The London Underground
Trendspotters opgelet: de wijken Hoxton en Spitalfields in het ooit zo berooide en beruchte East End zijn op dit moment the place to be.
Tekst en fotografie: Louise ten Have en Tom van der Leij
The London Underground
‘Het goorste, meest weerzinwekkende en gevaarlijkste deel van de
stad.’ Zo oordeelden Londenaren over Spitalfields en Hoxton in de
negentiende eeuw. Ze hadden een puntje: dit deel van de East End
bestond uit een enorme verzameling krotten waar misdaad en
prostitutie welig tierden. Het was het natuurlijke jachtterrein van
seriemoordenaar Jack the Ripper.
Lange tijd bleven de buurten het domein van Cockneys, geboren en
getogen East Enders uit de arbeidersklasse. Pas aan het einde van
de twintigste eeuw begonnen – voornamelijk uit Bangladesh
afkomstige – migranten hun stempel op het gebied te drukken. Brick
Lane, de levensader van Spitalfields, en de levendige zondagse
markt staan inmiddels bekend als dé plek voor een Londense
curry-in-a-hurry.
In de Bengaalse voetsporen traden ook kunstenaars en andere
stadsnomaden, die afkwamen op de vele leegstaande industriële
gebouwen en ze omtoverden tot enorme ateliers en clubs. Klinkende
namen als Gilbert en George, Tracey Emin en Stuart Brisley zijn
inmiddels locals. Toen VIP-chef Jamie Oliver Hoxton in 2002 uitkoos
als locatie voor zijn restaurant Fifteen, was dat de ultieme
bevestiging van de transformatie van de buurt. Nu vind je hier
overal trendy bars, hippe galeries in pakhuizen en gastropubs in
elke prijsklasse. Zonder de arrogantie of zelfgenoegzaamheid die je
elders in Londen
aantreft. Het is officieel: Spitalfields en Hoxton vormen het meest
enerverende en bruisende stukje Britse hoofdstad.
Klik om te kijken of de papieren editie of de digitale editie nog beschikbaar is.