Opzoek naar puffins
Opzoek naar puffins
Ik ben niet echt een vogelaar, maar de foto’s van papegaaiduikers met hun bek vol visjes fascineerde me altijd. Een aantal jaar geleden heb ik dan ook mijn eerste exemplaar mogen zien op Spitsbergen, deze dreef helaas op zo’n afstand van de boot dat een goede foto niet tot de mogelijkheden behoorde. Ik was dan ook blij om te horen dat er aan de overkant van de Noordzee een eilandengroepje is, waar je in de zomermaanden tot wel 40.000 van deze schitterende vogels kunt aanschouwen. De keuze was dan ook snel gemaakt, toen er een startpunt bepaald moest worden voor mijn reis door Engeland. Na een paar dagen Newcastle is het kleine vissersplaatsje Seahouses aan de beurt, wat niet veel meer is dan een paar straatjes en een levendige haven. Ondanks dat is het er vrij druk, het BBC programma springwatch heeft hier zeker zijn bijdrage aan geleverd . Kort hiervoor waren ze in deze plaats neergestreken, waarbij de Farne eilanden aan alle kanten werden uitgelicht .
En terecht want de natuurlijke schoonheid is onovertroffen, voor de zekerheid had ik dan ook mijn dagtocht vast van te voren gereserveerd. Nu is dit een risico vooral als je naar Engeland gaat, maar de dag begon gelukkig met een stralende ochtend. Vanuit de accommodatie loop ik naar de haven. waar ik me bij het kantoortje van Billy Shields meld.
Na de registratie moet ik nog langs het kantoortje van de National trust, die het beheer over de eilanden heeft. Hier moeten de landingsrechten worden betaald, na 26 pound te hebben afgerekend krijg ik een stempel en kan ik richting de boot lopen. Dat deze dagtocht populair is blijkt wel als ik aan kom bij de pier, zo’n 70 mensen staan al te wachten om aan boord te gaan. Al snel blijkt dat dit niet gaat passen en word er een extra boot ingezet, als iedereen aanboord is word er koers gezet naar het eerste eiland welke zo’n 4 kilometer uit de kust ligt. Nu zijn de papegaaiduikers niet de enigste dieren welke deze eilanden hun thuis mogen noemen, de Noorse stern, drieteenmeeuw, visdief, zeekoet, eidereenden en de grijze zeehond kunnen hier allemaal gespot worden. Deze laatste is ook met vele duizenden exemplaren vertegenwoordigt en met onze boot varen we vlak langs een eilandje waar we ze van zeer dichtbij kunnen opserveren en natuurlijk fotograferen.
Het eerste eiland waar we aan land mogen gaan is Staple Island, een ruig rotsachtig eiland waar de elementen vrij spel hebben. Het aanmeren gaat voorspoedig en na een klein klimmetje naar boven, sta ik oog in oog met de eerste papegaaiduikers. Op dit eiland leven er al 20.000 dus zal het niet lastig worden om een mooi portret te maken met een bek vol visjes. Ik heb ruim twee uur om het eiland te verkennen en ben vrij om te gaan en staan waar ik wil, zolang het maar op de aangelegde gebaande paden is. Iets wat wij reisreporters natuurlijk niet graag doen, maar ja ik wil de vogels ook niet storen dus hou me netjes aan de regels. Zoals eerder gezegd ben ik geen vogelaar en heb ik geen idee hoe ik het beste plaatje van deze vogels kan maken, dus begin ik maar aan m’n rondje om het eiland en zie ik wel wat ik tegen kom. De papegaaiduikers blijken vooral meer landinwaarts te zitten, waar ze hun nesten in de duinwanden hebben gemaakt. Eén punt blijkt vrij populair te zijn voor de fotografen, bij een grote wand waar de vogel af en aan vliegen met de visjes voor hun jongen,welke veilig verborgen zitten diep in de wand.
De opstelling van fotografen zou niet misstaan bij menig sportevenement, de ene lens is nog groter dan de andere met exemplaren waarvan ik het bestaan niet af wist. Uiteraard laat ik me hier niet door intimideren en zet mijn bescheiden 400mm lens met statief, netjes tussen de andere. Hier komen de vogels over de heuvel aanvliegen met hun bek vol visjes, om niet snel daarna te verdwijnen in hun nest in de wand. De kunst is om te wachten tot er een vogel over de wand komt aanvliegen en deze dan met je lens te volgen, tegelijk moet je proberen er een scherpe foto van te maken. Vooral dit laatste blijkt toch een stuk lastiger te zijn dan verwacht, na een half uur geef ik me gewonnen en ga ik opzoek naar exemplaren die netjes stil zitten, in de hoop dat ze op het goede moment opvliegen.
Gelukkig zitten er hier genoeg en verlaat ik het eiland met een aantal mooie plaatjes, waarvan ik thuis op de computer wel zie of ze scherp genoeg zijn.
Het volgende eiland welke we aan doen is Inner Farne, het grootste exemplaar van de eilanden groep. Ook hier heb ik weer twee uur de tijd om alle vogels te opserveren en natuurlijk op de gevoelige plaat vast te leggen.
Niet ver van de landingsplek staat ook een kerk, opgedragen aan St Cuthbert. Deze man was bisschop van Lindisfarne, een eiland verder langs de kust en spendeerde zijn korte pensioen hier op het eiland . De kerk is heden ten dagen open voor bezoekers, de tuin rondom het gebouw is in beslag genomen door de sternen welke hier hun nest hebben gemaakt. De jongen zijn al groot genoeg om hun eerste stapjes te maken en worden dan ook goed in de gaten gehouden door hun ouders. Als je maar ook iets te dicht in de buurt komt, schieten de vogels als torpedo’s naar beneden. Waarbij menig bezoeker geraakt word, hier een foto maken is dan ook op eigen risico. De andere vogels zijn gelukkig wat vreedzamer, waardoor de meeste fotografen met een tevreden gevoel het eiland verlaten.
Ik was opzoek naar Papegaaiduikers en die zitten hier genoeg. Niet elke foto was scherp, maar zijn toch een mooie herinnering aan deze dag op de Farne eilanden!!!