Rome
Waar een staking al niet goed voor is!
Terwijl ik buiten de tent zacht stemmen hoorde praten, verwarmde de zon aan de binnenkant mijn wakker wordende lichaam. Langzaam werd het gesprek dominanter, en voor ik het wist zat ik rechtop in bed: Er was een staking in Rome. Het openbaar vervoer in en om heel Rome lag plat. En aangezien de camping waarop we ons bevonden ruim 5 kilometer vanaf het eerste contact met de Romeinse wereld lag, was dit voor veel mensen een drama. Een niet te noemen tragedie.
Ik had geluk. Ik kan Rome ondertussen dromen, en haast had ik allerminst. Dus binnen een paar minuten had ik me ontpopt tot observerend participant, en dwarrelde ik traag – maar gelukkig - richting de bar voor koffie. Onderweg stonden groepjes mensen te bedenken hoe ze dit wereldprobleem gingen trotseren.
Het shuttlebusje, dat normaal gesproken met een tempo van st. Juttemis heen en weer tussen camping en vaticaan reed, had een mooie omzet kunnen draaien. Maar de chauffeur leek eerder over verhit dan geinspireerd te raken van deze plotselinge situatie, en dwaalde als een kip zonder kop in het rond.
Met een cappucino sloeg ik het tafereel van een afstandje gade. Het zag er komisch en tegelijkertijd sneu uit. Mensen die oplossingen leken te zoeken, maar niet verder kwamen dan enkel naar elkaar en de ander te wijzen. En door te wachten. Dat was nog het vreemdst. Alsof door te wachten de antwoorden opeens uit de hemel neer zouden dalen. Wat natuurlijk niet gebeurde.
Dit was niet de eerste keer dat ik me verbaasde over het type mens dat, bij het zetten van één voet over een camping-drempel, verandert in een niet-nadenkend wezen en als een mak schaap van tent naar wc en zwembad sjokt. Bij de receptie stonden dagelijks rijen van 15 minuten, waarvan ik de meeste mensen verdacht van een ernstig aandachtstekort dat ze leidzaam lieten aanvullen door de receptioniste van die dag.
En hoe het gekomen is weet ik nog steeds niet, maar opeens nam ik het besluit dat er iets gedaan moest worden. Of eigenlijk was het niet eens een besluit. Het was een onvermijdelijke keuze. Dit kon toch niet langer zo? En voordat ik erg in had stond ik op, liep terug naar de bar, en storte me op een diepte interview met Ivan (mijn held de barista). Ivan begreep weinig van mijn tomelloze energie, maar bood een gewillig oor. Vervolgens liep Asia langs, een poolse stagiaire en mijn taal-uitwisselings-maatje. Asia lachte.
Mijn zelfvertrouwen en enthousiasme groeide en de eerste stap over de drempel was gezet: Ik zou wel even een grandioos informatiepakketje in elkaar draaien dat het campingleven een stuk simpeler zou maken. Ik blij. Iedereen blij. De één vult op z’n vrije dag een kruiswoordpuzzel in, en de ander tekent leuke pictogrammen op een wit A4-tje en haalt haar Pabo-verleden uit de kast. Toevallig ben ik die ander.
Nog geen vijf minuten later liep ik van de bar naar de receptie. Van de receptie, naar het informatiepunt. Via het zwembad terug naar de bar (waar ik Ivan tot mijn Rots in de Branding had gebombardeerd). Onderweg onderwierp ik iedere medewerker die ik tegen kwam aan een spontaan opgekomen vragenlijst. - Nu is het wel even handig om te weten dat ik ondertussen het meeste personeel bij naam kende, en al menig drankje of dansje met ze gedeeld had -
Na een uurtje had ik de belangrijkste informatie verzameld en danste terug naar de bar, waar ik naast Ivan nu ook Emiliano aan trof. Ondertussen had ik in mijn hoofd al een drie-delige informatiereeks geschreven. Was er een website ontwikkeld, en had de hele camping een transformatie ondergaan. Hmm… Valkuiltje. Gelukkig (achteraf!) haalde Emiliano me pijlsnel weer naar de aarde door het toverwoord ‘marketing’ vijftien keer te herhalen. Wat ik in al mijn enthousiasme natuurlijk even overboord had gegooid. Lang leve de inhoudelijke discussie. Nog standvastiger dan daarvoor liep ik naar het zwembad om leuke werkbladen in elkaar te knutselen
Onderweg kwam ik de eigenaar van de camping tegen. De persoon die ik uiteindelijk hebben moest om dit impulsieve spelletje tot iets functioneels maken. We kenden elkaar niet, maar ach… Men moet het ijzer smeden als het heet is. Is het niet? Hupsakee, niets hield me tegen. Vrolijk stelde ik mezelf voor en voegde er maar meteen aan toe dat ik een dwaas maar leuk idee had. De eigenaar bleek een enthousiaste, open man. Een Italiaan. Dat wel. Maar dat nam ik op de koop toe.
Twee dagen later zaten de Italiaanse eigenaar en ik om de tafel. Voor ons stapels folders en brochures. ‘Dit is wat jullie nu hebben’, zei ik. ‘En dit…’ ik schoof een paar A4-tjes zijn kant op ‘.. is, wat ik denk dat het makkelijker en simpeler kan maken.’ Hij keek. Keek nog eens. Lachte.
En zo is het gekomen dat ik door een eenvoudige staking in het Romeinse openbaar vervoer, nu thuis op een laptop foto’s uit zoek om straks in een pdf-je te plakken. Een pdf-je dat naar Italië vertrekt, om daar wellicht in een brochure te verschijnen…