De bevrijding van Brielle deel 2
De bevrijding van Brielle deel 2
Ik ken geen plaats waar ze zo uitbundig hun geschiedenis vieren als Den Briel, ieder jaar op 1 april viert Den Briel zijn bevrijding van de Spanjaarden alsof het de dag ervoor gebeurd is.
Heel de stad lijkt een reis terug in de tijd te maken, in een toneelspel met geen gelijkenis herleven ze de gebeurtenis die afspeelde op 1 april 1572, dit mogelijk gemaakt door de zeer ervaren 1 april vereniging en de gedreven inwoners van Den Briel
In mijn vorige blog heb ik uitgelegd hoe de ( Water )geuzen zijn ontstaan, en hoe een Geuzenvloot onder leiding van Admiraal Lumey na een storm in de Maasmond terecht kwamen en per toeval ter anker lagen vlak bij het vesting plaatje brielle.
De bevrijding van Den Briel, deel 2: De veerman
Waarschijnlijk kon de Brielse Veerman Coppestock die ochtend toen hij over de maas roeide en wel 25 Geuzenschepen vlak bij de de stad zag liggen zijn ogen niet geloven. Zouden ze gekomen zijn om Den Briel van de Spaanse bezetters te bevrijden? Hij moest het zeker weten, roeide op de vloot af en liet zich in contact komen met de vloot Admiraal Lumey.
Lumey was eigenlijk helemaal niet van plan om een landinwaardse aanval te doen, ze zijn immers door storm hier per ongeluk verzeild en zijn vloot was immers niet bevoorraad voor zo'n grote overname. Maar toen Coppestock vertelde dat de Den Briel door niet meer dan een handje vol Spaanse soldaten bewaakt werd en dat de grootste deel van de manlijke bevolking uit de stad was om elders te vissen wist hij interesse van de scheepscommandant Blois van Treslong die zelf ook in Den Briel gewoond heeft te winnen.
Samen wisten ze Admiraal Lumey te overtuigen, Blois en de Admiraal stuurden Coppelstock naar de burgemeester van Den Briel om hem te overtuigen de stad in vrede aan hun over te dragen, als bewijs gaf Blois van Treslong zijn zegelring aan Coppestock.
Hij waarschuwde Coppestock dat als de burgemeester de stad niet vrijwillig overgaf ze de stad zouden aanvallen met vijfduizend man, in werkelijkheid waren ze met veel minder man maar dat hoefden de Spanjaarden niet te weten.
Coppelstock vertelde zijn verhaal aan de burgemeester van Brielle en zijn vroedschap, de burgemeester deed er eerst maar lacherig over, die Geuzen waren toch pas uit Engeland verbannen? Waarschijnlijk waren ze gewoon verdwaald of konden ze nergens anders heen.
Maar Coppestock bleef volhouden dat als de burgemeester niet met de Geuzenadmiraal zou praten ze de stad zouden aanvallen en tot de grond gelijk zouden branden.
Pas toen Coppelstock de burgemeester de zegelring van Blois van Treslong liet zien kreeg de burgemeester toch twijfels, Blois was immers niet de eerste de beste en stond ook niet als grappenmaker bekent, bovendien is de stad zo goed als onbewaakt, de paar Spaanse soldaten in de stad waren meer in de kroeg dan dat ze met hun taak bezig waren.
Uiteindelijk stemde de Burgemeester toe om later in de middag met de geuzen te overleggen.
Maar terwijl hij de veerman Coppelstock terug naar de geuzenvloot stuurde om hun de door te geven wanner het overleg plaats kan vinden, lied de burgemeester gelijk een soldaat naar Vlaardingen sturen met soldij voor hondert nieuwe soldaten om Den Briel te verdedigen, en al heel gauw werd vanuit de marktplein opgeroepen dat iedere beschikbare man zich moet melden om te dienen onder de Spaanse commandant.
De burgemeester was nog zeker niet van plan om de stad aan de Geuzen af te geven, de Spanjaarden hadden immers slechte dingen over hun verteld, wat hem betrof waren de geuzen schorem en goddeloos gespuis, aan hen zal hij de sleutel van de stad nooid geven.
wordt vervolgd