Terschelling is een veelzijdig eiland. In de zomer bruisen de dorpjes met leuke cafe's en terrassen, restaurants waar je lekker kunt eten en winkels vol kunst, nuttige zaken en de broodnodige souvenirs.
Maar het eiland kent vooral een grote diversiteit in natuur; het wad zit vol leven met schaal en schelpdieren, zeevogels en met enkele duizenden grijze en gewone zeehonden. De dijken staan vol met schapen terwijl op de weilanden erachter grazen de koeien en draven paarden. Na het kruisen van de hoofdweg waaraan alle dorpen van het eiland liggen nader je de bossen die vroeger vooral uit dennenbomen bestonden maar tegenwoordig ook steeds meer uit loofbomen bestaan. Ten Noorden van de bossen begint het heidelandschap, zoals hier op de foto staat, en het duingebied met achter de duinen prachtige brede zandstranden en de Noordzee. Aan de Oostzijde van het eiland heeft de natuur vrij spel op de Boschplaat en ten zuiden daarvan de vijf slenken, zeegeulen die met hoogwater onderlopen en bij eb vrij liggen. Hier zijn in het broedseizoen enorme hoeveelheden vogels te vinden, dan is het grootste afgesloten voor het publiek, maar ook buiten het broedseizoen is een bezoek nog altijd de moeite waard.