Reykjavik

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Reykjavik image

Reykjavik

Reykjavik
IJsland
Kellybaetsen

Schip Ahoy, land in zicht!?

19 oktober 2007 staat in mijn geheugen gegrift als een van de meest memorabele dagen van mijn leven. De dag dat ik voor het eerst walvissen mocht aanschouwen en op wat voor manier. De droom van iedere reiziger om, uit het water springende walvissen te zien, werd voor mij realiteit. Moeder met jong gaven een uur durende spectaculaire show van hoge sprongen, geklap met staarten en vinnen en zwommen onder de boot waardoor we het geluk hadden deze fantastische dieren op twee tot drie meter afstand te aanschouwen. Het mag duidelijk zijn dat dit een onvergetelijke once-in-a-lifetime-experience was.
Als een kind zo blij huppelde ik volmaakt gelukkig de boot af.

Vier jaar later krijg ik weer de kans om deze giganten van dichtbij te aanschouwen en die kans laat ik uiteraard niet onbenut. Mijn omgeving waarschuwt me dat het na mijn vorige ervaring wel eens een tegenvaller kan worden. Eigenwijs als ik ben gaat dat mijn ene oor in en net zo snel mijn andere oor weer uit. Wie niet waagt, wie niet wint.
Gewapend met drukpuntpolsbandjes en nog net geen overdosis primatour stap ik vol goede moed de boot op. Dit wordt mijn dag!

Op de boot komen we in een ruimte vol met rood/blauw/oranje skipakken in de meest uitlopende maten. Met veel moeite hijs ik me in een afzichtelijk gekleurde overall die dankzij mijn lengte zoals gewoonlijk halverwege mijn kuiten blijft hangen. Gewapend in een legging, lange broek, twee vesten, skipak, muts, handschoenen en sjaal klim ik zwetend de frisse lucht van het dek tegemoet….zuurstof!
Het hele dek staat vol met toeristen verkleed in felgekleurde skipakken waardoor ik het idee heb dat we meer weg hebben van een drijvend stoplicht. Als dat de walvissen nog niet afschrikt weet ik het ook niet meer. Een dergelijk bonte polonaise zie ik normaliter alleen maar met carnaval.

Kom maar op met die walvissen. Na 20 minuten varen komen we bij het bekende puffineiland. Vol verwachting staat de skipak-polonaise op het dek te springen in de hoop een glimp van deze geweldige vogel te zien. Na 10 minuten moeten we helaas concluderen dat nobody at home is. Reden: te koud. Balen!

Nog 30 minuten varen voordat we in de desbetreffende baai zijn voor het echte werk.
Het valt me op dat de golven hoger worden maar ik neem me voor dat er niets aan de hand is. Ik red me wel en geef me er niet aan over en daarmee basta want dit wordt mijn dag!
Met de minuut worden de golven hoger en ik moet me vasthouden om niet te vallen. Ik begin het benauwd te krijgen maar probeer er niet aan toe te geven.
Helaas voor mij wordt mijn buurman ziek en dan is het hek van de dam. Ik klamp een personeelslid aan voor extra medicijnen. Gezien mijn dosis van die ochtend weet ik wat er gaat gebeuren….slaap…Kelly….slaap! Binnen 10 minuten lig ik horizontaal op het dek en kan mijn ogen amper open houden terwijl ik mijn buurman tekeer hoor gaan.
Op de achtergrond hoor ik de hostess van de boot keer op keer schreeuwen: ‘Hold on everybody’!! De golven zijn metershoog en vanuit mijn ooghoek zie ik mensen met een hupje los komen van het dek terwijl ze een poging doen te lopen. Eindelijk wordt er een minkewhale gespot. Een handjevol mensen weet de voorkant van de boot te halen maar die verdomde walvis kan me gestolen worden. “Wow, minkewhale at twelve o ‘clock, 70 metres from the boat” hoor ik over de boot. Nou ja, 70 meter! Ik heb ze verdorie op drie meter afstand gezien denk ik bij mezelf terwijl ik me weer vastklamp.

“Times up”, hoor ik over de boot schallen. Godzijdank denk ik bij mezelf en probeer langzaam overeind te komen. Foute boel! Daar ga ik dan. Ik kan het niet tegenhouden en voeg me bij mijn buurman. De Belgische naast me kan het niet aanzien en binnen twee minuten zitten we met drie man sterk doodziek naast elkaar. Ik voel me onwijs opgelaten dat ik hier ‘en public’ ziek ben en kan maar aan een ding denken: LAND!
Door de metershoge golven slaat het water het dek op waardoor we drijfnat worden. Ik kan helemaal niets meer en heb niet eens de kracht om mijn camera op te bergen. De Belgische probeert me naar binnen te trekken maar ik kan niet en blijf met de zieke buurman achter terwijl de golven over de reling komen. Met veel moeite weet ik me overeind te hijsen en langzaam naar de trap te lopen. Ik berg mijn camera op ga op mijn billen van de trap af. Halverwege de trap komt de hostess me tegemoet met zakjes en een drankje met gember. Dat zou helpen, yeah wright! Ik voel weer een vlaag van misselijkheid opkomen en ben dankbaar voor de zakjes die ze me aanreikt. Wat een afgang!

Ik weet mezelf binnen op een bank te hijsen en kan alleen maar hopen dat deze ellende snel over zal zijn. Overal liggen mensen plat op banken of hangen boven de bekende zakjes. De halve boot is gewoon ziek!De hostess en de barman zien ook aardig groen en maken zich uit de voeten want dit is toch wel te veel van het goede.

Na 15 minuten die wel 15 uur lijken te duren voel ik ineens de mist opklaren. Als ik opkijk zie ik dat we aangemeerd zijn. Wonderbaarlijk genoeg voel ik al snel de misselijkheid wegzakken. Het skipak en mijn kleding zijn drijfnat van al het zeewater en ben opgelucht dat ik het pak eindelijk kan uittrekken. Eenmaal aan wal voel ik me nog slap en maak een sprintje richting het hotel voor een warme douche. Niet alleen ik maar ook mijn camera heeft het wonder boven wonder overleefd.
Daar sta je dan: geen puffins, geen walwissen en geen enkele foto. Ik ben nu nog dankbaarder voor 19 oktober 2007 want deze ‘memorabele’ dag zullen we maar snel vergeten. Ik hou de boten even voor gezien.