Schotlands meest noordelijkst bewoond eiland heet Unst. Het eiland is ca 20 km lang en 8 km breed.
Door de schitterende kliffen, zoet water meren en het moorland is het een waar paradijs voor vogelliefhebbers en wandelaars
Uitzichten op duizenden Jan van Genten (de rotsen zijn helemaal wit), alken, drieteen meeuwen, stormvogels en nog veel meer.
Wij hebben het natuurreservaat Hermaness National Nature Reserve bezocht, helemaal in het noorden.
In het reservaat is een wandeling uitgezet. Dit is ook noodzakelijk om de vele broedende vogels niet te storen. Al heel snel tijdens de wandeling maak je kennis met de in de zomer Shetlands jaarlijkse 'piraat' bezoeker, de Bonxie (grote jager). Ongeveer 600 paren broeden in dat gebied. Met man en macht beschermt de grote jager zijn nest en jongen. Ze scheren met heel veel kabaal vlak over je heen. Oppassen dus.
Het allermooist in dit reservaat vond ik de puffins. Had al veel puffins gezien in Noord Schotland maar die moest je echt met een verrekijker bekijken.
Op Unst zijn ze werkelijk van heel dichtbij te bewonderen. Op de kliffen in het grasland hebben zij hun holen. Als je rustig gaat zitten, staan ze binnen een mum van tijd heel nieuwsgierig op een paar voet afstand te kijken. Je hart gaat werkelijk sneller kloppen bij het zien van deze beestjes. Wij hebben daar heel erg genoten en het is de moeite zeker waard om dit eiland te bezoeken.
Het is makkelijk te bereiken. De wegen zijn goed en de veerboten varen regelmatig (een kwartiertje) vanaf het eiland Yell.