Cinque Terre, Pisa en Amalfikust
Cinque Terre, Pisa en Amalfikust
Deze keer willen we een reis maken naar een bestemming waar zowel natuur, cultuur, relaxen en goed eten mogelijk is. En waar kan dit in Europa nu beter dan in Italië?
We hebben drie bestemmingen gecombineerd; Cinque Terre in het noorden, Pisa in het midden en de Amalfikust in het zuiden.
We vliegen met Transavia op Pisa en rijden met onze huurauto in anderhalf uur naar Rapallo, een kustplaatsje vlakbij Genua. Hier slapen we drie nachten en we maken twee mooie dagwandelingen in de omgeving. De smalle paden voeren ons door de binnenlanden van dit gebied, via wijnvelden, een klooster en langs kerkjes en met steeds het schitterende uitzicht over de kustlijn. We eindigen in Portofino, een badplaats met een haven vol luxueuze jachten. Hier nemen we de boot terug naar Rapallo. Deze boot vaart langs alle kustplaatsjes en onderweg genieten we van het bijzonder mooie uitzicht.
We vervolgen onze reis naar Levanto, op een klein uur rijden. Dit is een typisch Italiaans plaatsje, net buiten het Nationale Park Cinque Terre. Dit park is waarschijnlijk het meest fotogenieke gedeelte van Italië, want de vijf schilderachtige dorpjes lijken wel tegen de rotsen geplakt. Het gebied is moeilijk bereikbaar per auto vanwege de steile kust, maar er gaat wel een spoorlijntje tussen de dorpjes. Tevens verbinden allerlei voetpaden de vijf dorpjes met elkaar en dit maakt dit gebied tot een waar wandelparadijs. De vijf dorpjes zijn in 1997 opgenomen op de Werelderfgoedlijst van Unesco en allemaal het bezoeken waard. Het grootste en meest westelijke dorpje is Monterosso, welke een mooi zandstrand heeft. Het volgende dorpje is Vernazza, wat op een uitloper van een gebergte pal aan zee ligt. Door zijn ligging en de gekleurde huisjes rondom het vissershaventje vond ik dit dorpje het meest pittoresk. Corniglia is het derde dorpje en ligt tussen wijnvelden en olijfboomgaarden in. Manarole is het vierde en oudste dorpje en is spectaculair gebouwd op een rotspunt. Het laatste en meest oostelijke dorpje is Riomaggiore.
Via het voetpad Sentiero Azurro zijn we in twee dagen helemaal onderlangs gelopen. De paadjes zijn smal en het is flink klimmen en dalen, maar de uitzichten zijn werkelijk prachtig! Het is bijzonder leuk om na een flinke wandeling in een dorpje aan te komen en te genieten van de heerlijke Italiaanse keuken. Alleen het pad tussen Manarole en Riomaggiore - 800 meter - is vlak en wordt ook wel de Via dell’Amore genoemd vanwege de honderden slotjes die verliefde stelletjes aan het hek in de tunnel hebben vastgemaakt.
Eén dag hebben we een gedeelte van het pad bovenlangs gevolgd. Hier is het vele malen rustiger en het pad loopt door het bos met tussen de bomen door steeds het schitterende uitzicht over de zee en de dorpjes.
Het is half mei, maar de temperatuur is opgelopen tot 28 graden. De laatste dag hebben we onze wandelschoenen verruild voor onze slippers om in Monterosso te genieten van het strand.
Het eerste gedeelte van onze reis zit erop, op naar het tweede deel: Pisa! Deze stad is natuurlijk bekend van de scheve toren en de toeristen die hem voor de foto in allerlei standen willen “omduwen”. Maar dit is natuurlijk niet de enige bezienswaardigheid in deze kleine plaats aan de rivier de Arno. De toren vormt het middelpunt van het Campo dei Miracoli (Veld der Wonderen). Hier staan behalve de toren ook nog een kathedraal en het Baptisterium, beiden zeer de moeite waard om van binnen te bezoeken. In ruim een uur hebben we de binnenstad met zijn kerken, pleinen en karakteristieke straatjes wandelend verkend. Omdat wij vannacht in Pisa blijven slapen, kunnen we met één van de laatste rondes de toren op, het is dan een stuk rustiger. De entreeprijs om de toren te beklimmen is niet goedkoop, maar het is wel een bijzondere ervaring. Je voelt het op elke verdieping…de toren is écht scheef!
De volgende dag staan we vroeg op, want we hebben een reis van 600 kilometer naar Sorrento voor de boeg, waar we eind van de middag arriveren. We hebben genoten van de stad en het strand, maar natuurlijk ook de omgeving verkend.
Onze eerste trip brengt ons naar een plaats die al heel lang op mijn verlanglijstje staat: Pompeï. In 79 n.C. barstte de Vesuvius uit en bedolf deze stad onder zes meter lava en as. Pas rond 1750 n.C. begon men met de opgravingen en nu gunt deze stad ons een blik op het dagelijks leven van de Romeinen, zoals dat zich duizenden jaren geleden afspeelde. Al dwalend lopen we van straat naar straat, van tempel naar theater, kijken we binnen in huizen waar soms nog schilderingen en beelden bewaard zijn gebleven en schrikken we van de afgietsels van omgekomen mensen, kinderen en dieren. Hierna rijden we naar de vulkaan Vesuvius en beginnen aan de lange - en warme! – klim naar boven. Op de top kunnen we een blik werpen in de enorme krater en hebben we een spectaculair uitzicht over oud en nieuw Pompeï en de baai van Napels.
Onze tweede trip is een dagtocht langs de adembenemend mooie Amalfikust. Hoe zuidelijker we komen, hoe wilder de Italianen rijden, dus we moeten onze aandacht er goed bijhouden op de smalle wegen. We worden dan wel beloond met een waanzinnig mooie rit langs steile rotsen, helblauw water en een groen achterland met schilderachtige bad- en vissersplaatsjes als Positano, Pogerola en Amalfi . In een klein dorpje in de bergen hebben we geluncht, hoog boven zee, met een prachtig uitzicht over de kust beneden ons.
Op onze laatste trip maken we een dagtocht per boot naar Capri; het jetseteiland met zijn prachtige natuur, kustlijn en luxueuze villa’s.. Vast onderdeel van de tocht is een bezoek aan de Grotto Azurra (Blauwe Grot) met een kleiner bootje, waarvan de schipper in de sprookjesachtige, natuurlijk blauw verlichte grot zijn zangkunsten laat horen.
Na nog een laatste blik op al het moois, rijden we de laatste dag naar de luchthaven van Napels voor onze vlucht naar huis, helaas…..