Vergankelijkheid op het Pieterpad
Vergankelijkheid op het Pieterpad
Je kent het vast wel. Je ziet een zonnestraal doorbreken op een oude beuk in de verte.
Dat licht, die kleuren, ze doen je denken aan iets uit het verleden. Ik ben in Groningen en wandel met mijn schoonfamilie over het Pieterpad. Het is herfst en in een langgerekte stoet van schoonzussen en zwagers bewandelen we het pad. Gezellig keuvelend lopen we van Haren naar Zuidlaren en onderweg genieten we van mooie paadjes, prachtige herfstkleuren en het prettige gezelschap.
Enkele jaren later liepen we met mijn zwager en schoonzus het traject van Doetinchem naar Millingen bij de Rjin. Het zou ons laatste traject van het Pieterpad in die setting zijn, maar daarvan hadden we toen geen enkel idee. Het was herfst en de bomen kleurden mooi. De bladeren vielen van de bomen en de geur van verrotting, schimmels en paddelstoelen hing in het bos. Er hing een geur van vergankelijkheid tussen de bomen.
Gisteren liep ik door een bos en snoof diezelfde geur van vergankeljkheid en verrotting op. Ik zag een prachtige beuk oplichten in de zon. Zijn bladeren schitterenden geel in dat moment van fel zonlicht. En ik, ik was in gedachten weer op het Pieterpad aan de wandel. Samen met mijn man en mijn zwager en met wijlen mijn schoonzus.