Noord Holland
Een paar seconden maar, dan is alles zwart
Een exact gelijke situatie kun je nooit twee keer over doen. Als dat wel zou kunnen, neem je de tweede keer waarschijnlijk dezelfde beslissing als de eerste keer, maar heel soms misschien niet. In de meeste gevallen zal het niet veel uitmaken: twee verschillende beslissingen op een bepaald moment zal iemand's leven in grote lijnen niet veranderen. Als het allemaal kon, dezelfde situatie nog eens over doen, dan zouden veel mensenlevens er misschien toch wel anders hebben uitgezien. In de film Sliding Doors uit 1998 gebeurt het: hoofdrolspeelster Gwyneth Paltrow neemt de metro op weg naar huis. In de eerste versie mist Gwyneth de eerst arriverende metro, omdat ze – ze heeft haast - tegen een meisje aanloopt en er daardoor tijd verloren gaat om de metro nog te halen. In de tweede versie stapt ze wel tijdig in de metro, omdat er nu geen meisje is dat haar de weg belemmert. De consequenties van het al dan niet tijdig instappen in de metro zijn dramatisch. In de eerste situatie komt ze later thuis, en daardoor wordt ze niet geconfronteerd met een onbekende vrouw die intiem is met haar man. Er is geen reden om haar man te verlaten en samen leiden ze vervolgens een ongelukkig leven. In de tweede situatie komt ze op tijd thuis – ze treft de vrouw aan – en ze besluit haar man te verlaten. Ze krijgt een relatie met een andere man met wie ze een betere toekomst ingaat.
We kennen deze situaties allemaal wel. Dat kleine schijnbaar onbelangrijke beslissingen grote gevolgen kunnen hebben. In december 2004 waren wij bezig met een reis naar Thailand, de Andamaneilanden. Vertrek op 22 december. Een mooi programma. Op dag vijf, 26 december, zouden we in Khao Lak zitten. Lekker ontbijtje en dan om een uur of half tien naar het strand. We zagen het helemaal voor ons. Afgesproken, zeiden we, morgen gaan we boeken. De boeking met vertrek op 22 december kwam er niet; het werd twee weken later. Met Kerst zouden we thuis zijn. Op 26 december 2004 om 9.30 ’s morgens overspoelde een tsunami het strand van Khao Lak. 900 toeristen, Zweden, Engelsen, Nederlanders hadden geen schijn van kans. Wij zouden dat ook niet gehad hebben, ik ben er zeker van. Een schijnbaar onbelangrijke beslissing, in een paar seconden genomen, (toch maar niet gaan) heeft vrijwel zeker ons leven gered en het in ieder geval met al bijna 10 jaar verlengd. Daar ben ik best blij om. Ik kan er nog blij om zijn.
Is dat de reden van ons collectief verdriet over de ramp met MH17? Wij kunnen nog leven, hoe dan ook, maar 293 mensen die ook nog geen afscheid hadden genomen van het leven, boordevol plannen zaten, fijne vooruitzichten hadden, kunnen dat niet meer. Het was niet hun eigen beslissing. Een zootje ongeregelde mannen, die het met elkaar niet eens kunnen vinden, vonden het nodig te doen wat geen beschaafd mens doet, oorlog of niet: een verkeersvliegtuig uit de lucht schieten. Alsof het een spelletje is om de verveling te verdrijven. Ook zij hadden misschien beslissing a kunnen nemen (Igor, haal je vinger van die knop), maar het werd b.
Aan 298 mensen is niets gevraagd; zij hadden geen enkele reden om niet mee te gaan met de vlucht. Zij hadden geen enkel idee. Niemand had een idee. Behalve een dronken crimineel in Oost Oekraïne. En niemand had het recht de bestemming van 298 mensen te veranderen. Ook niet die doorgedraaide rebel in Oost Oekraïne.
Toen ik nog heel jong was, een jaar of zes, vroeg ik waar de hemel was. Mijn verzorgers mompelden iets van ‘ergens daar boven’. Het was een grote zaal met gouden kandelaars, gouden bordjes, engeltjes die op harpen speelden en veel lekker eten, zo bedacht ik me. Het vagevuur was al minder. Je voelde het vuur af en toe al aan je schenen branden en je moest er niet te lang blijven. Bij de hel dacht ik aan het binnenste der aarde; ik had over magma gelezen. Het was er enorm heet, en je kon er nooit meer weg. Tot in de eeuwigheid zou je daar blijven. Sinds een week weet ik dat de hel bij Donetsk ligt, in de Oost-Oekraïne. In ieder geval deze week. Een zeer arm, grauw gebied met modderwegen en gammele hutjes, zwerfhonden en gekweld kijkende groezelige gezichtjes onder hoofddoeken. Normaal gesproken wil je hier nog niet eens dood worden gevonden. Hoe ironisch om daar terecht te komen. Niemand verdient de hel.
Ik heb vaak met Malaysia Airlines gevlogen. Op het tracking system, waar je kunt volgen waar het vliegtuig zich bevindt, zag ik zo vaak Irak voorbij komen, Afghanistan, Oekraïne, Tsjetsjenie. En even zo vaak dacht ik: je kunt hier zo maar naar beneden gehaald worden. Hier wil je toch niet terecht komen. Gelukkig altijd goed gegaan. Voor ons.
Niemand die er aan denkt dat het gruwelijk mis kan gaan, niemand die er aan wil denken. Je gaat gewoon waarvoor je wilt gaan, je doet wat je wilt doen, je leeft waarvoor je wilt leven. Dat is de essentie van leven, je wilt niet dood. Nog lang niet. Zo eenvoudig is dat.
En zo eenvoudig wordt het je dus afgenomen. Een tweede kans om (niet) in te stappen krijgen ze niet. Het is onherroepelijk. Het is zo oneerlijk.
‘Oma hoe lang nog’? ‘Nou nog wel zeker 8 uur jongen, we zitten bijna boven Rusland’. ‘Oma, wat zijn sepa, sepa, kijk dit woord hier in de krant?’ ‘Separatisten, dat weet ik ook niet jongen, je stelt van die moeilijke vragen al. Ga nu maar lekker puzzelen nog even, het eten komt zo’. ‘Ja maar Oma’…….. Hij maakt zijn zin niet af. Een ongekende dreun, hels lawaai. Zijn grote bruine ogen kijken in de verschrikte ogen van Oma. Ze lijken elkaar nog iets te willen zeggen, maar ze kunnen het niet meer. Een paar seconden maar. Dan is alles zwart.