Van 'the absolute middle of nowhere' tot en met het drukke Edinburgh in 2 weken tijd
Van 'the absolute middle of nowhere' tot en met het drukke Edinburgh in 2 weken tijd
Toen wij jaren terug besloten Schotland op onze 'to do'-lijst te zetten, was meteen één ding duidelijk: we gaan het helemaal zelf regelen!
Toen het afgelopen oktober - jazeker, in de herfst naar Schotland, wij durven - dan eindelijk zo ver was had ik dan ook een route voorbereid, een reisgids uitgeplozen en een lijst met bed&breakfasts die ik op internet had gevonden bij me. Enigszins onzeker over onze zeebenen gingen we met de boot op weg naar Newcastle vanaf waar we in onze eigen auto gingen proberen hoe het is om links te rijden. Dit laatste ging bijna mis in Gretna Green, de eerste Schotse plaats over de grens. Op het laatste moment ergens af moeten draaien brengt toch alle instincten weer naar boven. Gelukkig stonden er geen andere auto's. In Gretna Green trouwden vroeger jonge Engelsen zonder toestemming van hun conservatieve ouders, omdat de regels hier soepeler waren.
Ondanks onze vermoeidheid zijn we via een omweg naar Glasgow gereden, door Galloway Forest Park. Dit prachtige park stond behoorlijk onder water, maar een beetje creatief wandelen bracht ons onder andere naar een grote steen! Het bordje informeerde ons dat King Robert Bruce hier had gerust nadat hij de Engelsen in 1307 had verslagen. Blijkbaar heeft hij in heel Schotland tegen stenen gerust, dus dit was een goed moment voor ons om maar vast te wennen aan één van de belangrijkste namen in Schotland. Zijn en William Wallace's kom je op elke 'Historical Scotland' site tegen.
Vanuit Glasgow gingen we naar het nog niet zo toeristische Isle of Arran. Als je nog eens ergens wilt genieten zonder menselijk gecreëerde luxe, dan is dit de beste plaats om het te doen. Nadat we de bordjes van de camping hadden gevolgd tot het einde bleken we op een volledig verlaten stuk natuur onze tent te mogen opzetten. Links en rechts van ons waren alleen bergen, bomen en veld en recht voor ons was een prachtig smal riviertje. De auto bleef op de weg, wij gingen de 'middle of nowhere' in. Om 22:00 uur was het er pikdonker en begon ik me te beseffen dat alle geluiden die ik hoorde niet menselijk konden zijn. Of toch? Tijdens het ontbijt aan 'ons' riviertje was ik om meerdere redenen de 'rillerige' nacht zo vergeten!
We wilden zo veel mogelijk eilanden aandoen en daarvoor kochten we voordelige hopscotch-tickets. Hiermee doe je meerdere eilanden op een ferryroute aan. Op deze tickets namen we onze auto verder mee via onder andere het gezellige Oban (leuk centrum om de haven) naar het kleurrijke Isle of Mull (waar wij zeehonden spotte aan de kust) en het in onze ogen overschatte Isle of Skye (alle bed&breakfasts waren vol, maar er was geen gezellige plek om te eten open).
Uiteindelijk staken we op onze laatste hopscotch het water over naar de meest links gelegen eilanden: de zeer christelijke 'Outer Hebrides', waar we op een zaterdag aankwamen op Berneray. Op een tank die steeds leger raakte reden we net zo lang door het verlate landschap tot het gevoel van rust over begon te gaan in een gevoel van ongerustheid: er zou toch ergens wel een levende ziel of tankstation te vinden zijn? Uiteindelijk besloten we richting de ferry te rijden zodat we een slaapplaats in de buurt konden zoeken. Het enige hostel/hotel bleek een griezelig blackhouse in een verder verlaten landschap, het gaf ons nog meer kriebels dan we al hadden. Dus besloten we ons luchtbed achter in de stationwagon te gooien, onze blikken soep te verwarmen op onze wegwerpbbq en de nacht door te brengen in onze auto op een zelf gekozen plekje. Op nachtmerries na (een langbaardige Schot die onze auto het water in duwde) was het een prachtige nacht: de sterren door de achteruit van onze Focus bekijken tijdens een heldere nacht, is nog steeds 1 van mijn mooiste reisherinnneringen! De volgende ochtend zaten wij op de allervroegste ferry naar Harris & Lewis om de rust van Berneray achter ons te laten.
Het Christelijke karakter van de 'Outer Hebrides' heeft voor- en nadelen. De kerken zijn eeuwen oud en allemaal te bezichtigen, maar een B&B vinden op zondag is onmogelijk, gasten ontvangen op zondag is immers ook werken. Zelfs de plaatselijke Thai is gesloten op de dag van God. Uiteindelijk konden wij bij een Poolse vrouw in haar B&B terecht, die ons ook nog de tip gaf naar het einde van een bepaalde weg in het noorden van Stornoway te rijden. Daar aangekomen lag een brug naar niemandsland (de weg was nooit afgemaakt) en een prachtig strand, waar we volledig bijgetankt afscheid namen van de 'Outer Hebrides'.
Terug op het vasteland hadden we nog behoorlijk wat kilometers af te leggen. We waren inmiddels ook wel toe aan een beetje stadsleven en trokken daarom naar Edinburgh. Onderweg hier naartoe verbleven we nog een paar nachtjes in Perth en Inverness. Ook deden we uiteraard een whisky-destilleerderij aan en aangezien we te laat waren voor de Glenmorangie-tour hebben we ons in Glenlivet bij een tour aangesloten. In het museum van Culloden beleefden we als echte Schotten interactief hoe het was om midden in een slagveld te staan tussen vechtende Schotten en Engelsen: op grote schermen kwamen ze aan 4 kanten aanrennen. In Edinburgh hebben we alle grote trekpleisters bekeken zoals het kasteel en camera obscura (beide een aanrader) en hebben we ons in de ondergrondse straatjes van Mary King's Close tussen de dolende zielen begeven. Tevens vielen hier de eerste druppels regen die we tijdens onze oktober-reis door het ruige Schotland hebben zien vallen.
Als ik het zo nalees kan ik me niet meer voorstellen dat we al dit in slechts twee weken tijd hebben gedaan, maar de werkelijkheid is dat ik nu nog niet de helft van alles wat we gezien hebben heb benoemd. Eigenlijk is de rust en de pracht van de eilanden van Schotland en de cultuur van het vasteland niet in 1000 woorden te vatten. Mijn tip? Vraag 2 weken vrij en drive safe, links!