Kanaaleilanden - Aan de wandel met piraten
Er zijn door de bank genomen drie redenen waarom je naar de Britse Kanaaleilanden, even voorbij de Normandische kust, wilt reizen. Één: belasting ontduiken. Twee: wandelen. Drie: niet gestoord worden. Maar ik zoek iets anders ...
Lode Greven
Om met de eerste reden te beginnen, het begint al bij de
luchthaven, want de
Kanaaleilanden zijn de dichtstbijzijnde niet-EU-bestemming.
Lekker taxfree shoppen dus. Wandelen? Dat kan. Vijf eilanden lang.
Je zou er een eilandvijfdaagse van kunnen maken, waar je kuiten, je
huid en je ogen er stevig van langs krijgen. En niet gestoord
worden? Als je rust zoekt, dat krijg je in overvloed. Je zou er
gestoord van worden, als je er niet tegen kunt. Ikzelf ben in geen
van drieën geïnteresseerd. Geld kan me niets schelen, zo sportief
ben ik nou ook weer niet en een beetje gestoord ben ik al mijn hele
leven.
Wat me wel fascineert, is de geschiedenis van de eilanden. De
Kanaaleilanden hoorden tot de elfde eeuw bij Normandië.
Frankrijk dus. Maar inmiddels zijn ze zo Engels als High Tea. Dat
ging niet zonder slag of stoot – vanwege de strategische ligging
hebben de eilanden door de eeuwen heen onder vuur gelegen. Maar die
Engelsen laten zich niet zomaar iets afpakken. Op mijn zoektocht
over de eilanden kom ik overal sporen tegen van de gevechten. Oude
forten, bunkers, kanonnen, om het over de musea nog maar niet te
hebben. Ze zijn er maar wát trots op. Maar wat doet het met een
volk als er voortdurend kapers op de loer liggen om je eiland over
te nemen?
Mijn reis begint op Guernsey,
een van de twee hoofdeilanden. Dit stukje Engeland
heeft eeuwenlang onder leiding gestaan van piraten. Of liever
gezegd, zeerovers. Met toestemming van Hare Majesteit de Koningin.
De familie Sausmarez – typisch zo’n naam die nog stamt uit de
Franse tijd – waren zeelui en behoorlijk goed in hun vak(...)
Lees het volledige artikel in Columbus Magazine Editie 33
Klik om te kijken of de papieren editie of de digitale editie nog beschikbaar is.