Rome

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Rome image

Over hoe Liefde altijd Blijft

Rome
Italië
AnnettesAdventures

Over hoe Liefde altijd Blijft

Op 30 augustus 2010 zat er een man voor de trappen van de Ss. Stimmate in Rome. Hij had een saxofoon meegenomen. En speelde. Voor hem stond een statief met daarop een bakje geschroefd. Het was de bedoeling dat de mensen daar geld in wierpen. Als dank voor zijn muzikale klanken door de straten van Rome. Zo nu en dan gebeurde dat. Dan lachte de man. En knikte een warm dankjewel naar de persoon van het muntje.

Het was een vrolijke man. Of een gewone man met een vrolijke dag. Dat weet ik niet. Maar hij lachte terwijl hij speelde. Zijn muziek klonk vriendelijk. Onbevooroordeeld en uitnodigend. Hij vroeg om niets [Los van dat bakje op zijn statief dan], en als je goed luisterde was het overduidelijk dat hij enkel deelde. Waardoor je luisteren bleef. Althans ik.

Ik zat op een trapje iets verderop. Het was mijn eerste keer in Rome en ik genoot. Van het 'openluchtmuseum' dat Rome is, en de eeuwen die in elkaar overliepen onder mijn voeten. Vorm gegoten in stenen. Het was 2010 en de dagen van mijn reis vulden zich met creativiteit en dromen. Door de ruimte die mijn agenda opeens had pakte mijn hersenpan onmiddelijk haar kans en liet me zwevend door de dagen dansen. Tot ik die dag even bij de man op het trapje van ss. Stimmate zat. Ik voelde de warmte van de stenen. De broeierige lucht. Ik zag de snelheid in de straten. En het tempo van de mensen. De wereld bewoog alsof we in een film speelden die op slow motion stond afgestemd. En de man maakte muziek. De perfecte soundtrack voor dat moment. Meer in het moment konden we niet zijn. En even dacht ik dat hij het ook voelde.

Een jaar later. Juli 2011. Ik loop weer in Rome. Dit keer ontwijk ik de massa. Neem lange siëstas en zoek de buitenwijken van de stad waar ik mijn Italiaans oefen op de lokale bevolking. Ik drink caféfreddo, en eet Tramezzini. Ik dans minder en droom minder. Maar ik geniet evenveel. En wellicht zelfs iets meer. Niets blijft. Alles veranderd voortdurend. En zo ben ik deze tweede keer zonder omlijnde verwachtingen naar de Italiaanse hoofdstad getrokken.

De dagen zijn prachtig en traag. Een wonderlijke stroom heeft me tientallen nieuwe mensen laten ontmoeten. En met allen heb ik mooie en oprechte momenten. Een pelgrim uit Oostenrijk. Een aanklager van het openbaar ministerie in Brasilia. Een trainer van racepaarden uit Californie. Een verpleegster uit Sidney. Twee klassiek geschoolde muzikanten uit Oregon, op doorreis naar Umbrië voor een muziekfestival. Een Australische docent Engels in Rome. Twee Londonse dames die alles los lieten en emigreerden. Patissiers uit Antwerpen. En tientallen studenten van over de hele wereld. Het is verrijkend en verwarmend. Alle ontmoetingen. En ik geniet.

Op een middag wandel ik over de Corso Vittorio Emanuelle II op weg naar niets. Het is warm die dag. En mijn lijf heeft haar eigen plan getrokken. Ik wil even onder de mensen zijn. En ademhalen. Zonder ontdekkingsreis. Koffie drinken. En kijken. Niet te lang. Maar even. Heel even.

Opeens hoorde ik een saxofoon. En hoe het kwam weet ik niet. Maar onmiddelijk. Onmiddelijk herkende ik de klanken en wist ik dat het de man van vorig jaar was. De vrolijke man. Of de gewone man met de vrolijke dag. Ik keek opzij. Op nog geen twintig meter afstand zat dezelfde man. Met dezelfde saxofoon. Hetzelfde statief en hetzelfde bakje. Zeker een minuut [die voelde als uren] bleef ik verstijfd staan op de stoeprand voor de zebra. Het licht werd rood. Groen. Oranje. En weer rood. En ik. Ik kon alleen maar kijken naar de man - die ik ondertussen stilzwijgend tot mijn vriend gemaakt had. De man, die geen idee had welk wonder zich op dat moment voltrok in mijn hart. Bang dat hij mij ook zou herkennen [je hebt zo van die illusies] ben ik op mijn tenen om hem heen gelopen. Op de trappen van de S. Andrea della Valle , een paar meter naast zijn plekje, ging ik zitten.

Ik voelde weer de warmte van de stenen en de broeierige lucht. Ik zag de snelheid van de stad. En het tempo van de mensen daarbinnen. De wereld werd weer een slow motion film. Maar nu zag ik ook mezelf. Ik zag hoe alles veranderd was. Mijn dagen. Mijn omgeving. Ik zag hoe de stad anders was dan het jaar daarvoor. Hoe de mensen nieuwe kleren droegen. En de bussen nieuwe routes reden.

Diezelfde week sprak ik een specialist in aardbevingen. De ontwikkelingen van de natuur en hoe weinig we voorstellen op de tijdsbalk van de evolutionaire processen in het heelal. 'We all want to be special' zei de man. 'We all want to be unic. But we are just here for a few seconds. We are nothing. Nothing in the blink of the universe. And i think', zei de man 'That we just have to enjoy the time that we're here.' Ik had het volmondig beaamd. En het had me ontspannen.

Maar vandaag zat ik opeens weer even in het verleden. Op de warme stenen van de trap. Met de muziek. In een totaal nieuwe wereld. Mijn benen zijn moe. Mijn schouders zijn moe. Ik ben moe. Maar alles komt samen. Want naast me hoor ik de klanken die ik ook het jaar ervoor gehoord heb. Ik zie dezelfde man. Hoor dezelfde sax, en zie dezelfde spullen. Veertig minuten lang zit ik op de trappen van de basiliek. Samen met mijn nieuwe vriend. Terwijl de wereld aan ons voorbij trekt.

Als ik opsta en muntjes in zijn bakje gooi, kijkt hij me aan. Onze ogen ontmoeten elkaar. Hij lacht. Zoals hij vorig jaar lachte. Hij lacht vriendelijk. En open. Hij knikt met een warm gebaar. En ik knik terug. Ik zwijg en steek de straat over om opnieuw te verdwijnen in de beweging van de stad. En heel even weet ik het. Alles veranderd. Voortdurend. Of we willen of niet. Maar Liefde. Liefde blijft. En dat is maar goed ook.

Foto's

f1c66.jpg
f1c66.jpg
AnnettesAdventures
f1c66.jpg
f1c66.jpg
AnnettesAdventures