De ravage na het noodweer
De ravage na het noodweer
Vught dinsdag 28 juni. De NS rijden met een aangepaste dienstregeling vanwege het aangekondigde noodweer. Weeronline waarschuwt voor fikse windstoten tot 100 kilometer per uur, hagelbuien en flinke regenval. Het KNMI heeft in het hele land waarschuwingen voor blikseminslagen gegeven.
Trouwe sporter als ik ben, ga ik luchtig gekleed naar de atletiekbaan om toch wat te trainen. De opkomst is groot, het lijkt erop alsof ook medesporters de waarschuwing in de wind hebben geslagen. Wij trainen binnen, in het krachthonk. Het is er warm, maar al snel blijkt dat wij toch de beste plek hebben vanavond. Rond 20:00u begint het namelijk te regenen, maar veel gevaarlijker, ook onweer is in de lucht. Bliksemflitsen schieten door de lucht en het wordt steeds donkerder. Steeds meer atleten verlaten het veld en trimmers spoeden zich terug naar de baan. Het wordt nog donkerder en ook begint het te waaien. Uitlopen laten we maar zitten vandaag, we zoeken een plekje in de kantine. Het is er druk. Het weer is nu zo slecht dat niemand naar huis durft, zelfs niet met de auto. De regen komt met bakken uit de lucht, we zien zelfs de voorspelde hagelstenen. Het is donker, maar toch ook wit van de regen. We zoeken een plaatsje voor het raam. De ramen zijn beslagen. We vegen over de ruit om iets te kunnen zien en dan wordt er geroepen dat er bomen omwaaien! We kunnen het niet goed zien, wel is duidelijk zichtbaar dat er een rivier begint te ontstaan op het pad naast de kantine. We vinden het nog niet veilig om naar huis te gaan. Mobieltjes hebben geen bereik en water druppelt door het dak naar binnen. Om de tijd te doden en uit de warme drukte te ontsnappen, gaan we weer terug naar het krachthonk. We doen wat balansoefeningen, maar we worden steeds onrustiger. Inmiddels wachten we al een uur om naar huis te kunnen en we fantaseren al over een overnachting in de krachtruimte. Dan heeft één van ons internetverbinding en het weer lijkt alleen nog maar erger te worden als we buienradar raadplegen. We kijken naar buiten en zien dat het minder hard regent en de wind is ook duidelijk afgenomen. Binnen 5 seconden is het besluit genomen, we gaan het proberen….. .
Op de parkeerplaats ligt een laag van 5 cm water, maar ik ren erdoor heen. Beter natte voeten dan langzaam lopen en helemaal nat regenen. Gelukkig ligt er geen boom op mijn auto en ik stap snel in. De ruitenwissers zet ik aan en de luchtcirculatie. Al na 100 meter kom ik een boom tegen die dwars over de weg ligt. Geen probleem, ik maak een bocht en rijd via een andere weg. Daar staat het vol met water. Rustig rijd ik er doorheen. Er staan mensen op de stoep, buiten in de regen. Ik houd even stil, want een fietser komt me tegemoet en ik wil hem niet in een golf water doen belanden. Gespannen zit ik in de auto. Het water komt steeds hoger en ik heb geen idee of ik daar wel doorheen kan rijden. Ik heb hier helemaal geen ervaring mee. Zo rustig mogelijk rijd ik verder, want ik denk dat het niet goed is als er water in de motor spat. Ik schat de diepte op 30-40cm en ben blij als de weg stijgt richting de spoorwegovergang. Daar staan echter andere auto’s stil en lopen ook weer mensen op straat. Het zijn allemaal atleten die gestrand zijn. Ik vraag wat er aan de hand is, een boom blokkeert de weg aan de andere kant van het spoor. De weg naar links biedt ook geen uitkomst, want ook daar schijnt een boom te liggen. Ik heb ook helemaal geen zin om terug te gaan door de diepe waterlaag, dus we overleggen met elkaar. 2 anderen hebben al uitgezocht dat we over de stoep kunnen rijden, om de boom heen en dan door het plantsoen weer de weg op. Onderaan bevindt zich weer een diepte van water, maar we hebben geen keus. Voorzichtig rijden we achter elkaar aan en we zijn blij als we het allemaal gered hebben. Op de 500 meter die ik verder nog naar huis moet, liggen nog 2 bomen op de weg, maar met hulp van verkeersregelaars kom ik er langs.
Voor ons huis liggen 2 bomen op de straat. Ik kijk snel en zie geen schade. De auto zet ik wat verder, waar geen bomen staan. Op straat kom ik mijn vriend en de buren al tegen. We wisselen verhalen uit en zijn blij dat we geen schade hebben. Er lopen allemaal mensen door de straat en iedereen maakt foto’s. Het is een onwezenlijke situatie, we zijn doodmoe. Toch lukt het niet goed om te slapen, dat wordt nog eens versterkt door het feit dat we de hele nacht kettingzagen horen en in het begin ook sirenes. Het is een lugubere sfeer.
Niet uitgerust sta ik op de volgende ochtend en ga ook op pad met de camera. Ik loop een rondje in de buurt en zie dat de ravage enorm is. Vooral grote bomen liggen om, meestal met de gehele kluit. Ze liggen op auto’s en tegen huizen aan. Het is druk op straat. Schoolklassen lopen rond met hun meester, er wordt gefilmd en gefotografeerd. Omroep Brabant is aanwezig en zelfs de NOS. Het lijkt wel ramptoerisme. Toch heb ik zelf het gevoel dat ik het vast moet leggen. De ravage is nauwelijks te beseffen. De bomen die de straat blokkeren zijn al opgeruimd. De gemeente, meerdere brandweerkorpsen en zelfs het leger zijn de hele nacht bezig geweest.
Ik realiseer me dat het hier niet gaat om een reisbestemming, maar omdat ik er nog steeds zo ontzettend van onder de indruk ben en het verhaal graag wilde opschrijven. Maar ook omdat hier toch wel sprake is van (ramp)toerisme en de situatie uitzonderlijk is ten opzichte van de rest van Nederland, heb ik gemeend deze blog hier te kunnen plaatsen.