Als Alice in de Via del Pigneto
Als Alice in de Via del Pigneto
Onder mijn voeten trekt het grijs van de stenen voorbij. Naast me rijden twee auto's. Een witte met daar achter een rode. De rode auto wil sneller, maar de straat is te smal om in te halen, waardoor ze gedwongen is geduld te oefenen. Ik kijk. Aan de overkant van de straat staan acht scooters geparkeerd. De eigenaren lachen op het terrasje ernaast.
Het is warm die dag. Zeg maar gerust heet. Als je je ogen dicht knijpt, en door je wimpers heen tuurt kun je de damp van de brandende grijze straatstenen zien opstijgen. De waterfonteintjes draaien overuren, en elke Romein die ik tegen kom heeft zijn tempo aangepast aan de temperatuur van de lucht (behalve dan die rode auto). Als vanzelf zoekt iedereen de schaduwkant van de stoep en wandelt zo naar de plaats van bestemming.
Ik ben al waar ik zijn wil. In Via del Pigneto. Een nog onontdekte wijk in het zuid oosten van Rome. Met als status het nieuwste alternatieve Uitgaansgebied. Maar waar de ene Romein zegt dat het er fantastisch is, roept de ander dat ik er maar beter uit de buurt kan blijven. Uiteraard groeit mijn nieuwsgierigheid met de minuut. Via del Pigneto. Een wijk waar gegeten en gedronken wordt. Waar het leven gevierd wordt. En waar werelden samen komen. Maar is dat ook werkelijk zo?
Twee uur geleden startte ik mijn ontdekkingstocht bij het S. Croce in Gerusalemme. Een bekend ijkpunt in de Italiaanse hoofdstad. Van daaruit wandelde ik de oude stadsmuur van Aurelianus door, stapte parmantig langs de via Acereale richting het Piazza Lodi. Een dappere poging om op te gaan in het Romeinse leven. Niets kon nog vermoeden wie ik werkelijk ben. Behalve dan de aanwezigheid van mijn Michelinkaart van 1:12 5000. Maar ach, een pietluttig detail en bovendien hield ik die professioneel opgevouwen en verborgen in mijn kleurrijke schoudertas.
Buiten de oude Stadsmuur van Aurelianus lijkt er in eerste instantie weinig te ontdekken in de stille straten. De toeristische stadsplattegrond houdt er consequent mee op. Alsof ze zeggen wil: 'Tot hier. En niet verder'. Daar is de stad van de Romeinen. Maar ik negeer elk geluid en volg alleen mijn eigen gedachten. Op het Piazza Lodi buig ik af naar links, vervolg mijn wandeling over de via Gallarate tot ik de spoorbrug oversteek en het Piazza del Pigneto voor me in de zon zie stralen.
Het pleintje heeft drie bankjes. Een bloemenstal, een waterfonteintje, en op de hoek een bar waar jong en oud samen koffie drinken.
Híer begint het avontuur! Als Alice in Wonderland maak ik een huppelpasje en dans in het rond. Een denkbeeldig konijn wandelt met me mee langs de mat gekleurde huizen in de wijk. En iedereen kijkt. Maar dat mag.
Vanaf dit Piazza kun je rechtstreeks de Via del Pigneto inlopen, maar dat doe ik niet: Ik bewaar het lekkerste voor het laatst. Het witte konijn en ik wandelen de straat voorbij. We volgen de via L'Aquila die door ons bejubeld wordt als saaiste straat van Rome. Door de via L'Aquila rijden auto's en bussen af en aan. Vale gebouwen ontsieren de zijkant van de straat. 'Daar had best een bloemtje af gekunt' denken het konijn en ik. Nogmaals kruizen we een spoorbrug. Het industriële tijdperk waarin deze wijk is opgebouwd is duidelijk zichtbaar.
De oostkant van Rome, rechts van treinstation Termini, is tijdens de tweede wereldoorlog gebombadeerd. Kennelijk beleefden de Italianen na die tijd niet hun meest creatieve periode, vandaar dat de hele oostkant van de stad wat grauw afsteekt van de westkant. Maar wederom, het is maar hoe je kijkt. En ik kijk vandaag als Alice. Samen met het witte konijn.
Zodra we de kleine straatjes rechts van de hoofdweg inslaan betreden we een dorp binnen de miljoenen stad. Pareltjes ontdekken we. Koffiebarretjes in de via Fanfulla da Lodi waar de laag gebouwde huizen harmonieus omheen staan. Er zijn huizen met tuintjes. Oprijlaantjes, en rode brievenbussen. En overal is het stil. Als je niet zou weten dat dit Rome is, dan kon het overal zijn. Het witte konijn en ik genieten. Aan het eind van de via Fanfulla slaan we rechtsaf, en hupsakee, we staan in de straat waar dit hele avontuur over gaat. Via del Pigneto. Midden in Wonderland.
Zwervers hangen lachend tegen de warme muren van de straat. Mannen in pak rijden vredig op hun vespa's rond. Oma's slenteren met boodschappentassen langs de troittoiren, en overal wisselen kleine lieve winkeltjes en barretjes/restaurants elkaar af. Alsof dit alles niet genoeg stof tot nadenken geeft, prijkt er overal graffiti en hangt er aan een muur een grote poster van een honderd dollarbiljet met daarop het hoofd van Mao Tse Tung. Het konijn en ik stuiteren op en neer de straat door.
Als we even rustig zitten - omgeven door ipads en macbooks, met tegenover ons junkies met puppillen als schoteltjes - vertelt een vriendelijke barman ons wat er aan de hand is. Dit ís Wonderland. 'Hier wonen de radicaal chiquen' zegt hij. Anders dan in Trastevere of Testaccio vind je in dit gebied een ruwe mix van intellectuelen, kunstenaars, ondernemers en krakers. We praten verder over de verschillen in de stad. En in het land. De segregatie die zo tastbaar is op elke kilometer. De invloed van Berlusconi en de maffia. Ondertussen zie ik enkel mensen genieten van het moment. Met een wijntje in hun hand. Of hangend op een stoep. Meer sociaal-cultureel verschil op een Europese vierkante kilometer is nauwelijks denkbaar.
Iets later raak ik aan de praat met drie junkies die hopen dat ze op CNN komen omdat ik een filmpje maak. Zij merken niets van de verschillen. Zij houden van de straat. Stralend delen ze anekdote na anekdote. Over het ontstaan en de opbouw. Wie Mao is weten ze niet. Of een Iphone handig is interesseert ze ook niet. De mensen zijn aardig in deze straat, daar gaat het ze om. En plots weet ik dat het klopt. Het is waar. Via del Pigneto ís inderdaad Wonderland.
En ik ben Alice!