Dag 3: van Hjørring naar Stavanger
Dag 3: van Hjørring naar Stavanger
Op dag drie is het regengebied, dat de dag ervoor de hele dag boven Denemarken circuleerde, verdwenen. Voorzichtig komt de zon door het dikke wolkendek heen. De meeste spullen zijn nog wat klam in de backpack gegaan. Het is amper 10 graden en met een nat motorpak is de rit van 10 kilometer naar Hirtshals niet echt aangenaam. Gauw de boot in, want daar is het lekker warm.
Op de boot sprak ik Torsten. Een 57 jarige Deen, die op weg is voor zijn 15e keer naar Noorwegen. Torsten rijdt ook motor, dus meteen veel gespreksvoer. Hij vertelt mij hoe mooi Noorwegen is. Ik vind Denemarken al een mooi land. Torsten zegt dat Noorwegen wel 100 keer mooier is. Dus ik hou mijn hart vast voor Noorwegen! Ondertussen kleurt de lucht steeds meer blauw en wordt het landschap mooier en mooier, naarmate de ferry de zuidkust van Noorwegen bereikt. Bij aankomst in Kristiansand schijnt de zon volop. Heerlijk! Het rotgevoel van gisteravond verdwijnt daarmee in één klap.
Deze Zuid-Noorse kuststad bestaat uit levendige haventjes, withouten huizen en is omgeven door een rotsachtige kust met diverse kleine eilandjes. Ik rijd met Torsten door het centrum van Kristiansand. Omdat ik voor mijn reis door Noorwegen vooral benieuwd ben naar de diversiteit van de natuur, bleef ik niet lang in Kristiansand. Ik pin dus snel even bij een minibank en ga met een goedgevulde portemonnee, à 2.000 Noorse Kronen (250 euro), alleen verder. Ik wens Torsten een fijne reis, hij gaat naar het noorden en ik ga westwaarts, via de zuidkust, naar Stavanger. Deze kustroute is ruim 200 kilometer lang en staat bekend als één van de mooiste wegen in Noorwegen. Via de E39, van Kristiansand naar Flekkefjord, maak ik voor het eerst kennis met het prachtige Noorse landschap. Links van de weg een kalme zee en rechts voornamelijk bossen, heuvels en binnenmeren. Op deze wegen mag je niet harder dan 80 km/u en dat is prettig, want zo krijg je veel mee van dit schitterende landschap.
Na 100 kilometer toerend in de heerlijke zon, ga ik bij Flekkefjord van de E39 af. Het mooiste gedeelte van deze kustroute moet nog komen. Ik vervolg mijn weg via de N44 richting Egersund. Het landschap verandert hier ook meteen. De heuvels worden bergen, de bossen worden kale rotsformaties en de binnenmeren verdubbelen. Ook is er inmiddels geen wolk meer te bekennen en de strakblauwe lucht draagt nog meer bij aan het overweldigende gevoel dat de Noorse natuur mij geeft. De motorrijder komt hier goed aan zijn trekken met het vele bochtenwerk door dit adembenemende landschap. Na elke heuvel of bocht wil je wel stoppen om een foto te maken of om even te genieten van de mooie natuur. Doe je dit, dan is de kans groot dat je pas rond middernacht in Stavanger aankomt. Ik hield het bij duizend keer “Oohh!” en “Aahh!” schreeuwen in mijn helm.
Ik stop wel even bij Egersund, waar de bekende Eigerøy Fyr (vuurtoren) staat. Deze vuurtoren doet nog dienst en heeft zelfs één van Europa’s sterkste lichtbundels. De vuurtoren is dan ook nog erg belangrijk als beschermer voor de duizenden schepen die dagelijks langs de Noorse kust varen.
De resterende 70 kilometer naar Stavanger, zijn ook erg mooi. Het landschap vlakt steeds meer af, al is dat van korte duur. Het fjordlandschap verschijnt meer en meer aan de horizon. Voor ik het weet, rijd ik weer in de heuvels, aan de voet van het Noorse fjordlandschap. Eenmaal in Stavanger is de camping makkelijk te vinden. De wegen in Noorwegen zijn niet alleen goed, de wegwijzers ook. Van tevoren had ik een dagelijks budget van 100 euro vastgesteld. Ik probeer zoveel mogelijk te kamperen, zodat ik weer wat meer geld over houd aan lekker (uit)eten of een keer een duurdere uitstap.
Mosvangen, zoals de camping in Stavanger heet, is wat vies en het is er vrij druk. Dat hoort misschien ook wel bij een stadscamping. Marit, een typische mooie Noorse dame, staat iedereen zeer vriendelijk te woord aan de receptie. Ik wil heel graag naar de Preikestolen (de preekstoel). Een rotsformatie in de Lysefjord op ongeveer 50 kilometer afstand van Stavanger. Zonder het te vragen geeft Marit ook mij, op haar vriendelijke manier, het advies om morgen de eerste bus te pakken. Ze weet uit ervaring dat het dan niet druk is en ook weet ze dat het morgenochtend mooi weer wordt. Ik geloof haar meteen, op haar mooie blauwe ogen en stralende glimlach.
Ik kom maar niet in slaap. Ligt het aan Marit? Of aan mijn verheuging op het bezoek aan de preekstoel? Want dat is namelijk wel één van mijn doelen op deze reis. Of ligt het aan de drukke autoweg, die 20 meter van mijn tent is? Soms lijkt het alsof er ieder moment wel een auto mijn tent in komt rijden. Waarschijnlijk is het alles bij elkaar.