Spookhuis in Denice
Spookhuis in Denice
Spookhuis in Denice
Wanneer we in het pittoreske bergdorpje Denice arriveren is het afhankelijk nog even zoeken naar de sleutelhouder van de huizen in dit dorp. Wij hebben via een vriendin een huis gehuurd voor een week voor €150 en aangezien een vakantie er eigenlijk niet in zat vanwege andere grote uitgave aan ons huis, besluiten we nu toch de mogelijkheid met beiden handen aan te grijpen. Vooral ook omdat Ben’s vader gediagnostiseerd is met terminale longkanker en ons een zware tijd te wachten staat als we terug komen.
We rijden een boerenerf op en de dame aldaar overhandigt ons de sleutel van het huis. Wanneer we de koffers willen uitpakken en de kast openen, blijkt deze nog compleet gevuld te zijn. Wanneer ik de sleuteldame vraag naar het waarom, vertelt ze ons dat het halve dorp leeg staat omdat de jongeren allemaal naar de grote stad zijn vertrokken om daar werk te vinden. De huizen van de ouders worden simpelweg niet leeg geruimd wanneer ze gestorven zijn. In het dorp wonen momenteel nog zo’n 10 mensen, maar erg vredelievend zijn ze niet onder elkaar. Er heerst een vete vanwege een oudere man die inmiddels is overleden, maar waarvan het huis nog niet is leeg geruimd, naast die van 'ons'.
De man was op zijn zachtst gezegd vreemd te noemen, vertelt de dame ons. Hij hield tientallen katten en dronk een stevige borrel. Zijn relatie was beter met dieren dan mensen. Daarnaast had hij in zijn kelder een soort illegale stokerij voor sterkedrank. Overigens, zo vertelt zij, lustte hij zelf ook wel een stevig borreltje.
De dronkenschap die dit opleverde zorgde voor flinke commotie in het dorp. Zeker omdat de man Roberto genaamd een behoorlijk agressieve dronk over zich had en in zijn kelder ongegeneerd allerlei aria’s ten gehore bracht tijdens het brouwen van het goedje. Geliefd en gehaat dus blijkbaar door de verschillende bewoners van het dorpje.
Geboeid door het verhaal van de sleuteldame, zijn wij inmiddels erg nieuwsgierig geworden en als ze weg is, in ons ‘eigen’ huis een soort 7th Guest spel begonnen met allerlei foto’s , borduurwerkjes en kleding, die we overal in de kasten tegen komen. Om zo te achterhalen wie de dame was die naast Roberto woonde en als enige een vriendschap er op na hield met de man.
Helaas we vinden niets dat leidt naar Roberto, wel wat oude foto’s van nog meer, inmiddels gestorven ‘buren’; die overigens allemaal weer terug te vinden zijn op de typerende Italiaanse kerkhof van Denice bovenop de berg. We voelen ons eigenlijk voyeurs , maar hebben een hoop lol en ‘griezelen’ wat af die avond door elkaar verschillende scenario’s te vertellen betreffende Roberto, de buurvrouw en zijn katten.
De volgende morgen heel vroeg, besluit Ben alvast alleen een kijkje te nemen in het huis van Roberto, dat toegankelijk is via de kelderdeur die niet op slot zit, zo heeft hij ontdekt. Hij wil natuurlijk dat niemand ziet wat hij doet, dus zodra het licht wordt, sluipt hij met zijn camera en zijn mobiel voor licht naar het leegstaande huis het trapje af naar de kelder.
Ik zie het niet zo zitten om in het donker zo’n eng huis zomaar in te lopen, dus ik besluit toch nog maar even te blijven tot Ben verslag heeft gedaan. Misschien later…
Na dik een half uur, begin ik me een beetje zorgen te maken waar hij blijft en rusteloos sluip ik toch maar achter hem aan de keldertrap af. Het is donker en het ruikt muf en vochtig daarbinnen. Ik roep zachtjes naar Ben maar krijg geen gehoor….
Ik tast in het donker naar mijn mobiel en zoek tussen de apps naar mijn flashlight en wanneer ik die aandoe en rondschijn, zie ik allemaal skeletten liggen van katten en ratten, heel veel lege flessen en grote rieten manden en spinnenwebben, heel veel spinnenwebben. Waar ik natuurlijk tegenaan loop. De webben plakken aan mijn handen als ik ze uit mijn haren haal. Een huivering kruipt over mijn rug. Urbex fotografie is leuk, maar dit gaat me toch net even te ver, zeker na alle verhalen van gisteren over de buurman.
Ik hoor gerommel ergens in een hoek en stijf van de zenuwen roep ik nogmaals schor naar Ben. Weer krijg ik geen antwoord. Ik zet mijn schouders recht en stap de zwarte leegte in. Bijna struikel ik over de lege flessen. Ik strompel verder op mijn open sandalen met camera en mobiel in de aanslag, richting de hoek waar het gerommel vandaan komt. Ben zit achter het muurtje op zijn knieën op de grond met zijn camera in de hand en het mobiel tussen zijn knieën geklemd. Opgelucht sis ik: “Waarom zeg je nou niets als ik je roep!” Ik had je niet gehoord zegt Ben droog. “ik probeer die lege flessen hier te fotograferen, maar krijg ze er niet goed op” .
Ik slaag een zucht van verlichting. Door zijn concentratie heeft hij niets gehoord zoals wel vaker gebeurt. Ik help hem het mobiel vast te houden, terwijl hij uiteindelijk de lege stoffige flessen fotografeert. Uit een andere hoek komen nog meer geluiden en ik hoor een fles omvallen. “Er zijn hier volgens mij nog meer ratten griezel ik. Ben je klaar”?! Ik wil niets liever dan weer uit deze donkere kelder. Maar Ben heeft de smaak te pakken” Er is ook nog een trap hier naar boven zegt Ben”. Hij houdt mijn hand vast en trekt me mee de trap op naar boven. ‘Helaas’ de deur naar het andere vertrek is op slot. Ben baalt. Ik niet.
Wanneer ik later aan de sleuteldame vraag of we misschien eens in het huis mogen kijken om wat foto's te maken, haalt ze lachend haar schouders op en haalt de sleutel tevoorschijn van de voordeur. 'no problemo' zegt ze. Als ik dat nou eerder had geweten!