'Message in a bottle'
'Message in a bottle'
Nu ik door een aboriginal tot 'sunshinebringer' omgedoopt ben, moest ik mijn reputatie natuurlijk wel waarmaken in Noord-Schotland, of all places. Met het typisch Schotse gezegde dat het er 9 maanden winter en 3 maanden slecht weer is, was het hard werken voor mij! Maar pfff, ik heb mijn 'doopnaam' eer aan gedaan. Geloof het of niet, we hadden 7 van de 8 dagen zon en het ging pas weer echt regenen toen we terug naar huis keerden. Je kunt echter niet alle wind mee hebben: een vette koortslip en nog steeds minimaal 10 graden te koud voor mijn te langzame bloedsomloop waren de prijs.
Nauwelijks voorstelbaar was het nog dat deze samenkomst van de Atlantische oceaan en noordzee voor zulke duistere stromingen konden zorgen, dat men zelfs in het monster van Loch ness gelooft. Wij zagen de eerste dagen slechts en alleen een spiegelgladde zee, blauwe lucht, zonder witte zeilen, hoorden motorgeronk in plaats van oorverdovende stilte en roken diesellucht in plaats van over boord kotsende mensen. Wij waren immers voorbereid op één van de gevaarlijkste en beruchtste wateren ter wereld...
Dat we met vijf totaal verschillende mensen op pad gingen, was het recept voor een mooie afwisselende vakantie. Paulus 'kan allus' was een oh zo relaxte schipper. Onze mathematicus kon haar lol op met het vooraf berekenen van navigatiepatronen. Onze engelstalige lerares waarschuwde ons van begin af aan al voor het feit dat ze een flutbioloog is. 'Als je haar vraagt wat is dat juffrouw? Dan antwoordt ze steevast, een vogel'. Mijn wandelmaatje beweerde ook een historicus van lik me vestje te zijn. Ze is al die mooie verhalen van vroeger maar mooi vergeten. Desalniettemin bestookten we haar bij de 5000 jaar oude dorpjes, stenencirkels en de wateren van de vikingen met al onze vragen. Et moi, de psycholoog, had niet veel te doen. Ik kon slechts proberen ons te behoeden voor een 'snelkookpan-effect': groepsspanningen zouden binnen no-time uitgesproken zijn op deze vierkante meter van een zeilboot. Gelukkig was dit 'appeltje-eitje' met deze flexibele mensen bij elkaar. Maar wat deelden we? Sportiviteit! Dus er moest naast de eindeloze bewegingloosheid op de boot gewandeld en gefietst worden. Bij dat laatste zat de afwezige wind van zee ineens tegen :-(
Soms is het liefde op het eerste gezicht bij bestemmingen, maar soms denk je bij aankomst ook: is dit het nou? Kirkwall, de hoofdstad van de Orkneys is er zo één. In plaats van een idyllisch haventje en ruig landschap troffen we industrie, windmolens, zendmasten en eindeloos plat grasland, zonder ook maar een enkele boom aan. Sorry, zo realistisch moet ik ook zijn. Maar een stukje verderop het stadje uit de heuvel op, draaiden onze zintuigen gelukkig al weer volle toeren. Kris kras over de heideheuvel trokken we naar oeroude graftombes en verlaten baaitjes. Super helder doorschijnend lichtblauw water, kleurrijk omringd door gifgroene alg, lichtgrijs zand en zacht glooiende kliffen. Op de keien was de erosie van schijnbaar duizenden jaren zichtbaar. Bij dit soort verlaten baaitjes komt de fantasie van het vinden van een message in a bottle waarachtig bij me naar boven. Zo kon ik wegdromen bij de idee de verhalen uit lang vervlogen tijden tot mij te krijgen, van soldaten die een laatste romantische wens aan hun geliefden overbrengen voordat hun oorlogsvloten zijn vergaan. Helaas, de 'message in a bottle' ligt daar nog steeds ergens onaangetast....
Ja, aan de wandel gaan, geeft verbeeldingskracht en opent soms de ogen vol verwondering voor de kleine dingen die er zijn. Geruisloos vleiden we neer bij de talloze vogelkolonies. Broedende meeuwen, tig guillemots (een soort pinguinachtige 'gangsters'), gracieus vliegende Jan van Genten en scholeksters leefden zo op het oog vreedzaam op elkaar, hoewel we natuurlijk niet hun taal verstonden waaruit misschien wel duidelijk zou worden dat ze de grootste bonje hadden. Het enige dat nog ontbrak voor het walhalla gevoel om een puffin van dichtbij te zien. Onze mathematicus had het nog geen vijf minuten geleden geroepen, of het oplettende oog van onze bioloog zag daar een stel op de rotsen staan met hun geinige oranje zwemvliezen, kakatoe snavel en te korte vleugels om hun ietwat te dikke lijfje weg te vliegen. Lief! Verder wandelend op de super verende fluwelen ondergrond floten de vogels ons finaal uit. Nog midden in het broedseizoen waren ze waarschijnlijk bang dat we letterlijk en figuurlijk op hun eieren zouden lopen. Het paashaasgevoel kwam echter ruim een maand te laat...
De mensen leven hier ongetwijfeld onder invloed van de dunbevolktheid en het barre klimaat. Ze zuipen en vreten zich volledig klem. Voor de beste fish&chips ooit en de puurste, verste zalm en krab geef ik ze geen ongelijk. Maar havenmeesters versta je voor geen meter door de marifoon met hun driedubbele tong. Of het is vanwege het enorme risico op inteelt hier, waar ze 'met twee hoofden uitkomen'? Op de kleinere eilanden is het aantal eettentjes, pubs en vervoer beperkt tot één van ieder soort. Zo moesten we even wachten op de enige taxichauffeur die ons naar de vuurtoren voor het begin van onze wandeling zou brengen. Hij moest eerst zijn 'fudge' afmaken. Een kwestie van prioriteiten, en die toeristen lopen toch niet van het eiland af....die strandden wel bij het enige koffietentje van zijn vrouw. Jongeren krijgen hun liefde voor folkmuziek er met de paplepel ingegoten. Net als de band op de Titanic gaat de muziek gewoon door als het licht uitgaat en de pub al lang en breed haar laatste ronde gehad heeft.
Mensen vragen me wel eens waarom ik zoveel eilanden bezoek. Eén van de antwoorden is dat het zo heerlijk overzichtelijk is. Het begrenst je. Doordat je niet zoveel 'moet', maakt een enorm ontspannen gevoel meester van je.