppen we bij een fonteintje met een leeuw die water spuwt. 'Drink en word wijzer', weet Marta en we vullen de waterflesjes daarom tot de rand. Onder andere Copernicus, Roman Polanski en paus Johannes Paulus II studeerden hier en het is niet onwaarschijnlijk dat zij in hun tijd ook van het water hebben gesnoept. We vervolgen onze weg naar Kazimierz dat ooit een aparte stad was en sinds einde 18e eeuw bij Krakau hoort. Het ligt op twintig minuten loopafstand van de grote markt en aan de lange Ulica Starowislna vind je banketbakker Cichowsky waar Marta snel naar binnen duikt. Dit moet je proeven! Likkebaardend reikt ze een walnotenkoekje aan. Voor elk koekje moet je een kilometer lopen om het er weer af te krijgen, maar het is het waard. We zetten onze tanden erin en geven haar gelijk. Een tweede en een derde volgen en we zetten het op een lopen. Een stedentrip Krakau is echt een geweldige beleving!
Bron:
http://www.telegraaf.nl/reiskrant/stedentrip/23339557/__Krakau_bruist___.html