Dag 11 en 12: van Jotunheimen naar de Olympische spelen

Door: Jornbrand

Geplaatst op Aug 28, 2011

Ik besluit wel om een dag later naar Oslo te gaan. Ik wil Lillehammer en Hamar toch al bezoeken op de reis van Jotunheimen naar Oslo. Dus dan maar heel rustig afzakken naar het zuiden. Via de Jotunheimsvegen, een gravelweg van 45 kilometer, rijd ik uit het hooggebergte uit naar het heuvelachtige gebied van Zuidoost Noorwegen. De kale rotsen en bergen maken steeds meer plaats voor glooiende heuvels en dichte naaldbossen. De laatste kilometers naar Lillehammer gaan weer op normaal asfalt. Door het vele bochtenwerk in dit gebied is het hier puur genieten als motorrijder. De kilometers asfalt vliegen voorbij en voordat ik het weet, rijd ik de Olympische stad van 1994 binnen.

Ik boekte een overnachting in een hostel boven het station van Lillehammer. Ideaal voor als je met de trein door Noorwegen reist. Ik wil de skischans, waar Jens Weißflog het goud behaalde met een sprong van 133 meter, beklimmen. De sprong van de Duitser kan ik me niet meer voor de geest halen, net zo min als de zilveren medaille van Rintje Ritsma op de 1500 meter in het Vikingskipet van Hamar, waar ik een dag later rondloop. Geen sneeuw rond en op de skischans en geen ijs op de schaatsbaan van Hamar. Logisch als je er in de zomer rondloopt. Toch is het een groot gemis als je op zoek bent naar het ‘Olympische gevoel’. Dan maar door naar Oslo…

Foto's

8c51a.jpg

Jornbrand